Advertentie
sociaal / Achtergrond

Voorkom harde knip bij 18-jarige

‘De problemen van kwetsbare jongeren verdwijnen niet na hun 18de jaar, maar ze krijgen wel te maken met andere zorgwetgeving. Ze moeten hun zorgverzekering en hun huur betalen. Dat is een grote overgang. Juist op deze leeftijd goede passende hulp bieden, maakt veel uit voor de rest van hun leven’, aldus de Amsterdamse D66-wethouder Simone Kukenheim over het besluit het eigen risico te vergoeden van 18-jarigen die hun GGZ-behandeling dreigen te staken. Met een pilot wil de gemeente voorkomen dat deze jongeren later terugkomen met veel grotere problemen.

08 december 2017

Om te voorkomen dat kwetsbare jongeren tussen wal en schip vallen als ze 18 jaar worden, dienen gemeenten hen te ondersteunen in werk, inkomen, onderwijs, zorg, veiligheid en wonen. Goede resultaten worden behaald met een toekomstplan, een buddy en een levensfasegerichte methode.

Pilot overdracht kwetsbare jongeren

‘De problemen van kwetsbare jongeren verdwijnen niet na hun 18de jaar, maar ze krijgen wel te maken met andere zorgwetgeving. Ze moeten hun zorgverzekering en hun huur betalen. Dat is een grote overgang. Juist op deze leeftijd goede passende hulp bieden, maakt veel uit voor de rest van hun leven’, aldus de Amsterdamse D66-wethouder Simone Kukenheim over het besluit het eigen risico te vergoeden van 18-jarigen die hun GGZ-behandeling dreigen te staken. Met een pilot wil de gemeente voorkomen dat deze jongeren later terugkomen met veel grotere problemen.

De pilot komt voort uit een integraal traject 18-/18+ dat de gemeente Amsterdam heeft ingezet sinds de decentralisaties, legt Kukenheim uit. ‘Dit is een aparte prioriteit in mijn beleid.’ De gemeente wil in de pilot kijken of en hoe de aanpak werkt en verwacht kostenbesparing. ‘Als je naar de macro GGZ-cijfers kijkt, heeft 75 procent ermee te maken voor het 27ste jaar en 50 procent daarvan voor het 18de jaar. We zien een hele harde knip op veel domeinen, terwijl die continuïteit zo belangrijk is. De jeugdhulp kunnen we verlengen naar 23 jaar. Met het vergoeden van het eigen risico willen we het obstakel voor de GGZ wegnemen.’

Meer bureaucratie
Gemeenten kunnen inderdaad verlengde jeugdhulp aanbieden, maar dat gebeurt lang niet altijd, constateerde Peer van der Helm, lector Residentiële Jeugdzorg bij het Expertisecentrum Jeugd aan de Hogeschool van Leiden deze zomer in een stuk voor Sociale Vraagstukken met de kop ‘Geen fijne verjaardag’. Gemeenten moeten wel die verlengde jeugdhulp aanbieden, vindt hij. Maar twee derde van de gemeenten heeft geen beleidsplan voor overdracht van jeugdhulp naar volwassenenhulp, bleek eerder dit jaar uit een onderzoek van de Inspectie SZW onder beleidsmedewerkers Werk & Inkomen en klantmanagers.

Een derde van de beleidsmedewerkers heeft zelfs nooit overleg met de afdeling jeugdhulp. En als er overleg is, krijgen beleidsmedewerkers weliswaar inzicht in de problematiek van de jongere, maar kost het tegelijkertijd extra tijd door coördinatie en afstemming en is de regiefunctie niet altijd duidelijk belegd. De klantmanagers noemden als belangrijkste knelpunten belemmering van informatie-uitwisseling door privacybepalingen, extra tijdsinvestering en meer bureaucratie.

De Inspectie haastte zich te zeggen dat het rapport een aanmoediging was naar gemeenten om de overgangsproblematiek op te pakken of op de goede weg verder te gaan. De publicatie van resultaten van de tweede fase van het onderzoek, waarin de Inspectie in casestudies 15 jongeren in drie gemeenten met een beleidsplan volgt, kan ieder moment naar de Tweede Kamer gaan.

