Het medicijn voor de 'zieke jeugdzorg' is er voorlopig niet

Staatssecretaris Van Ooijen van VWS noemt de huidige situatie in de jeugdzorg ‘ziek’ en ‘abominabel’. Een snelle oplossing voor de problemen is er volgend hem echter niet. ‘Blijf alsjeblieft volhouden in dit systeem’, zegt hij tegen de werknemers in de jeugdzorg.  ‘Ik weet hoe moeilijk het is, maar ik heb het niet morgen of overmorgen veranderd.’

Trap omhoog

Van Ooijen doet deze uitspraken in een recent interview met Z+WTV, het videokanaal van Zorg en Welzijn. Als wethouder Zorg van Utrecht had hij wel zicht op de problemen in de jeugdzorg, zo vertelt hij. Desondanks schrok hij bij zijn aantreden als staatssecretaris van hoe ‘de zorg voor heel kwetsbare kinderen’ is geregeld. ‘We zijn tot een dieptepunt gezakt en moeten de jeugdzorg nu stap voor stap beter gaan maken.'

Overvecht

Om de groei van de jeugdzorg in te dammen – op dit moment maakt ongeveer 1 op de 8 kinderen er gebruik van, tegen 1 op de 10 in 2015 – moeten er volgens de staatssecretaris moeilijke keuzes worden gemaakt. Als voorbeeld noemt hij de Utrechtse wijk Overvecht waar de vraag naar jeugdzorg fors blijft groeien, ondanks alle investeringen op dit gebied. ‘Dat is een heel kwetsbare wijk waar veel jongeren wonen met een zorgvraag. Aan die vraag ga je nooit met aanbod voldoen.’

Huisarts

Utrecht koos in deze wijk daarom voor een zogeheten ‘populatiebekostiging’ waarbij zorgverleners gezamenlijk één bedrag krijgen voor jeugdzorg waarmee ze het moeten zien te redden. Van Ooijen vindt dat een goede manier om ‘de schaarste te verdelen’ en zorgverleners tegelijkertijd meer autonomie te geven. Daar hoort ook bij, zo zegt hij tegen Z+WTV , dat zij 'met elkaar moet wegen' wie wel en wie geen jeugdzorg krijgt. ‘Ook een huisarts moet kiezen: gaat deze patiënt wel of niet naar het ziekenhuis. Die kan ook niet onbeperkt doorsturen.’

Medicijn

Over de dit najaar verwachte Hervormingsagenda Jeugd zei van Ooijen dat er ‘met man en macht’ aan wordt gewerkt. Maar ook dat hij ‘niet op een maand kijkt’. Cruciaal is volgens hem dat de agenda - ‘het medicijn dat de jeugdzorg beter moet maken’ – goed wordt. ‘Anders blijven we op het huidige abominabele niveau.’

Schompes

Werknemers in de jeugdzorg en de jeugdbescherming die het op dit moment zwaar hebben roept hij op om het voorlopig nog vol te houden. ‘Zij werken zich het schompes in een systeem dat helemaal ziek is. Het medicijn dat we gaan toedienen moet wel goed zijn. Blijf alsjeblieft volhouden in dit systeem, ik weet hoe moeilijk het is, maar ik heb het niet morgen of overmorgen veranderd.’