Gemeenten kennen hun kerken niet
Onlangs was ik in de Jan Luykenlaan in de Haagse naoorlogse wijk Moerwijk. Drie corporaties hebben er bezit. Dat betekent veel arme bewoners, waarvan een groot aantal met een migrantenachtergrond. In Moerwijk is lang geaarzeld met het opknappen van veel woningen, want moesten ze niet gesloopt worden?
Nu is de knop blijkbaar omgezet. Ik zag fraai gerenoveerde wooncomplexen. De karakteristieke binnentuinen van deze wijken krijgen binnenkort een opknapbeurt, zo ook andere publieke ruimten en trottoirs. Moerwijk grenst aan Het Haagse Zuiderpark waar ooit FC Den Haag, de voorganger van ADO Den Haag, speelde. Het voetbalstadion is al lang verplaatst, in de plaats daarvan ligt sinds kort een architectonisch imposant sportcomplex.
Met de fysiek-ruimtelijke investeringen lijkt het wel goed te komen in Den Haag Zuidwest, maar wordt er ook geïnvesteerd in de bewoners? Het is bekend: Nederland transformeert in de richting van een participatiesamenleving. Veel meer dan vroeger wordt gerekend op een grotere inbreng van burgers/bewoners. Zaken als zorg en omkijken naar elkaar, onderling contact, gezelligheid en ontmoeting worden meer en meer in handen gelegd van de bewoners en hun informele organisatie en netwerken.
In Moerwijk zie je iets dat op meer plaatsen zichtbaar is: de kerken spelen er op sociaal gebied een belangrijke rol. Aan de Jan Luykenlaan ligt de Marcuskerk waar een jonge predikante tal van sociale activiteiten ontplooit, o.a. in de vorm van een naast de kerk gelegen buurttuin. In een zijstraatje van de Jan Luykenlaan is ook een ‘kinderwinkel’ – ook een initiatief van de kerk - waar kinderen en tieners terecht kunnen voor allerlei activiteiten, zoals koken, huiswerk maken, muzieklessen en knutselen. In Moerwijk zien we een klassieke sociale infrastructuur verschralen en een informele religieuze infrastructuur er een tandje bijzetten op maatschappelijk gebied.
Wie de leefwereld van kwetsbare migrantengroepen binnenstapt, kan vaststellen dat de kerk voor veel van hen een belangrijke plaatst inneemt. Bedenk dat Nederland een relatief seculier eiland is in een mondiale zee van gelovigheid. De kerk staat migrantengroepen niet alleen spiritueel bij, maar juist ook maatschappelijk. Dat is niet alleen in Nederland het geval, maar ook in buurland België. De kerken vervullen daar, in de woorden van de Belgische antropoloog Blommaert, de functie van frontlijn-opvangnetwerk voor nieuwe en kwetsbare migranten. In deze kerken, vaak behuisd in winkels, ontmoeten ze niet alleen vriendelijke mensen, maar is er ook allerhande materiële hulp beschikbaar in de vorm van een logeerplek, goedkope huisraad, voedsel, kinderopvang en soms een baan. Platform31 heeft dat ook in een verkenning naar de maatschappelijke rol van religieuze organisaties voor de gemeente Rotterdam kunnen vaststellen. Veel migranten wenden zich niet tot klassieke welzijnsorganisaties, maar eerder tot kerken en religieuze organisaties met uiteenlopende vragen voor ondersteuning, zoals bij relatie- en opvoedingsproblemen, huiswerkklassen voor hun kinderen en voor administratieve en materiële hulp.
De Rotterdamse verkenning leerde dat traditionele protestantse en katholieke kerken aan het uitsterven zijn. Hun actieve ledental neemt dramatisch af, ze bestaan bij de gratie van zeventig en tachtig jaar oude vrijwilligers, en hun diaconale fondsen en armenfondsen drogen op. De jeugdige vitaliteit, concludeerden we, zit vooral bij de migrantenkern (Evangelische kerken en Pinkstergemeentekerken) en bij de moskeeën. Platform31 heeft de Rotterdamse verkenning naar de maatschappelijke rol van religieuze organisaties nu verplaatst naar de gemeente Amsterdam. Eén van de interessante ontdekkingen daar is de opkomst van jeugdige christelijke leefgemeenschappen in verschillende Amsterdamse wijken vanuit de ‘witte’ protestantse kerk. Tot de verbeelding spreekt het Kleiklooster in de Amsterdamse Bijlmer; de kleine gemeenschap brouwt ook kloosterbier. Deze gemeenschap is evenals de andere gemeenschappen wars van bekeringspraktijken, ze hebben zich in een flat in de Bijlmer genesteld omdat ze een positieve maatschappelijke rol wil vervullen voor buurtbewoners. Ook de predikante van de Haagse Marcuskerk kan je tot deze nieuwe jeugdige generatie rekenen.
Ambtenaren en gemeentebesturen hebben maar beperkt zicht op wat zich afspeelt binnen het zeer diverse palet aan kerken en moskeeën in hun gemeente. Dat komt o.a. omdat veel gemeenteambtenaren tot een generatie behoren die zich – het geldt ook voor mijzelf – in hun jeugd hebben ontworsteld aan de kerk. Van die religieuze wereld zijn ze vervreemd. Tot op zekere hoogte is het goed dat de kerken/religieuze organisaties en overheden op enige afstand van elkaar staan, maar die afstand moet niet tot onbegrip, onverschilligheid en onbekendheid leiden. Er ligt een opgave om bruggen te slaan en de kennis over de maatschappelijke rol van religieuze organisaties te actualiseren. Juist in het licht van de gewenste participatiesamenleving is het belangrijk daarover adequaat geïnformeerd te zijn.
Radboud Engbersen
Reacties: 6
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.