Advertentie
sociaal / Achtergrond

Laaggeletterdheid kost overheid bakken geld

Laaggeletterdheid kost de samenleving ruim 1 miljard euro per jaar. Die kosten komen voor rekening van de laaggeletterden zelf, de werkgevers, de zorgverzekeraars en de overheid. De gemeente Breda steekt jaarlijks drie ton in de aanpak ervan. 

06 april 2018

Onderzoek Stichting Lezen & Schrijven

In opdracht van Stichting Lezen & Schrijven berekende PricewaterhouseCoopers (PwC) aan de hand van de meest recente cijfers de maatschappelijke kosten van laaggeletterdheid. Die kosten zijn aanzienlijk hoger dan gedacht. Uit de berekening volgt dat de maatschappelijke kosten circa 1,13 miljard euro per jaar bedragen.

Volgens de Algemene Rekenkamer zijn er 2,5 miljoen laaggeletterden in Nederland. Meer dan de helft van de maatschappelijke kosten van 1,13 miljard euro die daarvan het gevolg zijn, is volgens PwC gerelateerd aan het verminderde inkomen voor laaggeletterden en de lagere kans op een baan. Laaggeletterden zijn vaker werkloos en hebben dan een lager inkomen dan wanneer zij zouden werken.

En als laaggeletterden een baan hebben, hebben zij gemiddeld lagere salarissen. Uitgaande van 2,5 miljoen laaggeletterden komt PwC uit op ruim 9.000 mensen die geen baan hebben vanwege beperkte taalvaardigheden. Dat geldt tevens voor ruim 13.000 mensen die moeite hebben met rekenen en voor iets meer dan 35.000 mensen die moeite hebben met taal én rekenen. In totaal gaat het dus om circa 58.000 mensen die geen betaalde baan hebben als gevolg van lage taal- en rekenvaardigheden.

De onderzoekers gingen ervan uit dat deze mensen het minimumloon zouden verdienen als zij zouden werken. Het totale bedrag aan gemist netto-inkomen als gevolg van lage taal- en rekenvaardigheden bedraagt circa 167 miljoen euro. Werkende laaggeletterden lopen als gevolg van lagere taal- en rekenvaardigheden bovendien netto circa 405 miljoen euro aan inkomen mis: als ze werken, verdienen ze minder dan niet-laaggeletterden.

Gemiste belasting
Vanwege die lagere inkomsten van werkende en niet-werkende laaggeletterden, ontvangt de overheid jaarlijks 80 miljoen euro minder aan belastinginkomsten. Tegelijkertijd geeft de overheid meer geld uit aan bijstandsuitkeringen en aan armoedebestrijding onder laaggeletterden.

De overheid kost het ten minste 117 miljoen extra, omdat laaggeletterden vaker in de bijstand terechtkomen. Volgens het CPB komt 18 procent van de langdurig werklozen in de bijstand terecht. Uitgaande van die 18 procent zouden 10.433 werkloze laaggeletterden een bijstandsuitkering ontvangen. Dat is volgens het PwC- een onderschatting. Dat zou namelijk betekenen dat 82 procent van de werkloze laaggeletterden geen uitkering ontvangt. ‘Dat is niet aannemelijk’, aldus de onderzoekers. Volgens het Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA) is de afhankelijkheid van sociale voorzieningen drie keer zo hoog als onder niet-laaggeletterden.

Bijna 100.000 mensen leven in armoede als gevolg van laaggeletterdheid. Het kost de overheid verder ten minste 95 miljoen euro. Laaggeletterden hebben een grotere kans in armoede te leven. In eerste plaats komt dat door hun arbeidsmarktpositie. Ze bouwen minder vermogen op en beschikken over minder sociaal kapitaal.

Dat houdt in dat ze minder goed in staat zijn om een sociaal netwerk op te bouwen, bijvoorbeeld een gezin of gemeenschap, waar zij in geval van financiële moeilijkheden op kunnen terugvallen. Mensen die in armoede leven hebben recht op sociale voorzieningen, zoals subsidies voor de voedselbank, een tegemoetkoming voor het aanschaffen van een wasmachine of een lidmaatschap voor een sport of hobbyclub voor kinderen. In die zin heeft de overheid hogere uitgaven aan sociale voorzieningen.

De onderzoekers gaan ervan uit dat de overheid in ieder geval sociale voorzieningen zal treffen die arme mensen in staat stelt te voorzien in basisbehoeften. In 2013 berekende het SCP dat per arm persoon 997 euro per jaar nodig is om het besteedbare inkomen aan te vullen tot het basisbehoeftenbudget. Uitgaande van 95.651 arme laaggeletterden houdt dat in dat de overheid circa 95 miljoen uitgeeft aan sociale voorzieningen als gevolg van laaggeletterdheid.

Ongezonde levensstijl
Een andere belangrijke kostenpost betreft de hogere kosten voor de gezondheidszorg. Laaggeletterden hebben vaak een ongezondere levensstijl en chronische ziekten en een grotere kans op het verkeerd gebruik van medicatie. Als gevolg gaan ze vaker naar een huisarts en het ziekenhuis. Dat extra zorggebruik als gevolg van laaggeletterdheid kost volgens de onderzoekers circa 257 miljoen euro per jaar.

