Advertentie
sociaal / Column

Jeugdhulptransformatiecasuïstiek: huisvesting

De transitie van de jeugdzorg heeft de voorwaarden geschapen om kokeroverstijgende transformatieve oplossingen door gemeenten makkelijker te maken. De bal ligt op de stip en het is aan de gemeenten om hem in het doel te schieten, stelt Erik Gerritsen.

09 februari 2015

De transitie jeugdhulp kan als hefboom fungeren voor de gewenste transformatie van de jeugdhulp, omdat gemeenten nu meer dan ooit in de positie zijn om koker overstijgende oplossingen te realiseren. Vaak liggen oplossingen voor jeugdhulpproblematiek buiten het domein van de jeugdhulp zelf. Huisvesting is zo’n voorbeeld waar ik in eerdere columns ook al eens over schreef. In deze column geef ik twee concrete voorbeelden uit de praktijk die duidelijk maken welke kansen er voor gemeenten liggen.

Zo zijn daar die twee, als gevolg van hun zwaar verslaafde zwervende moeder, fors beschadigde jonge kinderen die een veilig thuis hebben gevonden bij de tante van hun moeder. De driekamerwoning van de pleegtante die ook nog een eigen kind heeft, is echter te klein om een stabiele opvoedsituatie voor alle drie de kinderen te realiseren. Ze zitten te veel op elkaars lip en vanwege het belaste verleden van de pleegkinderen hebben ze nog wel eens de neiging om flink uit hun dak te gaan, waardoor een onveilige situatie ontstaat voor alle drie de kinderen en dus ook voor het eigen kind van de tante.

Pleegtante krijgt veel professionele ondersteuning bij het omgaan met dit probleemgedrag en pleegt bovenmenselijke inspanningen, maar de te krappe woning maakt de uitdaging welhaast onmogelijk. Uithuisplaatsing naar een regulier pleeggezin dreigt, terwijl de pleegtante ook degene is die een goede relatie met de biologische moeder onderhoudt en voluit meewerkt aan een omgangsregeling op de momenten dat zij stabiel gedrag vertoont. De uithuisplaatsing kan worden voorkomen als pleegtante een grotere woning krijgt.

De gemeente kan dat regelen door haar een urgentieverklaring te verstrekken en met voorrang een grotere woning toe te wijzen. Die grotere woningen zijn wel schaars en voorrang gaat ten koste van andere inwoners. Maar de extra schade aan de pleegkinderen en de veel hogere kosten van een uithuisplaatsing kunnen worden voorkomen. Ik denk dat wethouders zo’n voorkeursbehandeling wel kunnen uitleggen aan de gemeenteraad en haar inwoners, zelfs aan de inwoners die langer moeten wachten op hun nieuwe woning.

Het andere voorbeeld gaat over een pleegoma die haar kleinkinderen het veilige thuis heeft gegeven waartoe hun zwaar psychiatrische moeder niet in staat is. Oma doet het goed en werkt ook actief mee met de omgang met moeder op de momenten dat zij helder is en in die periodes ook wel degelijk in staat om een liefdevolle moeder te zijn. Maar oma heeft forse gezondheidsproblemen en is al een paar keer met spoed opgenomen in het ziekenhuis. Ondanks haar grote inzet valt de opvoeding van haar kleinkinderen oma haar steeds zwaarder, terwijl de kinderen de puberleeftijd naderen. Het perspectief is dus zorgelijk. Uithuisplaatsing dreigt.

Een oom en tante (zus van moeder) hebben aangegeven bereid te zijn om pleegouders te worden. Zij hebben echter twee eigen kinderen en wonen ver van oma vandaan. Oma wil haar kleinkinderen niet kwijt en de kinderen zelf zijn zeer aan oma gehecht. Oom en tante hebben aangegeven bereid te zijn te verhuizen naar een woning in de buurt bij oma, zodat oma haar belangrijke rol in het leven van haar kleinkinderen kan blijven spelen. Ook in dit geval kan het met voorrang regelen van een woning een dure en altijd traumatische uithuisplaatsing voorkomen en beschikt de gemeente over de juiste knoppen om aan te draaien.

De transitie heeft de voorwaarden geschapen om deze kokeroverstijgende transformatieve oplossing makkelijker te maken. De bal ligt op de stip en het is aan de gemeenten om hem in het doel te schieten. Het enige dat nog nodig is, is de lef om dit maatwerk mogelijk te maken, lef om de uitzondering op de regel te maken, of met andere woorden, de moed om het verschil te maken voor kinderen in de knel. Voor zover het daaraan onverhoopt ontbreekt, is daar nog altijd de financiële prikkel die er toe leidt dat gemeenten doen wat nodig is in het belang van kwetsbare kinderen. Doen ze dat niet dan komen ze behoorlijk in de financiële problemen en dreigt de artikel 12 status.

Erik Gerritsen 

Reacties: 2

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Angelique / bmw
Eindelijk prikkelen in de uitvoering, prima! hou vast deze koers, zal een hele lange adem vereisen maar de goede weg en de juiste argumenten blijven aanhouden, kind in de knel, verantwoordelijke is gemeente, wethouder burgemeester !!
Jan Willem de Zeeuw / kwartiermaker
De transitie heeft volgens Erik Gerritsen de voorwaarden geschapen om tot koker overstijgende transformatieve oplossingen te komen. Dat is op zichzelf een juiste constatering, al is de werkelijkheid nog een andere. Dat is er één van verkokering binnen de gemeente en van niet zulke goede relaties met corporaties. Het vraagt een andere manier van werken van beleidsadviseur uit verschillen beleidsafdelingen en een betere afstemming tussen 'beleid' en 'uitvoering'. Veel gemeenten doen hun best om 'van buiten naar binnen' te werken, maar ik zie toch vooral veel aandacht voor ontwikkelen van nieuwe organisatiestructuren. Bovendien heeft de gemeente - wat betreft het wonen - te maken met woningcorporaties, die niet altijd goed meewerken. Daar heeft de gemeente dan weer weinig te vertellen. . Toch zie ik de toekomst wel positief. Dat vraagt van gemeenten en maatschappelijke organisaties wel dat zij bereid zijn hun eigen belang te overstijgen.
Advertentie