Onteigen de taal!
Sindsdien weet ik het zeker: het woordje eigen moet uit ons spraakgebruik verdwijnen; we moeten onze taal onteigenen, want dat woordje steelt ons gemeengoed, ons gezamenlijk eigendom. Door niet over de stoep, maar over de eigen stoep te spreken, wordt de stoep beroofd van zijn wezen, namelijk het zijn van een ‘Gehsteig’ zoals het treffend in het Duits heet, een gezamenlijk pad langs de weg waarop iedereen kan lopen zonder omvergereden te worden.
Sindsdien weet ik het zeker: het woordje eigen moet uit ons spraakgebruik verdwijnen; we moeten onze taal onteigenen, want dat woordje steelt ons gemeengoed, ons gezamenlijk eigendom. Door niet over de stoep, maar over de eigen stoep te spreken, wordt de stoep beroofd van zijn wezen, namelijk het zijn van een ‘Gehsteig’ zoals het treffend in het Duits heet, een gezamenlijk pad langs de weg waarop iedereen kan lopen zonder omvergereden te worden.
Door alleen de eigen stoep te vegen, negeer je dat de stoep niet ophoudt bij de grenzen van jouw perceel, maar gewoon doorloopt. Je doet dat doorloop-karakter van de stoep geweld aan, als je met sneeuwruimen stopt bij het einde van jouw tuinhekje. Toen de boze meneer desgevraagd meedeelde dat hij nog heel gezond van lijf en leden was, heb ik hem aangeraden ook de stoep voorbij zijn huis sneeuwvrij te maken om daarna gezellig een kopje koffie te gaan drinken met die sneeuwschuwe buren. Wellicht dat deze andere vaardigheden hebben die voor het algemeen welzijn van de straat ingezet kunnen worden.
Tegenwoordig kom je steeds meer woorden tegen waar eigen voorgeplaatst wordt. Dat geldt bijvoorbeeld voor woorden als verantwoordelijkheid en zelfstandigheid. Het woord eigen drukt uit dat je heer en meester over iets bent, dat je van niemand afhankelijk bent. Woorden als verantwoordelijkheid en zelfstandigheid zijn sociale begrippen, dat wil zeggen dat je de hoedanigheid die deze begrippen uitdrukken alleen kunt realiseren te midden van een gemeenschap, een wij. Het woord eigen drukt dat wij als het ware weg.
Sinds de jaren tachtig van de vorige eeuw is het denken en doen vanuit sociale inbedding verzwakt en vervangen door een denken en doen dat vooral inzet op het losse individu, de Ik-bv. De toenmalige premier van Engeland, mevrouw Tatcher, drukte dat in de jaren tachtig als volgt uit: there is no such thing as society; there are individual men and women, and there are families. Dat denken lijkt een heropleving door te maken of bereikt nu alsnog een opleving in Nederland.
Dat is een voedingsbodem voor een proces van ontsolidarisering dat zich in toenemende mate bij de beter verdienenden aftekent. Uit een meerjarig onderzoek in Duitsland blijkt dat de sterkste schouders steeds minder lasten dragen, maar tegelijk steeds ontevredener zijn en steeds minder bereid tot solidariteit. Ze blijken ook steeds minder in staat gevoel op te brengen voor maatschappelijke problemen. Dat is naar mijn idee de duivelse werking van dat woordje eigen. Vandaar mijn oproep om de taal te onteigenen.
Raf Janssen
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.