De totale kosten van laaggeletterdheid zijn hoog: 575 euro per jaar voor laaggeletterden tussen 16 en 65 jaar en 138 euro per jaar voor laaggeletterden ouder dan 65. Bijna de helft van de kosten komt voor rekening van de overheid en de maatschappij.


Breda
Breda steekt sinds een paar jaar jaarlijks drie ton in de aanpak van laaggeletterdheid. Daarvoor werd er amper eigen geld in gestoken. De vraag is wat het nieuw te vormen college van burgemeester en wethouders gaat doen.

Breda is volgens de Stichting Lezen & Schrijven één van de gemeenten die veel doet in de strijd tegen laaggeletterdheid. Verantwoordelijk wethouder Miriam Haagh (PvdA) legt uit waarom het college daarmee aan de slag ging. ‘Als je hoort dat één op de tien inwoners niet kan lezen en schrijven, vind ik dat je daar als lokaal bestuur wat mee moet’, zegt ze. Vanuit die gedachte kwam het als een van de speerpunten in het collegeprogramma terecht. Het probleem wordt door de gemeente van drie kanten te lijf gegaan: gezin, gezondheid en werk. Zo worden de allerkleinsten direct al op de consultatiebureaus aan een taaltoets onderworpen. Wie daar onvoldoende scoort, kan direct door naar de voorschoolse en vroegschoolse educatie. ‘Maar wij gaan als gemeente ook bij de mensen thuis langs, want waarschijnlijk is er in het hele gezin sprake van een taalachterstand. Via de zogeheten dreumes- spel-thuis-huisbezoeken leren we de ouders om taalrijk met de kinderen te spelen’, zegt Haagh. ‘En op basisscholen zijn we taalles gaan geven aan ouders met taalachterstand. Meteen nadat ze hun kinderen hebben gebracht, kunnen ze zelf de klas in.’ Inmiddels kan dat op drie basisscholen, in drie wijken. Die basisscholen hebben er volgens de wethouder ook baat bij, want het vergroot de ouderbetrokkenheid. Het gebrek daaraan bleek deels door het taalprobleem te komen.

Ook via de lijn van de gezondheid pakt Breda de laaggeletterdheid aan. Heel erg zinvol, aldus Haagh, want veel gezondheidsproblemen zijn taalgerelateerd. ‘Als mensen de dokter niet begrijpen – en andersom – kan het goed mis gaan. Neem de diëtist die een diabetespatiënt het eten van twee sneetjes brood voorschrijft. Die diëtist bedoelt bruin brood, maar de patiënt neemt suikerbrood. Zo’n misverstand kan gevolgen hebben’, legt de wethouder uit. Samen met het Amphia ziekenhuis en de GGD heeft de gemeente door taalambassadeurs al het informatiemateriaal, bijvoorbeeld de folders, in begrijpelijk Nederlands laten opstellen. Ook via de lijn werk probeert de gemeente het probleem laaggeletterdheid te tackelen. Haagh: ‘Dat één op de tien laaggeletterd is, wil niet zeggen dat ze allemaal thuis op de bank zitten. Veel mensen hebben werk, maar worden wel beperkt in hun ontwikkelingskansen. Om dat aan te kaarten, is niet makkelijk. Daarom proberen wij bij werkgevers de bewustwording van het probleem te vergroten.’ Zelf laat de gemeente zich als werkgever ook niet onbetuigd. Bij de Afvalservice – de reinigingsdienst heeft Breda in eigen beheer – bleek 60 procent van de werknemers niet het gewenste taalniveau te hebben. Onder werktijd zijn die de afgelopen jaren bijgeschoold op taal en digitaal werken. Dat vergemakkelijkt het werken, zoals het kunnen lezen van routekaarten voor het ophalen van vuil. Miriam Haagh: ‘Maar daar gaat het niet alleen om. Sommigen konden voor het eerst thuis hun dochter iets voorlezen. Geweldig toch!’


Meer criminaliteit
Omdat laaggeletterden vaker werkloos zijn, vergroot dat volgens de PwC-onderzoekers de kans op crimineel gedrag. Een slechtere arbeidsmarktpositie zorgt ervoor dat mensen sneller zullen proberen om op illegale wijze hun inkomsten te vergroten, wat weer leidt tot een verhoogd aantal vermogensmisdrijven.

Een procentuele toename in de werkloosheid leidt tot 1 à 2 procent toename in het aantal vermogensmisdrijven. ‘Omgerekend naar de Nederlandse populatie betekent een procentuele toename in de werkloosheid dat het aantal vermogensmisdrijven in Nederland met 8.096 toeneemt. Als wij dit vervolgens vertalen naar de toename van vermogensmisdrijven als gevolg van werkloosheid onder laaggeletterden komen wij uit op 5.944 extra vermogensmisdrijven als gevolg van laaggeletterdheid’, aldus de onderzoekers. Een vermogensmisdrijf kost de samenleving gemiddeld 1.696 euro.

Daarmee komen de totale kosten van meer crimineel gedrag als gevolg van laaggeletterdheid uit op ten minste 10 miljoen euro. Dat bedrag is niet meegenomen in de uiteindelijke berekening van de totale kosten van laaggeletterdheid omdat deze kosten alleen indirect aan laaggeletterdheid kunnen worden toegerekend.


Afbeelding

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie