Advertentie
sociaal / Nieuws

Lageropgeleiden wantrouwen voedingsadviezen

Deze groep ervaart dat er iets van hogerhand wordt opgelegd, dat een bepaalde eetcultuur hen wordt opgedrongen.

02 oktober 2023
Snacks in een automaat. Het kabinet wil op kinderen gerichte reclame voor ongezonde voeding terugdringen. ANP/Hollandse Hoogte/ Robin Utrecht
Snacks in een automaat. Het kabinet wil op kinderen gerichte reclame voor ongezonde voeding terugdringen. ANP/Hollandse Hoogte/ Robin Utrecht

Waarom slaan voedingsinterventies minder goed aan bij lageropgeleiden? Dat onderzocht socioloog Tim van Meurs in zijn proefschrift. Een diepgewortelde weerstand tegen instituties blijkt een zwaarwegende reden. Met belangrijke lessen voor gemeenten, die gezonde voeding steeds vaker meenemen in hun beleid.

Raadsadviseur

Gemeente Dijk en Waard
Raadsadviseur

Adviseur Bestuur, Organisatie en Bedrijfsvoering

JS Consultancy in opdracht van KokxDeVoogd
Adviseur Bestuur, Organisatie en Bedrijfsvoering

Of het nu gaat over afspraken die moeten leiden tot gezonder eten rond sportwedstrijden, voedseleducatie op scholen, of een Snackwet die gemeenten de bevoegdheid moet geven om ongezonde voedselaanbieders te kunnen weren: gemeenten spelen een steeds belangrijkere rol bij gezondere voedingskeuzes voor hun inwoners. Met het oog op gezondheidspreventie is dat logisch. Niet-overdraagbare ziekten als gevolg van overgewicht komen steeds vaker voor. En zwaarlijvigheid wordt deels veroorzaakt door ongezonde voeding. Officiële instituties, zoals de wetenschap en (lokale) overheden, zetten daarom meer in op zogenoemde ‘voedingsinterventies’. Het doel? Het bevorderen van gezonde voedingspatronen.

Gezondheidskloof

Er is echter één probleem: veel van deze interventies zijn minder effectief onder lageropgeleide burgers. De toch al aanzienlijke kloof op het gebied van voedingsgezondheid wordt hierdoor nog groter. Vooral interventies waarbij aan mensen informatie wordt gegeven over (on)gezond voedingsgedrag zijn minder effectief onder lageropgeleiden dan onder hogeropgeleiden, concludeert socioloog Tim van Meurs. Afgelopen donderdag verdedigde hij zijn proefschrift Geen trek in bemoeienis: De rol van anti-institutionalisme in opleidingsverschillen in de ontvankelijkheid voor voedingsinterventies.

In zijn onderzoek keek hij naar de rol die anti-institutionalisme – de afkeer van officiële instituties – speelt in de ontvankelijkheid van burgers voor voedingsinterventies. Van Meurs keek naar een algeheel overheidsbeleid: van vrijblijvende voedingsadviezen tot ingrijpendere maatregelen als een suikertaks. 

Interventiestudies blijken veelal de (in)effectiviteit van hun interventies niet te verklaren. Wanneer dit wel gebeurt, worden verklaringen vooral gezocht in cognitieve vaardigheden of economische middelen. De gangbare verklaringen zijn dus voornamelijk individualistisch. 

KE Hoe komt dat?

TvM 

‘Dat is toch vaak de makkelijkste verklaring. Je legt het probleem bij het individu, zonder oog voor de sociaal-culturele omgeving van de personen die je test. Het is ook lastig om dat laatste te meten. Begrijp me niet verkeerd: natuurlijk spelen individualistische factoren zoals het inkomen een rol. Maar de sociologische kijk op het gezondheidsprobleem ontbreekt in mijn optiek nog vaak. Terwijl de sociaal-culturele omgeving van mensen enorm belangrijk is.’

KE Kunt u een voorbeeld geven?

TvM 

‘In de Verenigde Staten heeft een onderzoeker een tijd met een aantal arme gezinnen samengeleefd. Hij keek daarbij naar ‘hun gezondheidsomgeving’: waarop baseren zij hun keuzes voor het eten dat ze eten? Wat is hun cultuur van avondeten? Is dat uitgebreid samen aan tafel, of een snelle hap op de bank voor de televisie? Aan het einde van de rit kregen ze een bepaald geldbedrag voor het meedoen aan het onderzoek.