Passend perspectief
In september kwam wel al het rapport ‘Ook voor kwetsbare jongeren een passende toekomst’ uit van de samenwerkende inspecties van het Toezicht Sociaal Domein/Samenwerkend Toezicht Jeugd (TSD/STJ). Daarin staan resultaten van twee jaar onderzoek in de gemeenten Den Bosch, Den Haag en Smallingerland naar hulp die kwetsbare jongeren tussen de 16 en 27 jaar krijgen bij het vinden van hun plek in de maatschappij.

De inspecties keken specifiek naar jongeren die Justitiële Jeugdinrichtingen en JeugdzorgPlus-instellingen verlaten en terugkeren in hun oude gemeente of in een nieuwe gemeente gaan wonen. Welke zorg en ondersteuning krijgen zij van gemeenten en hun samenwerkingspartners om uiteindelijk te kunnen participeren in de maatschappij?

Tijdige ondersteuning en goede afspraken om hen beter in beeld te houden blijken belangrijke randvoorwaarden voor goede zorg en ondersteuning aan deze jongeren te zijn. Maar ook: betere samenwerking tussen netwerkpartners, meer samenhang en continuïteit in de zorg en ondersteuning en regie bij de uitvoering van het toekomstplan. Later onderzochten de inspecties verbeteringen in de gezamenlijke aanpak in de drie gemeenten. De gemeenten bleken op de goede weg te zijn, maar het lukt hen en hun netwerkpartners ondanks alle inspanningen nog niet het beleid stevig te verankeren in de praktijk.

De inspecties hameren op het ontwikkelen van integraal beleid en vooral op sturen op de implementatie daarvan. Verder moet het toekomstplan van de jongere zelf zijn en daar een passend perspectief in staan. Het is zaak tijdig te anticiperen en de benodigde voorzieningen concreet te organiseren.

Zorgmijders
Dat klinkt als beleidstaal, maar meer concreet over de overgang naar 18+ stellen de inspecties vast dat in de praktijk een vacuüm ontstaat, omdat jeugdhulp en werk in inkomen nog te weinig op elkaar aansluiten. Jongeren kunnen er alleen voor komen te staan als de (verlengde) jeugdhulp stopt en niet goed is geregeld wie de jongere daarna begeleidt.

Zorgmijdende jongeren raken dan uit beeld en nieuwe problemen kunnen ontstaan bij niet zelfredzame jongeren. Volgens de inspecties kan Werk en Inkomen veel voorzieningen bieden die kwetsbare jongeren nodig hebben om te kunnen participeren. Als jeugdhulp en werk en inkomen meer samenwerken en in de praktijk zorgen voor een warme overdracht rond het 18e jaar, blijven jongeren in beeld bij gemeente en netwerkpartners é n hoeft er geen knip te zijn in continuïteit van zorg en ondersteuning. ‘Veel kwetsbare jongeren komen naar de sociale dienst voor ondersteuning op het gebied van werk, school, schuldhulpverlening of voor een uitkeringaanvraag. Gemeenten en netwerkpartners kunnen daarop voorsorteren’, stellen de inspecties. Het is verstandig van gemeenten om hun beleid te richten op 16-23 jaar (of nog ouder), vinden de inspecties. Maar een sluitend netwerk kan alleen ontstaan als gemeenten hun beleid concreet maken.

Een integrale sluitende aanpak bij de overgang van jeugd naar volwassenheid (18-23) is ook een van de actiepunten in de brochure ‘Kinderrechten waarmaken’, waarin verschillende partijen uit de onderwijs-, zorg- en jeugdsector de regering vragen actief bij te dragen aan betere kansen voor steeds meer kinderen en jongeren. Volgens hen moet de benodigde ondersteuning toegankelijk, hoogwaardig en betaalbaar blijven.

Voorwaarde voor een integrale sluitende aanpak is een benadering die departementen overstijgt, zodat ondersteuning van kwetsbare jongeren niet verzandt in wet- en regelgeving en financieringsvraagstukken. Een goede eerste stap is een door het rijk aangestelde landelijk coördinator die alle lijnen moet samenbrengen en partijen aanstuurt. ‘Deze coördinator moet de vinger op de zere plek leggen, voornamelijk waar de samenwerking niet goed verloopt’, aldus Janke van der Zaag, specialist in jeugd, onderwijs en zorg.

