Wmo en jeugdzorg worden duurder voor gemeenten

De stijging van de zorgsalarissen met 1,5 procent, waartoe vorige week door kabinet en Kamer is besloten, heeft op twee manieren directe gevolgen voor gemeenten. Het accres van het gemeentefonds stijgt, maar ook de uitgaven voor de Wmo en jeugdzorg. Per saldo heeft het nagenoeg geen gevolgen voor de gemeentelijke begrotingen.

Cao’s

Dat schrijft althans demissionair minister Hugo de Jonge (VWS) in een Kamerbrief over de dekking van de stijging van de zorgsalarissen van 675 miljoen euro in 2022. De loonsverhoging voor het zorgpersoneel in cao’s zal leiden tot hogere uitgaven voor gemeenten, via aanbieders van Wmo-zorg en jeugdzorg. Hogere zorguitgaven door het rijk leiden tot een hoger accres van het gemeentefonds. Dat heeft te maken met de trap-op-trap-af systematiek: als het rijk meer uitgeeft, stijgt het accres.

Ongeveer genoeg

De Jonge stelt in zijn brief aan de Kamer dat de exacte rekensom nog moet worden gemaakt, maar dat uit eerste berekeningen blijkt dat met het extra geld in het gemeentefonds ‘ongeveer genoeg is’ om de loonsverhoging te dekken. De kosten van de loonsverhoging voor medewerkers in de Wmo en jeugdzorg zijn berekend op 72 miljoen euro.