Wat bleek? Met dat extra geld gingen ze desondanks alsnog naar de McDonald’s. Gezond eten stond niet per se op de eerste plaats. Bijvoorbeeld omdat de ouders wisten dat hun kinderen toch wel fastfood willen eten. Dat paste dus beter binnen hoe zij hun leven leiden. Bovendien weten veel burgers niet wat ze met bepaalde groenten aan moeten. Ook al krijg jij te horen dat een vette hap ongezond is, als je niet weet wat je met het gezonde alternatief moet, kies je er toch wel voor. Vaak wordt verondersteld dat mensen de informatie niet begrijpen. De meeste mensen snappen het wel, maar ze weten niet wat ze met die informatie moeten. Het staat zo ver van ze af, geen idee wat ze met die groenten allemaal kunnen doen.’

In tegenstelling tot traditionele verklaringen, ligt anti-institutionalisme voor een aanzienlijk deel ten grondslag aan de opleidingsverschillen in informatiegebruik. Dit geldt met name voor het verschil tussen burgers met of zonder hbo- of universiteitsdiploma.

KE Hoe komt dat?

TvM 

‘Of het nu gaat om een suikertaks, het verminderen van bepaalde ongezonde bestandsdelen in voeding, of instrumenten waarmee gemeenten de voedingsomgeving gezonder willen maken: het zijn allemaal interventies die zijn bedacht door hogeropgeleiden. Mensen met hbo- en academisch denkniveau maken de dienst uit in dergelijke instituties. Zij weten niet goed de vertaalslag te maken naar lageropgeleiden. Die laatste groep ervaart dat er iets van hogerhand wordt opgelegd, dat een bepaalde eetcultuur hen wordt opgedrongen. De gedachte heerst dat hogeropgeleiden het beter weten dan zij.

Neem de communicatie. Soms wordt er gesproken over ‘slimme keuzes maken’. Dat heeft iets belerends, alsof wanneer je dat niet doet je niet slim genoeg bent.’

KE U stelt dat zodra vereenvoudigd taalgebruik wordt gehanteerd in de communicatie, de connectie met instituties sterker wordt. Maakt dat mensen ook negatiever naar de boodschap om gezonder te eten?

TvM 

‘Dat was wel de verwachting, maar het is niet zo dat mensen negatiever worden ten aanzien van de boodschap wanneer zij een naam van een institutie zien of wanneer er gebruik wordt gemaakt van simpel taalgebruik. Het is wel zo dat mensen zonder tertiair opleidingsniveau constant negatiever waren. Ze hadden bijvoorbeeld meer het gevoel dat hun vrijheid om zelf te kiezen werd afgenomen. Dat leefde bij lageropgleiden meer dan bij hogeropgeleiden. Ondanks dat het er niet heel letterlijk in staat, hebben ze toch het gevoel: het wordt mij opgelegd.’

KE Hoe kunnen gemeenten hier het beste mee omgaan?

TvM 

‘Lokale, kleinschalige initiatieven die minder draaien om het zenden van informatie kunnen hierbij helpen. Denk aan een buurthuisavond die in het teken staat van het koken van gezonde maaltijden. Dergelijke eerste stappen staan een stuk dichter bij de inwoners zelf, en leren deelnemers al doende beter koken. Daar moet wel bij gezegd worden: lang niet iedereen komt daar op af. Het is erg vrijblijvend en al proberen mensen daar een nieuw gezond recept, het is maar de vraag of ze dat thuis weer maken. Gemeenten kunnen dit stimuleren, maar verwacht geen wonderen.’

KE Wat is wél de juiste aanpak?

TvM 

‘Met name de landelijke overheid moet inzetten op structurele interventies. Denk aan een suiker- en vettaks, het verlagen van het btw-tarief op groente en fruit, striktere eisen stellen aan de voedingsmiddelenindustrie. Dat soort zaken. Als je het breder trekt naar gezondheid kunnen gemeenten eveneens een bijdrage leveren aan een gezondere leefomgeving. Bijvoorbeeld een rookverbod op bepaalde plekken. Dergelijke interventies hebben meer effect omdat ze moeilijker te omzeilen zijn. Het wordt letterlijk opgelegd.

Dat heeft echter ook een keerzijde. Het risico bestaat dat mensen nog negatiever worden over instituties. Overheden moeten deze maatregelen daarom niet klakkeloos overnemen, maar duidelijk communiceren naar burgers waarom ze deze besluiten nemen en waarom ze effectief zijn. Daarvoor moet nog een groep betrokken worden die nu buiten spel staat. Ook dat is geen gemakkelijke opgave.’

Reacties: 2

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Bert Bakker
Ja we leggen het nog maar weer eens uit. Want u snapt er niets van. Nogal wiedes dat het mensen zo onderhand de keel uit komt.
Al die mooipraters hebben lijken in de kast. Wat voor jou moet moet voor hun niet.
Myconius Scipio
Levensstijl is ook geen zaak van de overheid, maar behoort tot de persoonlijke levenssfeer. Iedere bemoeienis wekt daarom wrevel op.
Advertentie