Gemeenten verzaken zorgplicht bij huisuitzetting
Gemeenten doen te weinig om huisuitzettingen te voorkomen. Ze verzaken vaak hun plicht om eerst voor een stabiele woonoplossing te zorgen.
Nationale Ombudsman Reiner van Zutphen en Kinderombudsman Margrite Kalverboer dringen aan op wetgeving die gemeenten dwingt om te zorgen voor fatsoenlijke alternatieve huisvesting, in plaats van houtje touwtje-oplossingen. De impact op sociale grondrechten zou in de wet centraal moeten staan.
Tijdelijke woonoplossingen
Behoorlijke huisvesting is een fundamenteel mensenrecht, benadrukt Van Zutphen. Gezinnen worden nu vaak zelf verantwoordelijk gemaakt voor het vinden van stabiel onderdak. Ze moeten terugvallen op het eigen netwerk, maatschappelijke opvang, tijdelijke huur, anti-kraak of sloopwoning. Soms moeten ze illegaal wonen, op een vakantiepark of in onderhuur, zonder huurbescherming. Als gemeenten wel te hulp schieten, belanden gezinnen vaak langdurig in allerlei tijdelijke woonoplossingen. De overheid realiseert zich dit volgens hem onvoldoende en voldoet daarmee niet aan haar zorgplicht.
Alternatieve huisvesting
De ombudsmannen onderzochten vorig jaar onderzoek de problemen die gezinnen bij huisuitzetting ervaren, naar aanleiding van klachten en signalen. Huisuitzettingen zijn meestal het gevolg van huurachterstand, overlast of (drugs)criminaliteit. Ze zijn niet verboden, maar moeten gedurende het hele huisuitzettingsproces voldoen aan mensen-en kinderrechtelijke verplichtingen. Zo mag een huisuitzetting nooit leiden tot dakloosheid en niet eerder plaatsvinden dan dat er zicht is op geschikte, alternatieve huisvesting.
Willekeur en ongelijkheid
In hun rapport wijzen de ombudsmannen erop dat mensen- en kinderrechtelijke verplichtingen onvoldoende in (lokale) regelgeving en beleid verankerd zijn. Vaak is het een kwestie van pech of geluk. Burgers zijn aangewezen op de kennis en inzet van individuele ambtenaren en hulpverleners en van lokaal beleid. Dit leidt tot lokale willekeur, ongelijkheid en uitsluiting. De ombudsmannen adviseren gemeenten verplichtingen uit het mensen- en kinderrechtenkader als richtlijn te nemen voor huisuitzettings-processen.
Grondoorzaken aanpakken
Bij dreigende huisuitzetting moeten naar de mening van de ombudsmannen eerst de grondoorzaken worden aangepakt, zoals armoede en psychische problematiek. In alle gevallen dient het welzijn van kinderen beschermd te worden. Verder moeten gezinnen die worden getroffen door huisuitzetting rechtsbescherming krijgen, evenals toegankelijke informatie over rechten en plichten én onafhankelijke cliëntondersteuning.
Meer preventie
In het rapport wordt geconstateerd dat het aantal huisuitzettingen vanwege huurachterstanden de laatste jaren afnam en dat door zowel de overheid als corporaties meer energie wordt gestoken in preventie. Daar tegenover staat dat het vinden van behoorlijke huisvesting door de wooncrisis stukken moeilijker is en meer gezinnen in de knel komen als gevolg van de inflatie en hoge energieprijzen. Als gemeenten tijdig worden ingeseind door verhuurders, kunnen zij sneller een passend hulpaanbod doen.
Het aantal ontruimingen daalde van 5.520 in 2015 naar 1.400 in 2021. Volgens woningcorporaties is bij ontbindingen van de huurovereenkomst in 57 procent van de gevallen sprake van een gedwongen huisuitzetting. In 58 procent van de uitgevoerde was sprake van huurschuld en in 16 procent overlast. In 8 procent van de gevallen speelde drugsproblematiek. Tijdens de coronacrisis gold een huisuitzettingsverbod. Inmiddels heeft minister De Jonge (Volkshuisvesting) afspraken gemaakt met de VNG, verhuurdersorganisaties en brancheverenigingen, die hier op voortbouwen.
Alle bewoners op straat
Een bijzondere categorie huisuitzettingen zijn de drugsgerelateerde. Gemeenten maken daarbij vaak gebruik van de zogeheten ‘Wet Damocles’ (Opiumwet artikel 13B). Burgemeesters kunnen (tijdelijk) een woning sluiten waarin een handelshoeveelheid cannabis of hennepplantage is aangetroffen. Bij sluiting van de woning staan álle bewoners op straat, niet slechts de vermeende drugshandelaar. Mede om die reden zou de Wet Damocles volgens de ombudsmannen pas ingezet mogen worden als laatste remedie.
Gemakzucht
Uit gemakzucht of bij een zero tolerance-opstelling vallen gemeenten vaak terug op deze bestuursrechtelijke sanctie. De rechter hoeft er dan niet aan te pas te komen en overlast hoeft niet te worden aangetoond. Volstaan kan worden met een politierapportage. Dit terwijl ook eerst een last onder dwangsom opgelegd zou kunnen worden, gericht op tegengaan van herhaling. Vaak volgt op tijdelijke sluiting ontbinding van de huurovereenkomst en staan de bewoners op straat. De ombudsmannen vinden dat ingrijpen met de Wet Damocles in de hand uitsluitend als laatste remedie moet gebeuren. Aan rechters vragen zij om bij elke vordering tot ontbinding van een huurovereenkomst na te gaan of er kinderen bij zijn betrokken in de zaak.
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.