Advertentie
sociaal / Redactioneel

Kleurloze overheid

Minister Ter Horst wil in 2011 op vijftig van de achthonderd topfuncties bij de rijksoverheid een allochtoon zien. Dat is een verdubbeling in drie jaar.

28 maart 2008

Nu noemt de rijksoverheid al decennialang allerlei quota bij dit onderwerp, maar daar is tot nu toe bitter weinig van terechtgekomen en niets wijst erop dat het dit keer anders uitpakt. Dit moet de minister ook hebben beseft, want ze relativeerde haar doelstelling al snel met de opmerking dat streefcijfers alleen maar prikkels zijn.

 

Het aantal allochtonen werkzaam in de publieke sector is in tien jaar tijd verdubbeld en een op de acht eerstejaarsstudenten op universiteiten en in het hoger beroepsonderwijs heeft een niet-westerse achtergrond. Daarmee vormen zij een getalsmatige afspiegeling van het totaal aantal allochtonen in Nederland. Vaak wordt in dit verband gewezen op discriminatie - voor lager opgeleide allochtonen een niet te verwaarlozen belemmering op de arbeidsmarkt.

 

Dat speelt voor deze hoger opgeleide groep echter nauwelijks een rol. Het is veeleer een weinig doordachte en gemakzuchtige visie op diversiteit die schuilt achter de wens om hoger opgeleide allochtonen aan te trekken. Met het louter aanstellen van een beleidsmedewerker diversiteit, vaak van allochtone afkomst, kom je er niet, zoals een van de geïnterviewden in de Arbeidsmarktspecial in dit blad opmerkt.

 

Hetzelfde geldt voor het instellen van quota en anoniem solliciteren. Quota kunnen bewust of onbewust leiden tot het afzwakken van kwaliteitseisen, en daar is niemand bij gebaat. En experimenten met anoniem solliciteren hebben in binnen- en buitenland heel weinig opgeleverd. In tegenstelling tot veel overheidsinstellingen voelt het bedrijfsleven al jarenlang de urgentie om allochtoon talent op te sporen én aan zich te binden. Niet alleen is dat pure noodzaak om te overleven: een goed diversiteitsbeleid is ook simpelweg financieel profijtelijk.

 

Een schatting van de Rabobank geeft aan dat over tien jaar vijftig procent van de groei van de Nederlandse beroepsbevolking voor rekening komt van allochtone bevolkingsgroepen. Wie verzekerd wil zijn van een goed contact met die nieuwe klantenkring en de oude wil behouden, moet een aantrekkelijke werkgever zijn voor allochtone werknemers.

 

Wat winst is voor het bedrijfsleven, is legitimiteit voor de overheid. Publieke instellingen die een solide diversiteitsbeleid veronachtzamen, lopen het risico het contact met de samenleving te verliezen, boeten aan geloofwaardigheid in en zijn verantwoordelijk voor de maatschappelijke ontwrichting die hier uiteindelijk het gevolg van is.

 

Werkgevers zullen moeten investeren in de omgang met culturele verschillen om zo een breed gedragen bedrijfscultuur te ontwikkelen waarin ruimte is voor die verschillen. Wie daartoe het besef of de bereidheid mist, zal de slag om het schaarse allochtone talent verliezen en dat kan geen instelling zich permitteren. Zeker de publieke sector niet.

 

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie