Gemeenten akkoord met stroppenpot

Gemeenten hebben ingestemd met de zogeheten ‘stroppenpot’ voor gemeenten met grote tekorten op de jeugdhulp en Wmo. Gemeenten hebben massaal tegen de invoering van het Wmo-abonnementstarief gestemd.

Ieder de helft

Dat is woensdag duidelijk geworden tijdens de Algemene Ledenvergadering (ALV) van gemeentekoepel VNG. Bijna een op de vijf gemeenten stemde tegen het fonds tekortgemeenten, zoals de stroppenpot officieel heet, acht op de tien gemeenten stemden voor. Gemeenten met grote tekorten op de jeugdhulp en de Wmo kunnen een aanvraag bij dit fonds tekortgemeenten doen. Er is eenmalig 200 miljoen euro beschikbaar. De helft daarvan komt van het rijk, de andere helft dragen alle gemeenten bij.

Structureel

Onder meer de regio Holland-Rijnland heeft moeite met die eenmalige stroppenpot. ‘Het gaat bij ons om financiële problemen van structurele aard’, zo stelde wethouder Van Kempen (D66) van de gemeente Teylingen namens de regio, op de Algemene Ledenvergadering van gemeentekoepel VNG. De drempel om in aanmerking te komen voor een bijdrage uit het fonds is te hoog, aldus Van Kempen. ‘Het is niet reëel dat tekortgemeenten het fonds voeden terwijl ze er geen geld uit krijgen. We kunnen niet instemmen met het fonds.’

Aanzuigende werking

Ruim 96 procent procent van de gemeenten stemde tegen de invoering van het Wmo-abonnementstarief, waarbij een (uniforme) eigen bijdrage van 17,50 euro per vier weken voor Wmo-voorzieningen geldt. Het kabinet wil dat per 2019 invoeren. Gemeenten vrezen een aanzuigende werking, vooral wat betreft het beroep op de huishoudelijke hulp.