Geen cent teveel
Steeds meer medewerkers binnen de jeugdhulp houden zich bezig met offertes maken. Met registratie. De administratieve last groeit de pan uit.
Gemeenten willen gerichter zorg inkopen, om zo beter het gezin te helpen. Een mooi streven. Toch vraag ik me hardop af of de aanbesteding het meest geschikte middel is. Ik vind het vreemd dat er vanuit de samenleving of gemeenteraden nog geen vraag is gesteld over wat de effecten zijn van een aanbesteding. En wat een aanbesteding kost, zowel aan de kant van de jeugdhulporganisaties als aan de kant van gemeenten.
Terwijl diezelfde gemeenten wel fors moeten korten op het budget. Misschien komt dat omdat wij als bestuurders het niet aandurven om bepaalde uitwassen van sommige aanbestedingen te communiceren. Met de vakantie net achter ons merk ik dat ik behoefte heb om te reflecteren op de afgelopen periode. Een spannende periode, want veel jeugdhulporganisaties zaten en zitten nog steeds midden in aanbestedingsgesprekken.
Ik begin me inmiddels een beetje te schamen. Het zou moeten gaan over een nog betere samenwerking. Snellere jeugdhulp, dicht bij het gezin. Maar steeds meer medewerkers binnen de jeugdhulp houden zich bezig met offertes maken. Met registratie. De administratieve last groeit de pan uit. Zowel jeugdhulporganisaties als gemeenten betalen bakken met geld aan adviseurs en juristen. Aan beide kanten neemt de administratie inmiddels een schaamtevolle omvang aan.
Om de kwaliteit van zorg te verbeteren en om mensen beter te helpen, zou er gerichter ingekocht moeten worden. Een goede zaak. En hoe raar het ook klinkt, ik ben een beetje van de aanbesteding gaan houden. Omdat het eveneens een middel kan zijn om je diensten scherp te profileren. Effectiever handelen, afrekenen aan de hand van bepaalde prestaties, ik ben er helemaal voor. Ook als dat betekent dat we soms afscheid moeten nemen van bepaalde hulpvormen.
En er zijn gemeenten die het instrument aanbesteding goed weten in te zetten. Die vooral kijken: wat is er nodig in mijn gemeente. En vervolgens samen met zorgpartners en cliënten om de tafel gaan. Zij bijten zich niet vast in de regels, ze gebruiken de regels om verder te komen. Toch heb ik nog niet gezien dat aanbesteding leidt tot verbetering van samenwerking. Dat kan ook helemaal niet in deze fase. We zijn elkaars concurrenten, dus we zijn niet bezig met het intensiveren van de bestaande samenwerking. Sterker nog, sommige prille vormen van samenwerking worden weer teniet gedaan. We zijn eerder aan het vechten voor eigenbelang. Ik ben daarom blij dat ook de staatssecretaris heeft aangegeven dat een aanbesteding niet voor iedere vorm van zorg noodzakelijk is.
De hele situatie baart me zorgen. Niet alleen die extreem hoge kosten, maar alles wat nu afleidt van aandacht voor de inhoud. Het is een taboe om hier open over te praten en van te leren. Het zou getuigen van bestuurlijk lef om hier wel open over te zijn. Want als we dat doen zie ik een enorme kans. Wij zijn wakker geschud en we zien de komende periode de effecten van de aanbestedingen op de inkoop. Laten we dus ophouden met het mopperen buiten de vergadertafels om. Stop met het verspillen van geld en het faciliteren van adviesbureaus. En zet het fors gereduceerde zorgbudget dat de gemeente heeft, op de juiste manier in.
We staan voor een enorme uitdaging. Er moet geïnnoveerd worden in de praktijk. Laten we afstand nemen van het wensdenken en het elkaar na-papegaaien. Laten we vooral in positieve zin met elkaar op zoek gaan naar oplossingen. Nu ik de aanbestedingsterreur wat van me heb afgeschud, kan ik mijn aandacht weer vol richten op het vinden van een passende oplossing voor jongeren, ouders, gezinnen. In plaats van vijf keer een crisisopname en zes keer doorverwijzen. Laten we hier de aanval op openen in 2018. Want daar ligt onze gezamenlijke verantwoordelijkheid naar cliënten.
Hans du Prie
Meer columns van Hans du Prie leest u hier.
Ik ben van mening dat zowel instellingen als ook Gemeenten nog een weg te gaan hebben naar goede betaalbare zorg met minder administratie druk.