Gemeenten bereiken nieuwe Wmo-doelgroep onvoldoende
Gemeenten hebben onvoldoende contact met de nieuwe doelgroepen die per 1 januari 2013 onder de Wmo vallen, zo blijkt het een onderzoek onder cliëntenraden.
Veel gemeenten en Wmo-raden en bereiken de nieuwe cliëntgroepen die met de decentralisatie van de AWBZ onder de Wmo vallen onvoldoende. 60% van de Wmo-raden vindt dit een knelpunt. Hierdoor hebben zij geen duidelijk beeld waar in het decentralisatieproces aandacht aan moet worden besteed.
Aan de slag
Dit blijkt uit het onderzoek ‘Cliëntenparticipatie in de voorbereiding van de AWBZ-transitie’ van MOVISIE en de Koepel Wmo-raden. Uit het onderzoek blijkt dat de meeste gemeenten aan de slag zijn gegaan met de transformatie van de functie begeleiding, ondanks de vertraging die is ontstaan door de val van het kabinet. Zowel gemeenten als Wmo-raden zijn op zoek naar signalen van de nieuwe cliënten. Uit het onderzoek blijkt dat 60% van de Wmo-raden zegt dat het moeilijk is om in contact te komen met de nieuwe doelgroepen. Als belangrijke oorzaak wordt genoemd dat ‘vertegenwoordigers’ van deze nieuwe doelgroep geen zitting hebben in de Wmo-raden en de Wmo-raadsleden het moeilijk vinden om hen op andere manieren te bereiken. Ook gemeenten worstelen hiermee, maar proberen via informatiebijeenkomsten en werkbezoeken de cliënten in beeld te krijgen.
Informeel karakter
Een andere oorzaak is dat veel contacten tussen gemeente en Wmo-raden en een groot deel van de contacten van Wmo-raden met cliënten een informeel karakter hebben. Wmo-raden maken veel gebruik van het eigen netwerk van de raadsleden en met gemeenten wordt veel in de wandelgangen besproken.
Controleren en adviseren
Bovendien komt uit het onderzoek naar voren dat Wmo-raden verschillende opvattingen hebben over de rol die zij ten opzichte van de gemeente willen aannemen. 40 procent van de Wmo-raden wil zich alleen toeleggen op het controleren en adviseren van de gemeente en heeft daarmee een reactieve houding. Voor de overige 60 procent van de raden is het niet genoeg om alleen te reageren op beleid. Zij zien voor zichzelf een meer proactieve rol in de beleidsvorming.
Extra tijd
Uit het hele onderzoek blijkt gemeenten en Wmo-raden de tijd die door de vertraging van de transitie is ontstaan goed kunnen benutten om te investeren in de contacten met de nieuwe doelgroepen. Dit kan het beleid en de uiteindelijke uitvoering sterk ten goede komen.
Het onderzoek ‘Cliëntenparticipatie in de voorbereiding van de AWBZ-transitie’ is hier te downloaden.
als je iets wil weten, bijv WMO, heb je allerlei kanalen. Gemeentewinkel, huisarts, juridisch loket.
Als je zelf niet zo "vlotgebekt"bent , kun je iemand meevragen: familie, buren enz'.