Ruis op de lijn over sociaal akkoord
De onrust in gemeenteland over het sociaal akkoord wordt onder meer veroorzaakt door het stuk van de Stichting voor de Arbeid, waarin de lokale beleidsvrijheid aan banden wordt gelegd. Staatssecretaris Klijnsma (SZW, PvdA) stelt in een interview met Binnenlands Bestuur dat de kabinetsbrief leidend is en dat gemeenten op de voorplecht staan.
De twee versies van het sociaal akkoord hebben tot onrust in gemeenteland geleid. Met name de brief van de Stichting voor de Arbeid over het akkoord heeft kwaad bloed gezet. Staatssecretaris Jetta Klijnsma (Sociale Zaken en Werkgelegenheid, PvdA) is helder: de kabinetsbrief is leidend en de gemeenten zijn in de lead.
Boosheid
Gemeenten zijn, ondanks aandringen, niet betrokken geweest bij de totstandkoming van het sociaal akkoord, terwijl zij wél inhoudelijk en financieel verantwoordelijk worden voor de Participatiewet waarover in het sociaal akkoord belangrijke en voor gemeenten en de sociale werkvoorziening (sw) verstrekkende afspraken zijn gemaakt. Die hebben in gemeenteland tot ongerustheid en boosheid geleid.
‘Hoogst ongelukkig’
'Er is ruis op de lijn’, stelt Klijnsma in een interview met Binnenlands Bestuur. Die ruis wordt onder meer veroorzaakt door de beide documenten waartussen nogal wat licht zit. Klijnsma is ‘hoogst ongelukkig’ dat het akkoord op verschillende manieren worden uitgelegd. Uit het stuk van de Stichting voor de Arbeid kan worden afgeleid dat gemeenten min of meer lokale uitvoeringsloketten worden van wat sociale partners en kabinet met elkaar afspreken.
Kostendragers
‘Ik kan het niet genoeg benadrukken: we decentraliseren deze taken naar 408 gemeenten en die zijn in de lead. Dus niet de sociale partners. Gemeenten zijn de kostendragers. Werkgevers hebben gezegd dat zij ook financieel willen gaan meedenken, en dat is mooi. Maar de gemeentebestuurders zijn de mensen die op de voorplecht staan’, benadrukt Klijnsma.
Beleidsvrijheid
Bij het lezen van het stuk van de Stichting voor de Arbeid lijkt het daar echter niet op. Gemeenten krijgen weliswaar een pot geld, maar van bovenaf wordt vastgelegd wat ze daarmee moeten doen. Van beleidsvrijheid is geen sprake meer en de afspraken lijken haaks te staan op de door iedereen omarmde ‘een-gezin-een-plan’-gedachte voor de drie decentralisaties werk, maatschappelijke ondersteuning en jeugdzorg. Klijnsma: ‘Ik merk dat al die wethouders die mij bellen en die dat stuk van 40 pagina’s hebben doorgeworsteld inderdaad denken “krijg nou wat”. Maar het gaat natuurlijk om het stuk van 12 pagina’s (kabinetsbrief aan de Kamer, red), want daar zijn we met zijn drieën − de sociale partners en het kabinet − aan gehouden.’
Keuring
De verschillen zitten onder meer in een nieuw indicatieorgaan voor de keuring van arbeidsgehandicapten en de toekomst van de sociale werkvoorziening. De 40 pagina’s van de Stichting voor de Arbeid is de onderlegger voor de sociale partners onderling, stelt Klijnsma. ‘Waar het kabinet zich aan gebonden acht, is de brief die het kabinet zelf heeft geschreven aan de Tweede Kamer en waar de sociale partners mee hebben ingestemd. Daar hebben we echt tot op het allerlaatste moment nog met elkaar aan geredigeerd, dus daar kan geen misverstand over bestaan.’
Vrijdag verschijnt in Binnenlands Bestuur nr 9 het hele interview met Jetta Klijnsma
Je kunt voor dezelfde hulpvraag bij gemeente A een toewijzing krijgen en bij B niet thuis. Er is op grote schaal wanbeleid gaande. Niemand van die lieden is aansprakelijk te stellen. Het volk slaapt. Jongeren zijn niet in beweging te krijgen. Men beleefd tot aan vijftig jaar of zo de eeuwige jeugd want enig besef aan ook oud worden en pensioen of een redelijke oude dag, ontbreekt. Die gemeenten moeten gedwongen pas op de plaats. In Amsterdam is de ontmanteling van die deelkoninkrijkjes begonnen, gelukkig. Je werd gek van de onderling verschillende regels, geboden en verboden. Pas als we ooit zelf mogen kiezen hoe B&W en Raad er uit zien, valt er te praten.