Advertentie
sociaal / Nieuws

Geen benul van aantal zwerfjongeren

Is er voldoende opvang voor zwerfjongeren? Niemand weet het, want niemand weet hoeveel jongeren zwerven, blijkt uit een rapport van de Algemene Rekenkamer.

28 december 2009

De instanties en organisaties die zich met zwerfjongeren bezighouden, hanteren allemaal andere definities en kunnen het maar niet eens worden over een algemene definitie. De Algemene Rekenkamer waarschuwt in het rapport Opvang Zwerfjongeren 2009, dat vorige week verscheen, dat dit de hulp aan zwerfjongeren in de weg staat. Omdat niemand weet hoeveel het er precies zijn, is het moeilijk te zeggen of de hulp die er is, voldoende is.

 

De ontwikkeling en monitoring van beleid blijft haperen als de partijen het niet snel eens worden. In een eerder rapport schatte de Rekenkamer het aantal zwerfjongeren op ongeveer 6000, maar nu wagen de onderzoekers zich niet meer aan het noemen van een aantal. De registratie loopt zo uiteen dat een algemeen beeld eigenlijk niet te geven is.

 

Al in 2007 constateerde de Rekenkamer, die al sinds 2002 op eigen initiatief onderzoek doet naar de problematiek van zwerfjongeren, dat het gebrek aan een eenduidige definitie voor problemen zorgde. Er is sinds 2004 wel een definitie (jongeren tot 25 jaar met meervoudige problematiek die dakloos zijn of in de opvang verblijven), maar die wordt niet consequent gehanteerd. Sommige instanties gebruiken bijvoorbeeld een andere leeftijdsgrens of tellen iemand pas mee na een bepaalde tijd in de opvang. Zo is het een discussiepunt of een jongere die al in de 24-uursopvang zit, nog moet meetellen als dakloze.

 

Ook zijn gemeenten en jeugdzorg het niet eens over de vraag wie verantwoordelijk is voor zwerfjongeren onder de 18 jaar. Na het rekenkamerrapport in 2007 dwong de Tweede Kamer het kabinet met een nieuwe definitie te komen. Die moest een einde maken aan ‘afschuifgedrag’ tussen instanties die zwerfjongeren van het kastje naar de muur bleven sturen. Dat was begin 2008, en oplevering van het onderzoek was gepland voor het eind van dat jaar. Maar het is nu eind 2009, en er is nog steeds niks, constateert de Rekenkamer geïrriteerd. De verschijningsdatum is al verschillende keren uitgesteld.

 

Ingewikkeld

 

In een reactie laten minister André Rouvoet voor Jeugd en Gezin en staatssecretaris Jet Bussemaker van Volksgezondheid, Welzijn en Sport weten dat een onderzoeksbureau eraan werkt om met betrokken partijen (waaronder gemeenten, de Federatie Opvang en zorgaanbieders) tot overeenstemming te komen. Maar ‘dat blijkt ingewikkeld’, schrijven ze. ‘De discussie is nog niet afgerond.’ Wel denken ze dat dit in de eerste helft van het komend jaar zal gebeuren. De suggestie van de Algemene Rekenkamer om desnoods zelf maar een definitie op te stellen, wijzen de bewindslieden van de hand. Dat zou niet effectief zijn omdat ze draagvlak bij degenen die met de definitie moeten gaan werken van groot belang achten.

 

De Rekenkamer signaleert in haar laatste rapportage ook enkele positieve ontwikkelingen. Het aantal centrumgemeenten dat voorzieningen speciaal voor zwerfjongeren biedt, is gestegen. Van de 43 centrumgemeenten hebben er nu 23 voorzieningen, van preventie tot opvang en nazorg. Al hebben ze lang niet allemaal alle vormen van hulp, iets dat de Rekenkamer wel nodig vindt. Ook is het aantal opvangplaatsen in pensions toegenomen, van 250 in 2002 tot 600 nu, en doen steeds meer gemeenten onderzoek naar de problematiek van zwerfjongeren binnen hun grenzen.

 

Maar de Rekenkamer besluit wel met een kanttekening. Dat de voorzieningen er zijn, betekent niet dat het genoeg is, en het zegt ook niets over de kwaliteit en of opvang op tijd beschikbaar is. Er gebeurt dus van alles, en de bestuurlijke aandacht groeit, maar een algemeen beeld over de effectiviteit van dat alles ontbreekt. ‘Wij zien weliswaar dat de sluitende keten een stapje dichterbij komt, maar zijn teleurgesteld over het tempo waarin dat gebeurt’, aldus de onderzoekers van de Rekenkamer.

 

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie