‘Gemeenten nog altijd stugge schuldeisers’
Gemeenten staan nog altijd in de top 5 van meest figurerende partijen in schuldendossiers, laat de NVVK weten in reactie op het behoorlijkheidskader dat de Nationale Ombudsman voor invordering door overheden publiceerde.
Gemeenten staan nog altijd in de top 5 van meest figurerende partijen in schuldendossiers, laat de NVVK weten in reactie op het behoorlijkheidskader dat de Nationale Ombudsman voor invordering door overheden publiceerde.
Waterschappen minder in schuldendossiers
‘Wij hebben nog nooit onderzocht of er gemeenten zijn die al vorderen volgens de aanbevelingen van de Ombudsman’, laat een woordvoerder van de NVVK desgevraagd weten. ‘Wel staan gemeenten nog altijd te boek als stugge schuldeisers. Zij zijn dan ook terug te vinden in de top 5 van meest voorkomende eisers in schuldendossiers. De waterschappen zien we wel minder vaak terug. Doordat zij het nodige hebben gedigitaliseerd, merken onze leden dat het verkeer met die overheden al wat gemakkelijker verloopt.’ De woordvoerder wijst erop dat de NVVK het onlogisch vindt dat gemeenten zichzelf tegenwerken. ‘Hoe kan het zo zijn dat de éne afdeling van een gemeente probeert te saneren terwijl de andere weer probeert in te vorderen? Dat is een vraag die gemeenten zichzelf zouden moeten stellen.’
Verbeterpunten zo snel mogelijk doorvoeren
De VNG benadrukt bij monde van een woordvoerder dat zij haar leden oproept tot behoorlijk invorderen. ‘We komen goede praktijkvoorbeelden tegen, maar ook zeker situaties waarin het beter kan. Het is van groot belang dat gemeenten blijven kijken naar verbeterpunten en deze zo snel mogelijk doorvoeren’, aldus de woordvoerder. ‘Het is natuurlijk onwenselijk wanneer de hulp van de ene afdeling teniet wordt gedaan door strikte naleving van een andere afdeling.’
Twee rollen zo min mogelijk laten knellen
Daaraan voegt de VNG-woordvoerder toe dat dit voor gemeenten soms eenmaal een onontkoombare situatie is. ‘Als gemeente ben je zowel verantwoordelijk om hulp te bieden, maar ook de regels te handhaven. Gelukkig zien we genoeg goede voorbeelden om die twee rollen zo min mogelijk te laten knellen in individuele situaties. Zo wordt er bij gemeentelijke belastingen gekeken naar eenvoudigere formulieren, proactief kwijtschelden en het niet meteen toepassen van dwanginvorderingen toepassen. In plaats van dat laatste wordt dan eerst de reden van het niet betalen achterhaald. Er is ook een aanpak ontwikkeld die helpt om te gaan met een terugvordering in situaties waar geen recht was van een uitkering, maar waarbij geen sprake was van fraude.’
Behoorlijkheidskader
Nationale Ombudsman Reinier van Zutphen concludeerde onlangs in een rapport dat overheden het schuldenaars door hun wijze van invorderen nog moeilijker maken om uit de schulden te komen. Op basis van een analyse van 2000 klachten heeft Van Zutphen een behoorlijkheidskader opgesteld met een aantal aanbevelingen die het leven voor schuldenaars iets makkelijker moeten maken. Overheden moeten zich ten eerste inspannen om verder schuldenopbouw te voorkomen. Dat kan door inwoners actief informeren over regelingen en voorzieningen, te ondersteunen bij het indienen van aanvragen en alert zijn op signalen die duiden op betalingsproblemen.
Duidelijke, persoonlijke communicatie
Ook benadrukt de Ombudsman het belang van duidelijke, en waar mogelijk persoonlijke communicatie met de schuldenaar. Die moet in duidelijke taal op zijn rechten en plichten gewezen worden. Zeker voor overheden overgaan op dwangvordering zouden zij persoonlijk contact met burgers moeten zoeken. Daarnaast zouden overheden op verzoek schriftelijke of digitale overzichten moeten leveren van schulden, verwerkte betalingen en verrekeningen en moet correspondentie vergezeld gaan met de naam en contactgegevens van een contactpersoon.
Onderscheid
Overheden worden door de Ombudsman opgeroepen vooral maatwerk toe te passen, bijvoorbeeld door aanvankelijk een kosteloze herinnering te sturen bij geen of een gedeeltelijke betaling en door onderscheid te maken tussen burgers die niet kunnen en niet willen betalen. Waar dwangincasso’s voor de laatste groep een geschikt middel kunnen zijn, vindt de Ombudsman een betalingsregeling passender in het geval van mensen die wel willen maar niet kunnen betalen. Boetes en verhogingen zouden in verhouding tot verschuldigde bedrag moeten staan.
Beslagvrije voet respecteren
De Ombudsman maant overheden om de beslagvrije voet te respecteren. Ten eerste door burgers te informeren van hun recht daarop. Daarnaast moet de overheid niet alleen bij regelingen maar ook bij vorderingen rekening houden met de beslagvrije voet. Als die onjuist is vastgesteld, moet de beslagvrije voet worden gecorrigeerd, en in schrijnende gevallen met terugwerkende kracht worden toegepast. Ook moet de overheid transparant zijn over de hoogte van de beslagvrije voet, gegevens waarop de hoogte gebaseerd is, en welk bedrag wordt ingehouden.
Geen incasso bij schuldhulpverlening
Overheden kunnen beter meewerken aan schulhulpverleningtrajecten door op verzoek van schuldenaars en hulpverleners binnen twee weken schuldenoverzichten te verstrekken, zich aan te sluiten bij de VISH (Verwijsindex Schuldhulpverlening), incasso’s op te schorten na aanmelding schuldhulpverlening en door mee te werken aan schuldenregelingen tegen finale kwijting.
Kritisch kijken naar uitbesteding
Overheden kunnen ook nog meer samenwerken met andere schuldeisende overheidsorganisaties bijvoorbeeld om vorderingen van bedragen te voorkomen waardoor het inkomen van een schuldenaar onder beslagvrije voet komt. Zij moeten beter informatie gaan uitwisselen via de VISH en het Digitaal beslagregister. Zolang uitwisseling er nog niet is, zouden overheden actief bij de burger moeten informeren naar andere lopende invordermaatregelen. Tot slot moeten overheden volgens de Ombudsman kritisch kijken naar de incassobureaus waar zij vorderingen uitbesteden. Met die bureaus moeten heldere afspraken worden gemaakt, waarbij wordt toegezien op naleving en overheden eindverantwoordelijk blijven. De plek waar burgers een klacht kunnen indienen, moet ook helder worden afgesproken. De ombudsman vindt dat er een einde moet komen aan de verkoop van vorderingen aan derden.
Iets zakelijker is prima, maar frauderen met gegevens om burgers in de hoek te zetten is een zeer kwalijke zaak, aangezien een burger zich zeer slecht kan verdedigen tegen liegende ambtenaren. Verder is kwalijk te noemen dat de meeste ambtenaren laf zijn en zich verschuilen achter hun meerdere en regeltjes.
Uit de praktijk is gebleken dat zeer veel frauderende ambtenaren vrijuit gaan, en de meeste fraude meldingen door burgers in de schredder verdwijnen, lees de Rijksrecherche rapporten.
Geen wonder dat de burger de ambtenaar niet moet en hem haar erbij lapt bij calamiteiten.
Respect miet je verdienen, dit lukt niet met het huidige ambtenaren gedrag.
Democratie? Laat me niet lachen.