Jeugdautoriteit: meer administratieve lasten en kosten in sector
De regierol van gemeenten en regio’s zal verschuiven naar aanbieders.
Het komt regelmatig voor dat een jeugdhulpaanbieder een andere zorgverlener contracteert om delen van jeugdzorg te leveren. Ideaal voor het flexibel organiseren van specialistische zorg en het opvangen van personeelstekorten. Maar het heeft ook een keerzijde: meer administratieve lasten en transactiekosten in de sector. En door de Hervormingsagenda Jeugd zal dit alleen maar toenemen, constateert de Jeugdautoriteit in een vandaag verschenen onderzoek.
Het wordt hoofd- en onderaannemerschap genoemd. Een zorgaanbieder (de hoofdaannemer) zet een andere zorgverlener (onderaannemer) in voor (onderdelen van) de te leveren hulp of ondersteuning. Ongeveer twee derde van alle jeugdhulpaanbieders heeft ten minste één relatie als hoofd- of onderaannemer. Naar schatting wordt tussen de 5 en 10 procent van de totale sectoromzet gerealiseerd via hoofd- en onderaannemerschap.
Regionale inkoop
In absolute zin zijn dit geen hele grote omzetpercentages, maar dit kan volgens de Jeugdautoriteit per regio wel verschillen. In regio’s waar zorg via ‘open house’ is ingekocht komt hoofd- en onderaannemerschap nauwelijks voor, terwijl in de regio’s die een andere inkoopmethode hanteren - of bewust een beperkt aantal aanbieders hebben gecontracteerd - het een veelvoorkomend verschijnsel is.
Sneller en eenvoudiger
Dat heeft zeker voordelen, stelt Jeugdautoriteit-directeur Kees van Nieuwamerongen. Door de verschuivende verantwoordelijkheden kan zorg sneller en eenvoudiger worden georganiseerd. ‘Een aanbestedingstraject met een groot aantal aanbieders is niet langer nodig en aanbieders hebben vaak een beter beeld van het benodigde zorgaanbod dan gemeenten of regio’s. Zij zitten immers dichter bij het vuur’, zegt Van Nieuwamerongen.
‘Dit nadeel zal nadrukkelijk in alle te maken afwegingen meegenomen moeten worden
Lasten en kosten
Tegelijkertijd gaan volgens hem belangrijke waarborgen van een aanbestedingstraject verloren. Van Nieuwamerongen: ‘Een hoofdaannemer die een onderaannemer contracteert is immers niet gebonden aan de eisen die het aanbestedingsrecht wél stelt.’ Daarbij brengt het beheer van onderaannemers voor hoofdaannemers veel extra werk met zich mee. Denk aan het contracteren van de onderaannemers, het beheren van de contracten, en het verwerken van de facturering. Deze extra administratieve lasten zorgen voor extra transactiekosten. Sectorbreed gaat het om circa 16,6 miljoen euro per jaar.
Hervormingsagenda Jeugd
De Jeugdautoriteit verwacht dat het gebruik van deze constructie zal toenemen. Zo ambieert de Hervormingsagenda Jeugd een beperking van de eerdergenoemde inkoopmethode ‘open house’. Daarnaast wordt onderzocht in hoeverre de taakgerichte uitvoeringsvariant meer kan worden toegepast. Beide voornemens zullen ‘zeker leiden tot een toename van hoofd- en onderaannemerschap.’ Wanneer deze lijn wordt doorgezet, zal dit resulteren in ‘meer administratieve lasten en transactiekosten in de sector’, waarschuwt de Jeugdautoriteit. ‘Dit nadeel zal nadrukkelijk in alle te maken afwegingen meegenomen moeten worden.’
Buiten de boot
Bovendien kunnen aanbieders worden gedwongen om als onderaannemer te werken omdat gemeenten en regio’s streven naar minder aanbieders. Zij kunnen hierdoor sneller buiten de boot vallen, met discontinuïteit van zorg tot gevolg. ‘Vanuit dit perspectief en omdat wij op basis van ons onderzoek en voornemens in de Hervormingsagenda verwachten dat hoofd- en onderaannemerschap zal stijgen, willen wij gemeenten en regio’s meegeven zich bewust te blijven van de effecten op bijvoorbeeld diversiteit in aanbod en keuzevrijheid van cliënten’, adviseert Van Nieuwamerongen.
2. Het genoemde probleem is te ondervangen door de hoofdaannemer te verplichten om bij inzet van een onderaannemer dezelfde relevante voorwaarden op te nemen als de opdrachtgever heeft opgelegd aan de hoofdaannemer. Onderaannemers mogen uiteraard alleen in bijzondere situaties worden ingezet en nadrukkelijk alleen in overleg met de opdrachtgever.