Gepast beschikken: het ‘nieuwe’ resultaatgericht beschikken in de Wmo?
Er is veel verzet tegen deze manier van indiceren.
Kritiek van de Centrale Raad van Beroep en een ingetrokken wetsvoorstel: resultaatgericht beschikken in de Wmo 2015 blijft een heet hangijzer. Met een handreiking voor ‘gepast beschikken’ werkt de Vereniging van Nederlandse Gemeenten aan een alternatief voor deze omstreden manier van indiceren. Belangenbehartiger Ieder(in) vreest oude wijn in nieuwe zakken.
Bij resultaatgericht beschikken noemen gemeenten in hun Wmo-toekenning niet hoeveel uren hulp een inwoner krijgt, maar uitsluitend welk resultaat een zorgaanbieder moet bereiken. Bij huishoudelijke hulp hoort een inwoner dus niet hoeveel uren hulp hij of zij krijgt toegewezen, maar alleen het resultaat: een ‘schoon en leefbaar huis’. Ongeveer 30 procent van de gemeenten gebruikt deze werkwijze (2023).
Bezuiniging
Er is echter veel kritiek op deze manier van indiceren. Zo zijn de resultaatomschrijvingen volgens Ieder(in) vaak ‘vaag en algemeen.’ ‘De werkwijze maakt het mogelijk voor gemeenten en zorgaanbieders om minder zorg en ondersteuning te bieden’, aldus de overkoepelende organisatie voor mensen met een beperking of chronische ziekte. De belangenvereniging ziet dat de invoering van resultaatgericht beschikken vrijwel overal gepaard gaat met bezuinigingen.
Rechtszekerheid
En nog belangrijker: zonder urenindicatie is de rechtspositie van cliënten onvoldoende gewaarborgd. Inwoners weten niet op hoeveel uur ondersteuning ze kunnen rekenen. Op dit punt krijgen de critici bijval van de Centrale Raad van Beroep (CRvB). De hoogste bestuursrechter in socialezekerheidszaken vindt dat resultaatgericht beschikken alleen mag als de gemeente ook in de beschikking zet hoeveel tijd een zorgaanbieder komt werken. Alleen het noemen van een resultaat is volgens de CRvB niet concreet en geeft de cliënt daarom niet genoeg rechtszekerheid.
Legaliseren
Desondanks wilde het kabinet het mogelijk maken dat gemeenten resultaatgericht beschikken in hun verordening kunnen vastleggen. Zeven landelijke cliënten-, patiënten- en ouderen-organisaties keerden zich fel tegen dit wetsvoorstel en spraken van het ‘legaliseren’ van resultaatgericht beschikken.
We kregen enkele dagen de tijd om te reageren. Dat is niet hoe je samen aan iets werkt en hoe je cliënten en hun organisaties betrekt
Gepast beschikken
Het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) zette door. Meerdere partijen, waaronder de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) en Ieder(in), werden betrokken bij de totstandkoming van het wetsvoorstel resultaatgericht beschikken. Maar het resultaat bleef uit: onenigheid over de wijze waarop de rechtszekerheid moest worden gewaarborgd kon niet worden overbrugd. Het maatschappelijke en politieke draagvlak ontbrak, waarna staatssecretaris Maarten van Ooijen (VWS) op 15 februari besloot het voorstel niet in te dienen bij de Tweede Kamer. Sindsdien werkt de VNG aan een vervolgaanpak waarin ‘een passende invulling van de ideeën achter resultaatgericht werken’ worden verkend. Onder de noemer ‘gepast beschikken’ ontwikkelt de gemeentekoepel een handreiking voor een alternatief voor resultaatgericht beschikken.
Bezwaren
Tot ongenoegen van Ieder(in). Zij vreest dat gemeenten via de achterdeur proberen deze manier van werken te behouden. De belangenbehartiger stelt dat hun bezwaren en die van de CRvB met een handreiking niet zijn weggenomen. ‘We willen dat gemeenten stoppen met resultaatgericht beschikken. In plaats daarvan moeten de rechtspositie van de burger en de kwaliteit van de ondersteuning centraal staan’, aldus Ana Karadarevic, communicatieadviseur van Ieder(in). De VNG laat weten zich niet te herkennen in deze kritiek. ‘Op verzoek van VWS is de VNG recent gestart met een project met als doel te komen tot een handreiking gepast beschikken voor gemeenten’, zegt een woordvoerder van de gemeentekoepel. ‘De cliëntenorganisaties zijn daarbij betrokken.’ Zo werd aan Ieder(in) gevraagd om feedback te geven op het concept toetsingskader.
Vakantieperiode
Maar volgens Karadarevic gebeurde dat in augustus, een maand waarin veel mensen (nog) met vakantie zijn. ‘We kregen enkele dagen de tijd om te reageren. Dat is niet hoe je samen aan iets werkt en hoe je cliënten en hun organisaties betrekt’, zegt ze. Hoewel de VNG naar eigen zeggen werkt aan ‘een toegangsproces dat recht doet aan uitspraken van de CRvB en de cliënt voldoende rechtszekerheid biedt’, heeft Karadarevic er een hard hoofd in. ‘De CRvB heeft herhaaldelijk een streep gezet door resultaatgericht beschikken. Ook heeft de rechter geoordeeld dat beschikken in bandbreedte onvoldoende rechtszekerheid biedt aan cliënten. Toch gaat VNG op deze weg verder.’
Meedenken
Ieder(in) en andere cliëntorganisaties zijn door de gemeentekoepel uitgenodigd om ‘constructief mee te denken over een toegangsproces dat past bij de maatschappelijke ontwikkelingen.’ Een rijkelijk laat gebaar, vindt Karadarevic. ‘Cliëntenorganisaties zijn pas in een laat stadium betrokken bij dit proces. En de VNG suggereert meteen dat we het eens zijn met de uitgangspunten van de handreiking.’ Volgens Karadarevic werkt Ieder(in) graag mee aan het verbeteren van de uitvoering, mits de situatie van cliënten centraal staat. ‘Een probleem tussen gemeente en zorgaanbieder over toezicht op de uitvoering en de kosten van de uitvoering moet niet over de rug van cliënten worden opgelost.’
Reacties: 1
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.