‘Inburgeringscursus geen huishoudschool’
Inburgerende migrantenvrouwen komen vaak in trajecten terecht waardoor ze als vanzelfsprekend huisvrouw of hooguit vrijwiliger worden. Dit constateren twee expertisecentra.
Inburgeringscursussen zijn niet bedoeld om migrantenvrouwen achter het aanrecht te houden. ‘Het is niet meer van deze tijd dat een opleiding is gericht op een bestaan als huisvrouw. Het Nederlandse concept van de “huishoudschool” ligt immers al decennia achter ons.’ Om die reden moet het inburgeringsprofiel OGO (Opvoeding, Gezin en Onderwijs) worden afgeschaft.
De kennis die daar wordt overgedragen hoort wel thuis bij de inburgering, maar dan in de cursussen voor álle inburgeraars, mannen en vrouwen, werkend en niet werkend. Dat heeft E-Quality, Kenniscentrum voor Emancipatie, Gezin en Diversiteit, deze week laten weten aan de Tweede Kamer, in de aanloop naar het debat over de inburgering volgende week. Het Kenniscentrum ‘beschouwt het als zeer twijfelachtig dat de overheid tienduizenden vrouwen opleidingen aanbiedt die gericht zijn op een bestaan als huisvrouw of hooguit vrijwilliger’.
De overheid hoort volgens het bureau te stimuleren dat ook migrantenvrouwen gaan werken. In de praktijk gebeurt dat niet: veel vrouwen worden bij de intake automatisch in dit lesprofiel geplaatst, terwijl er vrijwel geen enkele man is die in deze klassen aanschuift.
Dat komt volgens E-Quality onder andere doordat het OGO-profiel soms aan de vrouwen wordt ‘opgedrongen’ door de intake-ambtenaar. Die laat zich soms te veel leiden door de heersende beeldvorming over migrantenvrouwen: laagopgeleide dames die zich in een min of meer gedwongen huwelijk bevinden, volgzaam zijn aan de man en geen ambitie hebben om verder te komen.
‘Dit beeld gaat voor sommige huwelijksmigrantes op, maar voor een grote meerderheid niet’, betoogt E-Quality in haar advies Meer rendement mogelijk bij inburgering vrouwen. Het is daarom belangrijk dat de intakemedewerkers zich bewust zijn van de ‘valkuil van de beeldvorming’, aldus E-Quality.
‘De meerderheid van de inburgeraars is vrouw, maar er wordt niet gelet op de onderlinge verschillen tussen hen’, zegt Sabine Kraus, senior beleidsmedewerker bij E-Quality. ‘Men denkt dat die migrantenvrouwen bestaan uit één homogene groep, maar dat is niet zo. Veel vrouwen krijgen een OGOtraject aangeboden en zeggen dan niet dat ze liever een traject willen dat naar een baan leidt, simpelweg omdat ze niet wéten dat zo’n traject bestaat.’
Ook Scala, Expertisecentrum voor Emancipatie en Participatie, concludeert iets soortgelijks in een nog uit te brengen advies aan de gemeente Rotterdam: ‘Komen vrouwen niet te snel terecht in een traject gericht op opvoeding, terwijl zij misschien ook richting werk of een vervolgopleiding geleid kunnen worden? Het advies is om het onderscheid tussen deze twee trajecten op te heffen en zowel het onderwerp ‘opvoeden in Nederland’ als ‘toeleiding tot opleiding en arbeid’ standaardonderwerp voor alle inburgeraars, mannen en vrouwen, te maken.’
Knelpunten
E-Quality signaleert nog andere knelpunten in de inburgering van vrouwen. Zo zou een zwangerschapsverlof mogelijk moeten zijn op dezelfde gronden als het ‘normale’ zwangerschapsverlof in Nederland. De termijn waarbinnen een inburgeraar klaar moet zijn, moet dus worden verlengd met 16 weken per zwangerschap, aldus het advies. Ook betaalbare kinderopvang is een aanhoudend probleem.
Het afschaffen van de financiering voor de vrijwillige inburgering zal vooral de vrouwelijke migranten treffen, voorspelt E-Quality verder. Vaker dan mannen beschikken ze niet over eigen inkomen. Cijfers wijzen uit dat 56 procent van de mannelijke huwelijksmigranten binnen een jaar na aankomst een baan heeft; voor vrouwelijke huwelijksmigranten ligt dat percentage op 14.
op het forum bij het boek "Inburgeren in de praktijk" van ervaringsdeskundige Roos Friesland
http://www.du21.nl/forum_topic.php?thread_id=2