Geen schuldenaar meer op straat
Met een huisuitzetting vanwege huurachterstand is snel 10.000 euro gemeentegeld gemoeid. En is het leed van de schuldenaar bepaald nog niet voorbij. Betere samenwerking tussen woningcorporatie en gemeente kan veel ellende voorkomen. ‘Als je de opvang vult met schuldenaars, los je bestaanszekerheidsproblemen op met zorggeld.’
Te veel zorggeld gaat op aan armoedeproblematiek
‘In het Engels heb je twee woorden voor het concept schuld; ‘guilt’ voor het morele concept en ‘debt’ voor het financiële concept. In het Nederlands hebben wij voor beide maar één woord. Dit zegt veel over de manier waarop wij in Nederland met schulden en schuldenaars omgaan. Eigen schuld, dikke bult. De manier waarop we over zaken spreken, bepaalt voor een groot deel hoe we erover denken’, filosofeert Tweede Kamerlid René Peters (CDA), lid van de Commissie Sociale Zaken en Werkgelegenheid in zijn Haagse werkkamer. In plaats van die kille, calvinistische notie van schuld, mogen we best wat meer denken in termen van vergiffenis, zegt Peters met een knipoog naar zijn roomse roots.
De Tweede Kamer nam, met uitzondering van FvD en de PVV, eind vorig jaar een drietal moties van de hand van Peters aan die gemeenten, de drie betrokken ministeries en woningcorporaties oproept tot een actieplan tegen huisuitzettingen bij schulden. De harde cijfers laten zien dat er veel werk aan de winkel is. Ruim drieduizend Nederlanders raakten in 2017 huis en haard kwijt door een huurachterstand (zie graphic pagina 32). Verergering van schulden, gezondheidsproblemen, stress, psychische klachten en sociaal isolement maken het na een huisuitzetting nog lastiger om uit het dal te klimmen. Ondertussen wordt de kans dat schuldeisers een cent terugzien nihil. Gemeenten draaien op voor de kosten van maatschappelijke opvang, schuldhulpverlening en – in de schrijnende gevallen waarbij er kinderen in het spel zijn – kostbare jeugdzorgtrajecten.
Voorkomen is dus beter dan genezen. ‘Veel gemeenten hebben daarom al afspraken met woningcorporaties’, vervolgt Peters. ‘In Oss [waar Peters tot 2017 wethouder sociale zaken was, red] hebben wij afspraken met Brabant Wonen. Die corporatie belt de gemeente als er sprake is van een huurachterstand en dan zet de gemeente hulp in. Daardoor is het aantal huisuitzettingen als gevolg van schulden al flink afgenomen. Zo ken ik door het land verspreid nog tal van voorbeelden. Dat is allemaal leuk en aardig, maar er moet op landelijk niveau voor worden gezorgd dat dergelijke afspraken in alle gemeenten worden gemaakt. Nu hebben drie van de tien gemeenten die nog niet.’
Weghalen stressfactor
Peters heeft een tweeledig alternatief voor ogen. ‘Er zou een soort van laatste- kans-curatele door de gemeente in de wet moeten worden verankerd. Op het moment dat een woningcorporatie naar de rechter gaat om iemand uit zijn huis te zetten, zou de rechter die mogelijkheid moeten kunnen bieden. Dat is een drangmaatregel; het is dan niet meer vriendelijk maar beter dan dat iemand met gezin en al op straat komt te staan.’
Het hoeft volgens Peters geen dure maatregel te zijn. ‘Iemands uitkering wordt op een rekening van de gemeente gestort. Die regelt dat de huur, ziektekosten, gas, water en licht en internet- en telefoonrekening worden betaald. Daarnaast houdt de persoon in kwestie 50 euro leefgeld per week over. Toegegeven, daarmee wordt iemands schuldenproblemen niet verholpen, maar je haalt een stressfactor weg waardoor mensen weer ruimte in hun hoofd hebben om zich weer overeind te werken.’
Naast de laatste-kans-curatele wil Peters de maatschappelijke opvang betrekken bij de doelgroep van schuldenaars die het dak boven hun hoofd dreigen kwijt te raken. ‘Als daar íéts nuttig aan is, dan zijn dat de trajecten. Daarbij worden iemands problemen in kaart gebracht en wordt gewerkt aan een zinvolle dagbesteding. Waarom zou je die trajecten niet bij mensen thuis aanbieden, voordat zij op straat belanden? Dat betekent heel veel minder ellende voor de doelgroep en veel lagere kosten voor de gemeenten. Er gaan nu onnodig bakken aan zorggeld op aan bestaanszekerheidsproblematiek. Pak die problemen nu eens bij de wortel aan, zou ik zeggen. Als je met cliënten in de opvang praat over hun problemen, en die vervolgens afpelt, komt de essentie doorgaans neer op een beperkte zelfredzaamheid en geldproblemen.’
Ommezwaai
De gemeente Zeist maakte in december ambitieuze prestatieafspraken met woningcorporaties (zie kader). Doelstelling: in 2019 geen Zeistenaar meer op straat vanwege schulden. ‘Ik ben hiermee begonnen toen ik onze cijfers over huisuitzettingen door schulden zag’, zegt wethouder Laura Hoogstraten (werk en inkomen, bestaanszekerheid en wonen, GroenLinks). ‘Iemand uit zijn huis zetten vanwege schulden is eigenlijk het paard achter de wagen spannen. Diegene belandt vervolgens in de opvang of op straat en wordt misschien zelfs ziek. Wat is dan duurder, de kosten dáárvan of het kwijtschelden van een huurschuld?’
Wie denkt dat schulden in het rijke, deftige Zeist geen probleem zijn, gaat er volgens de wethouder aan voorbij dat er niet enkel villa’s in de lommerrijke Utrechtse gemeente staan. Zo is er de wijk Vollenhove, met veel sociale woningbouw en grootstedelijke problematiek. ‘Er bevinden zich daar ook meerdere ggz-instellingen waarvan de uitgestroomde cliënten regelmatig in de buurt blijven hangen. Wij hebben 174 nationaliteiten in onze gemeente. Die diversiteit is prachtig, maar brengt ook uitdagingen met zich mee.’ De afspraken die huisuitzettingen moeten voorkomen, zijn onderdeel van een bredere ommezwaai in het sociale beleid van Zeist, legt Hoogstraten uit. ‘Wij willen op casusniveau gaan bekijken hoe het komt dat iemand vast zit en wat iemand nodig heeft. En daarna pas uit welk potje het geld moet komen. Omdenken in plaats van bureaucratie.’
De belangrijkste afspraak tussen de gemeente en de plaatselijke woningcorporaties is simpel. Zodra er sprake is van een huurachterstand gaat er een telefoontje naar de gemeente. ‘De huur is doorgaans de laatste rekening die niet betaald wordt’, aldus Hoogstraten. ‘Die mensen zijn vaak al in beeld bij het wijkteam of de regionale sociale dienst. Wie langsgaat, is afhankelijk van wie al bij de cliënt betrokken is. Die hulpverlenende instantie gaat met de cliënt in gesprek over de hulp die nodig is. Dat kan formulierenhulp zijn, maar ook budgetbeheer, schuldhulpverlening, en in de ergste gevallen na tussenkomst van de rechter beschermingsbewind.’
Moreel risico
Een veelgehoord argument tegen de prestatieafspraken is het zogeheten moreel risico dat ervan uit kan gaan. Daar wijst ook de tegenstem van FvD in de Tweede Kamer op. ‘Bij huisuitzettingen is er vaak is er al enorm veel coulance en geduld geweest met de betreffende huurder. FvD is geen voorstander van het opzetten van instrumenten als vroegsignaleringsprogramma’s en gemeentelijke pamperclubjes die in het leven worden geroepen om gemeenten te dwingen nóg meer maatschappelijke hulpverleners in te huren dan er al zijn’, aldus woordvoerder Jeroen de Vries.
‘Toen wij het persbericht getiteld ‘Geen huisuitzettingen door huurschuld’ uitstuurden, hebben we ons hier even bedacht of die kop wel verstandig was’, bekent wethouder Hoogstraten die daarop de vlucht naar voren neemt. ‘Uiteindelijk bedacht ik me: stel dat er iemand belt met de mededeling dat hij of zij geen huur meer betaalt omdat er toch geen consequenties volgen, dan weten wij als gemeente direct dat er op dat vlak problemen spelen en dan gaan we er gewoon langs.’
De gesprekken met woningcorporaties om tot de afspraken te komen waren volgens Hoogstraten niet bijster ingewikkeld. ‘Uiteindelijk hebben zij hetzelfde belang. Zij willen ook niet dat huurders schulden maken, en willen ook dat de woningen die zij verhuren en de omgeving leefbaar zijn en blijven. De kwetsbare groep die met ingewikkelde problematiek kampt, woont nu eenmaal vaak in sociale huurwoningen en dat beseffen de corporaties ook.’ Een van de weinige meningsverschillen ging over het innen van de huur. ‘De corporaties wilden graag dat die automatisch van de bijstandsuitkering worden afgeschreven. Dat staan we bij hoge uitzondering toe maar om daarvan de standaard te maken, gaat mij te ver.’
Bij alle afspraken plaatst Hoogstraten één kanttekening; wie verwijtbaar uit huis dreigt te worden gezet, hoeft niet te rekenen op clementie. ‘Met verwijtbaarheid doelen wij bijvoorbeeld op het houden van een wietplantage, illegale prostitutie en andere zaken die niet met wonen te maken hebben’, verklaart Hoogstraten. ‘Die verwijtbaarheidsclausule is ook een handige stok achter de deur. Een dreigement is soms genoeg om een gedragsverandering af te dwingen. Hoofdzaak is dat we er vanaf moeten dat mensen die het al zwaar hebben verder de grond in worden getrapt. Een klein steuntje in de rug is makkelijker en effectiever’ aldus de wethouder. ‘En leuker.’
Ook Peters erkent dat niet iedereen kan worden geholpen. ‘Wie niet door de rechter een gevaar voor zichzelf of zijn omgeving wordt bevonden, kan je niet gedwongen helpen. Er zullen altijd mensen zijn die hulp weigeren.’
Hij benadrukt dat er met de uitzettingen vooral schade wordt aangericht, en niet alleen bij de schuldenaar in kwestie. ‘Vooral als er kinderen in het spel zijn, is een huisuitzetting traumatisch. Daarnaast kost een huisuitzetting zelf de belastingbetaler al tussen de 7.000 en de 10.000 euro, en maatschappelijke opvang vervolgens ook nog tussen de 45.000 en de 75.000 euro per jaar. Het toppunt van absurditeit is dat iemand na uitstroom bij de maatschappelijke opvang weer terugkomt in de sociale huurwoning waar men is uitgezet. Da’s toch raar?’
Zeist maakt prestatieafspraken
In de prestatieafspraken tussen Zeist, woningbouwcorporaties en huurdersverenigingen is afgesproken dat gemeente en corporaties samenwerken met sociaal raadslieden. Zij verrichten een inkomenscheck bij huurders met betalingsproblemen waarbij wordt gekeken naar het gebruik van minimaregelingen, toeslagen en de belastingaangifte. Corporaties moeten dit jaar 150 huurders voordragen voor zo’n inkomenscheck. Gemiddeld levert die huurders 500 euro per jaar op.
Corporaties gaan daarnaast vroegtijdig in gesprek bij problemen met de betaling van de huur. Na signalering wordt een passende gemeentelijke hulpinstantie betrokken bij het zoeken naar een oplossing voor de huurder in kwestie. Huurders die nog geen betalingsproblemen hebben maar ‘beperkt in staat zijn regie te voeren over het eigen huishouden’, worden door de corporaties actief naar budgetadvies verwezen bij een ‘niet pluisgevoel’. In bepaalde individuele gevallen zal de huur direct worden verrekend met de bijstandsuitkering. Daarbij gaat speciale aandacht uit naar statushouders.
Gemeente en corporaties maken verder gezamenlijk geld vrij voor de verduurzaming van sociale huurwoningen. De vaste lasten die bewoners aan energie kwijt zijn, moeten zo worden teruggebracht. Daarmee wil Zeist ook de realisatie van haar klimaatambities voor 2030 dichterbij brengen.
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.