Huidige discussies over bewindvoering bieden niemand perspectief
Geen focus op misstanden, maar werken aan financiële zekerheid van personen onder bewind en een passend takenpakket voor bewindvoerders.
Discussies over bewindvoering focussen veelal op voorkomen van misstanden en verhogen van beloningen. De nadruk zou echter moeten liggen op facilitering van bewindvoerders om mensen in kwetsbare posities duurzaam te begeleiden richting zelfredzaamheid, betogen Hülya Kat en Gercoline van Beek.
De maatschappelijke discussie over kwaliteit van bewindvoering richt zich veelal op excessen (frauduleuze of disfunctionerende bewindvoerders). Nadruk op misstanden kan echter leiden tot een te negatief beeld van de beroepsgroep. Individuele bewindvoerders zetten zich in voor kwalitatief goede begeleiding. De branche heeft beperkt ruimte voor innovatie en toekomstvisie en noemt regelmatig hogere beloning als ‘oplossing’. Focus op misstanden en beloning helpt de discussie echter niet verder en zou dan ook niet centraal moeten staan, maar het in staat stellen van personen onder bewind om te werken aan financiële zelfredzaamheid en creëren van een passend takenpakket voor bewindvoerders.
Bij financiële zelfredzaamheid staan perspectief, autonomie, welzijn en ontwikkeling gericht op financiële weerbaarheid centraal. Een passend takenpakket zorgt voor beloningen gebaseerd op een juiste tijdsinvestering. Pas dan wordt gewerkt aan toekomstperspectief, voor personen onder bewind, bewindvoerders én de samenleving.
Niet kunnen beheren van financiën is ingrijpend. Overname van financieel beheer is dit echter ook
Bewindvoering is bedoeld als financieel-technische maatregel waarbij financieel beheer wordt overgenomen van mensen die (tijdelijk) niet in staat zijn zelfstandig hun financiën te beheren, bijvoorbeeld vanwege beperkte verstandelijke vermogens, om hen rust en stabiliteit te bieden. De uitvoering behoeft echter verbetering, erkennen ook bewindvoerders zelf. Als gevolg van door de overheid opgeworpen drempels heerst veel angst en onwetendheid. Waar sommige mensen zijn gebaat bij schuldhulpverlening, is de toegang daartoe voor hen veelal beperkt door al dan niet formele toelatingseisen. Daardoor wordt bewindvoering vaak ingezet als begeleidingsmaatregel voor mensen voor wie schuldhulpverlening eigenlijk passend is maar die daarvoor (nog) niet in aanmerking komen.
Bewind is dan soms tijdelijk een passend alternatief, maar wordt ook regelmatig ingezet voor mensen die niet zijn gebaat bij overname van financieel beheer, maar bij begeleiding bij creëren van financieel overzicht en leren zelfstandig financiën te beheren, en dus duurzame oplossingen. Niet kunnen beheren van financiën is ingrijpend. Overname van financieel beheer is dit echter ook; men beslist immers óver je. Eenmaal erin, kom je bovendien niet gemakkelijk eruit, zeker met grondslag ‘lichamelijke of geestelijke toestand’. Met grondslag ‘schuldenbewind’ is dit anders, wat dan ook ervoor pleit niet (problematische) schulden centraal te stellen bij bewindvoering – daarop richt schuldhulpverlening zich immers –, maar (financiële) zelfredzaamheid.
Bewindvoerders hebben – mede gezien hoge werkdruk en beperkt aantal vergoed- en beschikbare uren per persoon onder bewind – echter (te) weinig tijd voor maatwerk en missen expertise om mensen met specifieke problemen te ondersteunen. Mede versterkt door administratietijd die ten koste gaat van de tijd die bewindvoerders effectief overhouden voor personen onder bewind hebben bewindvoerders daarom regelmatig het gevoel personen onder bewind onvoldoende te kunnen ondersteunen richting zelfredzaamheid, terwijl juist personen onder bewind die zelfredzaamheid en eigen regie ervaren positiever in het leven staan.
Om mensen met financiële problemen duurzaam verder te helpen richting zelfredzaamheid hebben bewindvoerders daarom meer ruimte nodig om mensen op kritieke momenten te kunnen steunen en daarin integraal samen te werken met ketenpartners, zoals schuldhulpverlening. Wanneer deze begeleiding richting zelfredzaamheid adequaat wordt vormgegeven en mensen minder snel terugvallen in financiële afhankelijkheid zullen de maatschappelijke baten opwegen tegen de kosten. Alleen dan krijgen zowel mensen in kwetsbare posities met financiële problemen als bewindvoerders weer écht perspectief.
Hülya Kat is voormalig Tweede Kamerlid voor D66 (portefeuille armoede- en schuldenbeleid), Gercoline van Beek is senior onderzoeker aan Hogeschool Utrecht (specialisme op schuldenproblematiek onder mensen in kwetsbare posities).
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.