Advertentie
sociaal / Column

Kansloze missie: systeemfactoren (2)

Even een waarschuwing voor u deze column helemaal gaat lezen: dit is een heel saai stukje. Bij het doorgronden van de problematiek van de aansluiting tussen vraag en aanbod op de arbeidsmarkt moeten we namelijk we ook even stilstaan  bij onze uitkeringssystematiek. 

13 juni 2012

In de basis moet een sociaalzekerheidssysteem enerzijds inkomenszekerheid bieden. Immers, bij werkloosheid, ziekte of arbeidsongeschiktheid moet men ergens op kunnen terugvallen. Aan de andere kant moet het niet belemmerend werken om weer aan het werk te gaan. En bovenal, mensen die gewoon via hun werk in hun inkomen voorzien moeten niet het idee krijgen dat ze alle inspanningen voor niets zitten te doen. Ziedaar het klassieke dilemma.
 

Voor wat betreft de bijstand (officieel de Wet Werk en Bijstand: WWB) is de hoogte van de uitkeringen afgeleid van het wettelijk minimumloon. De bijstandsnorm voor een echtpaar is zelfs gelijk aan het minimumloon. Een kostwinner die vanuit de bijstand (weer) aan het werk gaat en het minimumloon verdient, schiet er financieel dus weinig tot niets mee op. Een alleenstaande ouder ontvangt 90% van het minimumloon en een alleenstaande 70%. Als deze laatste twee groepen aan het werk gaan levert dit dus in verhouding tot hun uitkering iets meer op. Maar, dan moet er wel full-time worden gewerkt!  Ons systeem van sociale zekerheid kent dus weinig financiële stimulansen om aan het werk te gaan zolang je bent aangewezen op de onderkant van de arbeidsmarkt. Sterker nog, door te gaan werken kan het gebeuren dat het besteedbare inkomen zelfs daalt. Door aan de ene kant meer inkomsten te genereren, vallen aan de andere kant subsidies en toeslagen weg. Dit is de bekende armoedeval. De keuze om te gaan werken zit mogelijk in andere aspecten. Bijvoorbeeld door niet meer afhankelijk te willen zijn van de sociale dienst, de controles en de inkomstenbriefjes (“dat gezeik steeds”). Wat bij echtparen een rol speelt is dat als één van de partners gaat werken, de andere partner ook vrij is om te verdienen zonder dat hoeft te worden opgegeven bij de sociale dienst. En twee inkomens leveren dan weer meer op. Bij woningeigenaren speelt dat het eigen huis moet worden opgegeten. De bijstand wordt dan verstrekt als lening (in het jargon: krediethypotheek).
 

Wat naar mijn idee in ons systeem ook niet echt bevorderlijk is om hard naar een full-time baan te zoeken is de zogeheten inkomensvrijlating. Hier is iets merkwaardigs mee aan de hand. Bij de invoering van de WWB in 2004 werd de mogelijkheid van inkomensvrijlating afgeschaft. Als iemand een part-time baan heeft wordt elke verdiende euro verrekend met de uitkering. Vanuit de klassieke bijstandslogica is dit zuiver. Immers, de eigen inkomsten zijn de maatstaf en de bijstand vult dit eventueel aan. De uitkering beweegt als het ware mee met de eigen verdiensten, zolang het inkomen lager is dan de bijstandsnorm. Maar bij het grote publiek  wordt precies de omgekeerde logica gehanteerd. De volledige inkomstenverrekening wordt als onrechtvaardig beschouwd omdat je anders “voor niets” werkt. Met andere woorden, niet de bijstand vult het eigen inkomen aan; het inkomen vult de bijstand aan.

In de loop der jaren is de inkomensvrijlating weer in de wet toegestaan. Gedurende zes maanden mag je 25% van de inkomsten houden met een maximum van € 197,- per maand. Bij een part-time baan met inkomensvrijlating heb je dus een aardig inkomen gerelateerd aan het aantal uren dat wordt gewerkt. Een alleenstaande ouder met bijvoorbeeld een baantje van 10 uur per week “verdient” ongeveer € 1400,-  per maand. (= uitkering plus een deel van de bijverdienste). Ook dit stimuleert niet echt om meer te gaan werken, want als je zoveel uren werkt dat je met je loon meer verdient dan de uitkering, vervalt je uitkering. In vakjargon: dan stroom je uit de bijstand. En dan kan het gebeuren dat je met een baan van 40 uur per week hetzelfde inkomen hebt als met 10 uren werken per week.

En de verplichtingen die aan de bijstand verbonden zijn? En de sancties? Is dit geen stimulans om aan het werk te gaan? Daarover de volgende column.

Rik Bolhuis

Meer columns van Rik Bolhuis lezen? Klik dan hier

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie