Geen regels voor topinkomens in Bergen op Zoom
Het college van Bergen op Zoom wil geen lokale regeling treffen waarmee topinkomens bij gesubsidieerde instellingen kunnen worden aangepakt.
Subsidieverordening
In een motie droeg de raad het college in maart op om de lokale subsidieverordening aan te passen. Instellingen die gemeentelijke subsidie willen ontvangen, zullen zich moeten houden aan de inkomensnorm voor topverdieners in de (semi-) publieke sector. Als bestuurders meer verdienen dan de Balkenendenorm van 193.000 euro, wordt hun instelling met het bedrag van de overschrijding gekort op de subsidie. Dat wil althans de raad.
Valt wel mee
Het college ziet daar niets in, blijkt uit een brief die burgemeester en wethouders deze week aan de gemeenteraad verstuurde. Extra regels geven administratieve rompslomp en zijn niet nodig; landelijke wet- en regelgeving is afdoende en in Bergen op Zoom valt het met de topinkomens nogal mee.
Eenmalig
Alleen de plaatsvervangend regionaal commandant van de Veiligheidsregio overschreed eenmalig de norm. Wel zijn er drie zorginstellingen waar een bestuurder meer krijgt betaald dan de Balkenendenorm. Maar zij vallen onder de Beloningscode Bestuurders in de Zorg, aldus het college.
Wetsvoorstel
Het aanpakken van de topinkomens in de publieke sector wordt landelijk afdoende geregeld, vindt Bergen op Zoom. In de Tweede Kamer ligt het wetsvoorstel ‘Normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector’ (WNT). Zodra dat in werking treedt, kunnen bestuurders en hoogste leidinggevenden van instellingen die (deels) door de overheid zijn gefinancierd aan de norm worden gehouden – ook op lokaal niveau.
Inwoners de dupe
Het college vreest dat inwoners de dupe worden van extra regels in de subsidieverordening. Aangezien de gemeente geen zeggenschap heeft over het inkomen van een bestuurder – dat is immers in een arbeidscontract vastgelegd – is het onmogelijk om een strafkorting op de subsidie af te wentelen op de bestuurder. Het zal ten koste gaan van de activiteiten van de instelling, denken B en W.
Laatste woord
De Partij van de Arbeid, indiener van de motie, is teleurgesteld. ‘Als gemeente kun je hiermee duidelijk maken wat wij een maatschappelijk aanvaardbaar salaris vinden. Die wens is raadsbreed gesteund, maar een duidelijk statement van het college ontbreekt’, zegt fractieleider Adriënne Veraart. ‘Het laatste woord is er nog niet over gesproken.’
De PvdA had denk ik echter een andere agenda: zij willen gewoon met publiekrecht dingen afdwingen bij andere bedrijven. En dat doet vermoeden dat de socialistische schoenmaker niet meer bij zijn leest blijft.
Overigens, weer die discussie over het loon... ik zou liever een discussie zien over de prestaties in relatie tot het loon. Iemand die weinig verdient maar er een potje van maakt is nog steeds zijn salaris niet waard. En andersom, iemand die voor mijn part €4 ton per jaar verdient maar dit ook waarmaakt, dan betaal ik graag mijn belastingdeel aan zijn/haar salaris.
Het gaat er om of iemand duur is of niet (dus de prijs relateren aan het nut van de functie/persoon).
Voor een A-product betaal ik graag een hogere prijs mits de kwaliteit in even redelijke mate omhoog is gegaan. Dus iets kan veel geld kosten en toch niet duur zijn. En daar zou de discussie om moeten gaan bij salarissen in de publieke sector.