Kwijtraken
De brochure leidde tot een motie, waarin wordt geconstateerd dat jeugd, zorg en onderwijs in weinig gemeenten integraal samenwerken en die de regering verzoekt te inventariseren welke gemeenten dit wel goed hebben geregeld en hen te porren landelijk het voortouw te n emen om hun resultaten te presenteren en de Tweede Kamer voor de begrotingsbehandeling hierover te informeren.

De motie was een voorstel tijdens de sportieve opening van het parlementair jaar. De aanwezige Kamerleden onderschreven de motie en ook de directie van OCW was enthousiast, maar de motie is nog niet ingediend. ‘In de kop van Noord-Holland doen ze al jaren aan integrale samenwerking met hoofdaannemer/onderaannemer’, weet Van der Zaag. ‘Ze experimenteren er in Rotterdam mee en ook in Utrecht zijn ze redelijk ver met integrale samenwerking.’

Een andere voorbeeldgemeente is Huizen die sinds negen maanden een integrale aanpak hanteert. Volgens wethouder Marianne Verhage (CU/SGP), lid van de VNG-commissie Jeugd, werken zowel de jeugd- als volwassenenconsulenten integraal op één afdeling. ‘Daar is ontschot. In de overdracht van 18- naar 18+ hebben we het daarom ook voor elkaar.’ Jeugdconsulenten hebben jongeren in een caseload. Zodra een jongere binnenkomt, krijgt hij een consulent. Als een jongere in de jeugdhulp 17 of 17,5 jaar wordt, krijgt hij een uitnodiging van de jeugdconsulent voor een gesprek waar ook een Wmo-consulent bij zit. Er wordt besproken hoe het met de jeugdhulp verder gaat en of overdracht nodig is.

Zo nee, dan krijgt de jongere het kaartje van de Wmo-consulent. ‘Dat is een warme overdracht. Zo werkt het bij de toegang. Er is niet een apart wijkteam, maar consulenten bij de gemeente zelf.’ Sommige jongeren komen binnen via de huisarts of Kinderbescherming. De voorwaarde bij regionale inkoop is dan: als jeugdhulp afloopt, is de begeleider verantwoordelijk om partijen bij elkaar te krijgen. ‘Dan schuift een consulent aan. We willen sowieso de regierol goed invullen door ook eens tussendoor aan de jongere te vragen hoe het gaat.’

Verhage is erg voor integraal beleid en onderscheidt verschillende schakelmomenten voor kwetsbare jongeren, bijvoorbeeld als zij van de praktijkschool afkomen. ‘Een half jaar daarvoor zijn er gesprekken met de school en de consulent. Op die cruciale momenten mag je ze niet verliezen. Zoek die schakelmomenten op. Als ze nog geen startkwalificatie hebben en naar andere school overstappen, houd dan bij waar ze terechtkomen. Als je ze kwijtraakt, ben je verder van huis.’

Wettelijke belemmeringen
Integraliteit voor elkaar krijgen is hard werken, merkt Verhage. Je moet elkaars taal leren spreken, elkaar o ntmoeten, geen wettelijke belemmeringen hebben. Privacy gooit wel eens roet in het eten. En het kost tijd.

‘Om het hele transformatieproces, met preventie en onderwijs, perfect te krijgen, hebben we misschien nog drie jaar nodig. In de tussentijd ontvangen mensen die zorg nodig hebben ook die passende zorg.’

Op het digitaal leefplein van de gemeente staat de app Kwikstart als bron van informatie met daarin alle onderdelen van de overgang van 18- naar 18+. ‘Inwoners kunnen daar hun zorg volgen. Het is ook goed voor ouders om te bekijken.’


Kinderrechten
VWS-minister Hugo de Jonge liet eind november in een brief aan de Tweede Kamer weten dezelfde grondslag te gebruiken voor zijn jeugdbeleid als de partijen die de brochure ‘Kinderrechten waarmaken’ onderschreven: het VN-Kinderrechtenverdrag. Hij erkent dat snijvlakken tussen verschillende wetgeving (Jeugdwet, Wmo, Participatiewet etc) de weg naar volwassenheid voor kwetsbare jongeren soms ingewikkeld maken. Hij wil samen met betrokken partijen invulling geven aan de afspraken die op de recente Jongvolwassenentop zijn gemaakt over ervaren knelpunten tussen onderwijs, arbeidsmarkt en zorg.

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie