Advertentie
sociaal / Achtergrond

Huishoudelijke hulp in de knel

De toename van inwoners die huishoudelijke hulp via de Wmo bij hun gemeente aanvragen, leidt tot financiële tekorten en lange wachtlijsten.

01 oktober 2021
huishoudelijke hulp
Shutterstock

De toename van inwoners die huishoudelijke hulp via de Wmo bij hun gemeente aanvragen, leidt tot financiële tekorten en lange wachtlijsten. Het Wmo-abonnementstarief is volgens gemeenten de boosdoener. Gemeentelijke maatregelen om inwoners met een goed inkomen geen huishoudelijke hulp te geven, pikt minister De Jonge (VWS) niet.

Afdelingsmanager Fysieke Leefomgeving

JS Consultancy
Afdelingsmanager Fysieke Leefomgeving

Jurist Bezwaar & Beroep (Fysiek Domein)

Gemeente Utrecht
Jurist Bezwaar & Beroep (Fysiek Domein)

Gevolg inkomensonafhankelijke eigen bijdragen Wmo

In Amsterdam is het aantal aanvragen voor huishoudelijke hulp de laatste twee jaar zo hard gestegen dat er forse wachtlijsten zijn ontstaan. Een Amsterdammer die in april aanklopte bij het Wmo-loket van de gemeente, kan over anderhalf jaar voor het eerst hulp krijgen. Als iemand zich begin 2022 meldt, mag hij in zijn handen wrijven als hij over drie jaar aan de beurt is. ‘Onhoudbaar en onwenselijk’, stelt wethouder Simone Kukenheim (zorg, D66). ‘De kwetsbare mensen in onze stad met een kleine portemonnee staan in de kou.’ Zij hebben geen geld om de wachttijd te overbruggen door zelf hulp te regelen en betalen; mensen met een beter inkomen wel, verduidelijkt ze. En juist bij die groep zit de groei. 

‘Tot twee jaar geleden was het aantal Amsterdammers met hulp bij het huishouden stabiel. Sinds 2019 zien we een enorme groei in het aantal aanvragen in welvarende wijken als centrum, Zuid en Buitenveldert. Voorheen regelden en betaalden deze mensen particuliere hulp. Sinds de invoering van het Wmo-abonnementstarief is het voor hen financieel aantrekkelijk om de hulp via de Wmo te regelen’, aldus Kukenheim. 

De oorzaak van de toename in aanvragen (1.200 in de afgelopen twee jaar), ligt volgens het gemeentebestuur dan ook hoofdzakelijk of zelfs helemaal in het Wmo-abonnementstarief. Dat is de inkomensonafhankelijke eigen bijdrage van maximaal 19 euro per maand. De groei zorgde vorig jaar in Amsterdam voor een budgetoverschrijding van 4 miljoen euro; zo’n 10 procent van het totaalbudget. Als er niets gebeurt, lopen de overschrijdingen op tot bijna 14 miljoen euro in 2024. Eind dit jaar staan er naar verwachting 1.600 Amsterdammers op de wachtlijst, een jaar later zo’n 2.800. Er is in 2022 10,4 miljoen euro extra nodig om de verwachte wachtlijst weg te werken.

Onhoudbaar 

Kukenheim heeft minister Hugo de Jonge (VWS) voor de zomer een indringende brief gestuurd over de situatie in Amsterdam. De hoofdboodschap: de situatie onhoudbaar. Het kabinet moet gemeenten compenseren voor de extra kosten die zij maken sinds de invoering van het abonnementstarief. De Jonge heeft nog niet gereageerd, maar er is sinds de brief wel ambtelijk overleg. ‘De houding van VWS wijzigt echter niet. Het ministerie stelt dat de Wmo een basisvoorziening is, waarbij het inkomen geen rol mag spelen. Het ministerie ziet geen aanleiding om gemeenten extra te compenseren. We zitten in een patstelling die doorbroken moet worden.’ 

Het Wmo-abonnementstarief is in 2019 voor Wmo-maatwerkvoorzieningen en in 2020 voor algemene Wmo-voorzieningen ingevoerd. Tot die tijd hing de hoogte van de eigen bijdrage af van het inkomen. De maatregel is tegen de zin van gemeenten ingevoerd; zij vreesden een flinke toeloop van Wmo-cliënten. Die vrees is uitgekomen. In 2018 kregen bijna 391.000 Nederlanders huishoudelijke hulp; in 2020 was dat toegenomen tot ruim 496.000, zo blijkt uit de meest actuele CBS-cijfers (mei 2021). Een deel van die groei komt op het conto van mensen met midden- en hoge inkomens, zo blijkt uit die cijfers (zie tabel). 

Eind november publiceert het CBS nieuwe gegevens over het Wmo-gebruik over de eerste helft van dit jaar, waarbij de nu nog voorlopige cijfers over 2020 worden bijgesteld. Al geruime tijd lobbyt de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) voor afschaffing van het Wmo-abonnementstarief of om volledige compensatie door het rijk van de zogeheten aanzuigende werking. VNG-directeur Leonard Geluk hoopt dat dit aan de formatietafel voor een nieuw kabinet wordt geregeld. Over 2019 heeft de VNG een claim van 105 miljoen euro bij het kabinet neergelegd. Dit ter compensatie van minder inkomsten uit eigen bijdragen en meer uitgaven op vooral de huishoudelijke hulp. 

Een toenemend aantal gemeenten wacht niet af en neemt maatregelen om de groei in toekenningen aan mensen met een midden- of hoger inkomen een halt toe te roepen. In Amsterdam is sinds oktober vorig jaar een instroombeperking ingesteld. Alleen de meest kwetsbare cliënten die dringend hulp bij huishouden nodig hebben, krijgen die hulp nog. Anderen, voor wie de hulp wel nodig, maar niet urgent is, komen op een wachtlijst terecht. Kukenheim werkt daarnaast aan een werkwijze om aanvragen van mensen die de hulp zelf zouden kunnen betalen af te wijzen. ‘Schaarse middelen moeten we inzetten voor mensen die het echt nodig hebben.’ 

Moreel appèl 

Leusden weegt sinds april het inkomen mee bij de beoordeling van een Wmo-aanvraag, Krimpen aan den IJssel neemt het sinds juli ook mee bij de afweging van de maatwerkvoorziening. In Beesel is de raad medio juni akkoord gegaan met het voorstel een inkomenstoets te hanteren; waarbij een inkomensgrens van 150 procent van het bruto wettelijk minimumloon geldt. Alphen aan den Rijn wil vanaf januari een inkomenstoets invoeren. Verschillende gemeenten doen een moreel appèl op inwoners om de hulp uit eigen zak te betalen als ze dat best kunnen, zoals Voorschoten. Inwoners krijgen daar ook geen huishoudelijke hulp als zij eerder op eigen kosten een hulp hadden. In Goes geldt die regel ook. ‘Gemeenten zijn van nature niet geneigd om de grenzen van de wet op te zoeken. Dat ze dit toch doen, laat de financiële nood zien’, stelt Geluk. 

Net zoals in Amsterdam nemen ook in Beesel de kosten voor huishoudelijke hulp een ‘flinke hap uit de begroting’, aldus wethouder Bram Jacobs (Wmo, CDA). Hij zag het aantal aanvragen voor huishoudelijke hulp stijgen van 277 in 2018 naar 488 dit jaar. In 2018 bedroegen de uitgaven hiervoor 861.000 euro tegen bijna 1,3 miljoen euro vorig jaar. De totale begroting van de gemeente omvat 36 miljoen euro. Om het tij te keren, heeft ook Beesel eerder dit jaar een inkomenstoets ingevoerd. ‘Tijdens het keukentafelgesprek wijst de Wmo-consulent op de inkomenstoets en legt uit dat we de maatregel nemen om de kosten te beheersen. Met een handvol mensen is sinds de nieuwe maatregel inmiddels een gesprek gevoerd en er is alom begrip voor. Ze vonden het eigenlijk bij nader inzien volstrekt logisch om de hulp zelf te regelen.’ 

Deze mensen hebben na het keukentafelgesprek geen officiële aanvraag voor een voorziening ingediend. ‘Die mogelijkheid wordt hen wel geboden, zodat ze met een afwijzing in bezwaar kunnen gaan’, verzekert Jacobs. ‘We willen een vangnet kunnen blijven bieden voor de meest kwetsbare inwoners, ook in de toekomst.’ 

Ook van de inwoners krijgt Jacobs veel bijval voor de inkomstentoets. ‘Er is breed maatschappelijk draagvlak. Veel mensen die ik spreek, zeggen dat het van de gekke is dat iemand die huishoudelijke hulp kan betalen, daar toch voor bij de gemeente aanklopt.’ Die ervaring heeft ook wethouder Hugo van der Wal (sociaal domein, SGP) van Krimpen aan den IJssel. ‘Ik word regelmatig, letterlijk, met applaus begroet.’ Zijn gemeente is samen met Leusden deze zomer door minister Hugo de Jonge (VWS) hard op de vingers getikt. 

De gemeenten handelen volgens de minister in strijd met de Wmo 2015, omdat het inkomen niet mag worden meegewogen. Beide gemeenten moeten hun besluit terugdraaien en als dat niet gebeurt, draagt De Jonge ze ter vernietiging aan de Kroon voor. Voor 15 oktober moeten de twee gemeenten hem laten weten wat ze doen. 

Niet terugdraaien 

‘Het college is niet van plan om de raad voor te stellen het besluit terug te draaien’, stelt wethouder Van der Wal vastberaden. ‘Volgens het gedachtegoed van de Wmo hebben gemeenten de plicht om inwoners te ondersteunen die niet zelfredzaam zijn. Als een inwoner voldoende inkomen heeft, kan hij of zij zelf huishoudelijke hulp regelen en betalen en is dus voldoende zelfredzaam.’ Ook de Leusdense wethouder Fenneke van der Vegte (zorg, GroenLinks-PvdA) is niet van plan in te gaan op het verzoek van de minister. ‘Wij vinden dat de sterkste schouders de zwaarste lasten moeten dragen.’ In haar gemeente zijn vier op de tien aanvragers naar schatting financieel draagkrachtig genoeg om zelf een hulp te regelen en te betalen. Als de minister gaat ingrijpen, gaat Krimpen aan den IJssel tegen het besluit tot vernietiging van de Wmo-verordening in beroep bij de Raad van State, stelt Van der Wal. De voorbereidingen daartoe worden al getroffen. Leusden zal zich op dat moment gaan beraden.

‘Als VNG steunen we gemeenten die maatregelen nemen volledig’, stelt VNG-directeur Geluk. Het gaat wel om morele steun. ‘Met het invoeren van een inkomenstoets of andere maatregelen die in de ogen van VWS wettelijk niet kunnen, lopen gemeenten risico. Wij vinden dat ze dat risico moeten nemen.’ Eind vorig jaar heeft de VNG gemeenten opgeroepen de grenzen van de wet op te zoeken. Dat was nadat uit de tweede monitor abonnementstarief Wmo bleek dat de invoering van de inkomensonafhankelijke eigen bijdrage heeft geleid tot een forse stijging van het beroep op vooral de huishoudelijke hulp. 

Het kabinet wil gemeenten daarvoor niet extra compenseren. In 2019 was er ten opzichte van 2018 een stijging van 17,4 procent, en vorig jaar daarop nog eens een stijging van 11,8 procent. ‘En mogelijk heeft corona een dempende werking op het aantal aanvragen gehad’, stelt Marc Timmerman, senior-adviseur van BDO. ‘Dat zou ook voor cijfers over 2021 kunnen gelden.’ Hij stelt dat het ‘aannemelijk’ is dat de stijging van het aantal aanvragen voor huishoudelijke hulp een-op-een verband houdt met de invoering van het Wmo-abonnementstarief. De vergrijzing neemt weliswaar toe, maar niet zo veel. BDO constateerde eerder dit jaar, op basis van de gemeentelijke jaar rekeningen over 2019, dat de nettolasten voor de Wmo in 2019 harder zijn gestegen dan die op de jeugdzorg. Een soortgelijk onderzoek over 2020 is volop aan de gang. 

Goed verhaal 

Wethouder Jacobs is niet bang dat minister De Jonge ook in Beesel gaat ingrijpen. ‘We hebben een goed verhaal. Het schaarse geld moet beschikbaar blijven voor de kwetsbaren in de samenleving. Mensen met voldoende geld zijn voldoende zelfredzaam. Gemeenten hebben volgens de Wmo 2015 alleen een zorgplicht voor inwoners die niet zelfredzaam zijn.’ Hij vindt, evenals andere wethouders en de VNG, dat gemeenten niet serieus worden genomen. ‘De minister blijft bij zijn argumenten en staat niet voor andere open’, aldus Van der Vegte. Het zit de gemeenten dwars dat het rijk met de invoering van het Wmo-abonnementstarief sturingsmogelijkheden van gemeenten heeft afgesneden, maar dat niet (voldoende) compenseert. 

Zij stellen tevens dat De Jonge telkens naar jurisprudentie verwijst, maar die is achterhaald. ‘De rechtelijke uitspraken dateren van voor de invoering van het Wmo-abonnementstarief’, benadrukt Van der Wal. Van der Vegte: ‘In tegenstelling tot wat er in de Memorie van Toelichting van de Wmo 2015 staat, heeft het rijk de eigen bijdrageregeling gewijzigd. Voorheen werd het inkomen wel meegewogen. Nu het kabinet dat heeft geschrapt, is er volgens ons juist ruimte ontstaan om het inkomen mee te wegen.

Klik om te vergroten

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie