Advertentie
sociaal / Column

Hier krijg ik nou geen depressie van

Minister Schipper besloot enkele weken geleden dat er meer moet worden gedaan om mensen met depressie op te sporen en te behandelen. Hulde! Uiteraard wordt het geld eerst gestopt in onderzoek en niet in daadwerkelijke preventie, maar ik neem aan dat dit daarna volgt. Als de minister geld vrij maakt voor het onderzoek, neem ik aan dat de implementatie van preventieve interventies door het ministerie ook ter hand genomen wordt.

19 februari 2016

Een aanzienlijk deel van het geld moet specifiek besteed worden aan onderzoek naar depressiviteit onder de risicogroepen jonge vrouwen en tieners. In dit onderzoek komen vragen aan de orde zoals hoe depressieve klachten eerder te herkennen zijn, zodat er sneller ingegrepen en daarmee ook erger voorkomen kan worden. Tieners krijgen soms op hun 15e al hun eerste depressie. Een probleem wat in de praktijk regelmatig geconstateerd wordt. En…, waar al veel onderzoek naar is gedaan. Op dat punt kan het geld dus beter besteed worden aan het implementeren van bestaande screeningsinstrumenten en preventieprogramma’s om depressie op te sporen en tegen te gaan.

Recent is een medewerker van de GGD Amsterdam gepromoveerd op dit onderwerp. Uit dit proefschrift blijkt dat vroegsignalering en vroegbehandeling van angstige en depressieve kinderen zeer goed mogelijk is. Angst en depressie op jonge leeftijd voorspellen psychische aandoeningen in het verdere leven, zoals alcohol- en drugsmisbruik en suïcide. Reden om er zo vroeg mogelijk bij te zijn.

We hebben de afgelopen jaren onderzoek gedaan naar de effectiviteit van ‘Vrienden voor het Leven’, in samenwerking met de Vrije Universiteit en het VU Medisch Centrum. Het programma is als zeer effectief uit dit onderzoek naar voren gekomen. Niet alleen waren een jaar na de interventie de angst- en depressieklachten weer op een vergelijkbaar niveau als de hele populatie, de deelnemers zelf (de kinderen) en hun ouders participeerden actief en waardeerden het programma positief.

Naast de effectiviteit van de interventie speelt natuurlijk altijd de kwestie van het geld. Hoe duur is zoiets eigenlijk? De interventie kost €10.000 voor een groep van 10 kinderen. Wat gaat er nu gebeuren met deze effectieve interventie? Het is aan de 390 gemeenten of deze interventie wordt ingekocht. Immers: preventie is een gemeentelijke taak. En dat vind ik in dit geval toch lastig.

Stel je voor dat we een pil hadden uitgevonden, om bij deze doelgroep depressie te voorkomen.

Dan had de minister kunnen beslissen dat het medicijn wordt opgenomen in het basispakket, en kon elke huisarts indien nodig het voorschrijven. Maar nu het een interventie is, gebeurt het niet. Zo kan het zijn dat kinderen in Amsterdam deze interventie wel aangeboden krijgen, maar bij een gemeente verderop niet.

Mijn tip aan de minister: onderzoek is prima, is noodzakelijk, maar investeer ook in al bewezen interventies, want depressiviteit bij tieners komt voor in elke gemeente. Zo kan de totale doelgroep er baat bij hebben.

Paul van der Velpen
Meer columns van Paul van der Velpen leest u hier.

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie