Keuzes in de zorg (2)
In de vorige column stond ik stil bij het begrip solidariteit in relatie tot het concept-advies van het College voor zorgverzekeringen over de vergoeding voor dure medicijnen. Minstens zo interessant is om het proces te aanschouwen dat zich voltrekt na dit ongemakkelijke rapport. Het stramien is altijd hetzelfde.
Eerst de politieke reacties. Met name de populisten onder de politieke partijen kaapten de discussie door direct op de onderbuik van het volk te mikken. Iets wat ze – eerlijk is eerlijk – tot een ware kunst hebben verheven. Dus wat krijgen we dan: “schande”, “we leven in een beschaafd land”, “je mag nooit een mensenleven in geld uitdrukken”, “stel dat jezelf deze ziekte zou hebben”. Om het gemoed verder te bespelen krijgen we vervolgens portretten te zien van de betreffende patiënten.
Dan volgen de media, de belangenbehartigers, de deskundigen en de commentatoren. Sommigen gaan hierbij helemaal los en stikken bijkans in hun eigen superieur geachte moraal. Je moet maar durven om het adviesrapport van het CVZ te bestempelen als een doodvonnis. En tot onze nationale folklore behoort natuurlijk ook de rare gewoonte dat de Tweede Wereldoorlog er altijd wordt bijgesleept, zoals Bob Smalhout doet in zijn column in de Telegraaf van zaterdag 4 augustus. “Zum kotzen” zoals onze geliefde oosterburen zeggen.
Opvallend was de pijlsnelle reactie van Zorgverzekeraars Nederland. Dit is de lobbyclub van de zorgverzekeraars. Deze maatschappijen maken zich nooit druk om de kosten van welk medicijn dan ook. Het is voor hen gewoon omzet. Het probleem van de toenemende kosten van de gezondheidszorg raakt ze toch niet. Ze kunnen elk jaar moeiteloos de premies verhogen, want echte concurrentie is er niet in deze verzekeringsmarkt.
Gemeenschappelijk kenmerk bij deze reacties is dat waarschijnlijk niemand het bewuste adviesrapport heeft gelezen. Ik raad u aan dit wel te doen, en dan pas uw oordeel te vellen. Wat je dan onder andere te weten komt is dat het medicijn geen geneesmiddel is in de strikte betekenis van het woord. De middelen genezen de patiënten niet van de ziekten, maar maken het omgaan met de ziekte draaglijker. Verder worden de ziekten niet over één kam geschoren, maar wordt een onderscheid aangebracht tussen bepaalde varianten van de ziekten van Pompe en Fabry. Bij een bepaalde variant levert de behandeling met het medicijn niet eens zo gek veel extra levensjaren op in vergelijking met het niet-gebruiken van het medicijn. Om de kosten en baten even getalsmatig uit te drukken: € 10 miljoen euro (= 20 jaar medicijnen slikken) levert gemiddeld twee extra levensjaren op.
Het concept-advies van het CVZ is een voorbeeld hoe je besluitvorming kunt onderbouwen. Op een zorgvuldige wijze wordt het onderwerp langs een meetlat gelegd met criteria als nut, noodzaak, effectiviteit en kosten. Dergelijke analyses zouden eigenlijk bij veel meer sectoren in de overheid moeten worden toegepast. Dit kan ons behoeden voor domme besluiten en overbodige kosten.
Bij politieke besluitvorming gaat het niet alleen om simpele analyses en rekensommen. Uiteraard komen ook maatschappijvisie, moraal en emotie kijken. Zo hoort het ook, maar het debat moet wel eerlijk en open worden gevoerd. Op basis van feiten en evenwichtige afwegingen, en zonder belangen of politiek correcte blikvernauwers. De tijd van wegkijken en vooruitschuiven is voorbij. Het dwingt ons het debat te voeren en keuzes te maken. Hoe ongemakkelijk ook.
Het is inmiddels meer dan een week geleden dat het advies van het CVZ in de media werd gebracht. De storm is gaan liggen en ik vrees dat de koppen weer terug in het zand gaan. Laten we dankbaar zijn dat er dan instanties zijn zoals het CVZ die zo nu en dan iedereen weer met de neus op de feiten drukken. Hopelijk komen nog veel meer van deze rapporten.
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.