Meer nazorg nodig bij probleemschulden
In de nieuwe situatie is meer nazorg nodig, zoals budgetcoaching. Nu eindigt het traject meestal als de schuldregeling voorbij is.
De looptijd van de wettelijke schuldsaneringsregeling wordt gehalveerd. Die van de minnelijke regeling volgt snel. Gemeenten moeten door de verandering flink aan de bak om hun schuldhulpverlening anders in te richten.
Saneringskrediet
De doelstelling van het kabinet is dat het aantal huishoudens met problematische schulden (nu geschat op 600.000) in 2030 de helft lager is. De redenering is dat halvering van de aflosperiode van drie naar anderhalf jaar drempelverlagend werkt bij het vragen van hulp.
Minister Schouten (Armoede, Participatie, CU) wil daarnaast alle gemeenten saneringskredieten laten inzetten. Zij nemen dan de schulden over. Huishoudens met problematische schulden hebben dan nog te maken met één partij, namelijk de gemeente of de kredietbank.
Lobby
De NVVK, de vereniging van financiële hulpverleners, voerde een stevige lobby voor verkorting van de aflosperiode, zegt woordvoerder Auke Schouwstra. Gemeenten en schuldhulpverleners krijgen ermee te maken, maar ook schuldeisers. En niet te vergeten huishoudens met problematische schulden. ‘Hulpvragers verkiezen het toekomstige beleid boven het huidige, hulpverleners zijn onzeker wat ze precies kunnen aanbieden. Schuldeisers zien zich geconfronteerd met een waaier aan tussenoplossingen die gemeenten hen voorschotelen zolang er nog geen officiële ingangsdatum voor de verkorte aflossingstermijn is vastgesteld’, aldus de NVVK-woordvoerder.
Om te voorkomen dat het ruim een jaar stil blijft aan de schuldhulpbalies en om ervoor te zorgen dat eenheid in het beleid bewaard blijft, wordt de ingangsdatum voor de gehalveerde aflossingsperiode in de Msnp na overleg met de betrokken partijen nu vervroegd naar 1 juli 2023.
Inspanning gemeenten
‘Beide veranderingen betekenen nogal wat voor betrokken partijen’, aldus Schouwstra. ‘Als we inderdaad in 2030 die halvering van het aantal mensen met problematisch schulden willen bereiken, moet er enorm veel gebeuren. Met nog zeven jaar te gaan tot 2030 zouden we jaarlijks 85.000 huishoudens moeten helpen. Voor het beeld: er komen nu jaarlijks 20.000 mensen in een schuldregeling. Kun je nagaan hoe groot de inspanning is die van gemeenten gevraagd zal worden.’
De wijziging van de aflostermijn heeft mogelijk gevolgen voor lokale beleidsplannen en -regels, als een aflostermijn van 36 maanden expliciet wordt genoemd. Die moeten als de wiedeweerga aangepast en de gemeenteraad moet daarover vóór 1 juli besluiten. Een open eind is verder of er een overgangsrecht komt. Schouwstra: ‘Hoe ga je om met inwoners die er al een deel van die periode erop hebben zitten? Kan je die vertellen: u hebt twaalf maanden achter de rug, nu volgen er nog maar zes in plaats van 24?’
In de nieuwe situatie is naar zijn overtuiging ook meer nazorg nodig, bijvoorbeeld een periode van begeleiding of budgetcoaching. Nu eindigt meestal het traject als de schuldregeling voorbij is. Dat heeft voor gemeenten financiële consequenties.’
Sentiment
De Arnhemse wethouder Mark Lauriks (Bestaanszekerheid en Leefbare Wijken, PvdA) is blij met de halve-
ring van de aflosperiode. Inwoners en schuldeisers weten dan volgens hem sneller waar ze aan toe zijn. Zijn gemeente voert een relatief ruimhartig schulden- en armoedebeleid. Zo worden sinds 2020 na een betalingsregeling van drie jaar schulden kwijtgescholden die inwoners bij de gemeente zélf hebben. Inmiddels heeft de gemeente meer dan een miljoen euro aan uitstaande vorderingen afgeboekt.
Dikke bult
Lauriks zou graag zien dat anders naar het fenomeen schuld wordt gekeken. Ook door overheden, zegt hij erbij. De gedachte is nog vaak “eigen schuld, dikke bult”. Schuld en schuldig worden als het aan hem ligt losgekoppeld: ‘Een groeiend aantal mensen in Nederland komt niet rond, of ze nu loon hebben of een bijstandsuitkering. Voor tegenslag kunnen die inwoners niet sparen.’ Hij vindt dat nu het momentum is voor verandering van het schuldhulpsysteem. ‘Maar dan moeten we het ook meteen goed doen. Met kortere aflostrajecten wordt zowel de voorkant als de achterkant belangrijker. Je wilt voorkomen dat schuldhulpverlening überhaupt nodig is. Aan de voorkant moet je de factoren die tot die schulden hebben geleid uit de weg ruimen. Dus nog meer doen aan preventie en vroegsignalering. Dat zal naar mijn overtuiging de groeiende schuldproblemen in Nederland verkleinen.’
Lees het volledige artikel in Binnenlands Bestuur nr. 10 van deze week. (inlog)
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.