Advertentie
sociaal / Nieuws

Fonds wil kunst 'van onderop'

Nederlanders moeten zelf meer doen aan cultuur, zoals zingen in een koor of een cursus beeldhouwen. Het nieuwe landelijke cultuurfonds trekt er miljoenen voor uit.

08 februari 2008

De cultuurparticipatie van burgers moet vanaf 2009 jaarlijks met 1 procent toenemen. Dit is de belangrijkste doelstelling in het advies van het nieuwe programmafonds cultuurparticipatie. Kwartiermaker Jaap Dijkstra presenteerde zijn aanbevelingen vorige week aan minister Plasterk (Cultuur, PvdA).

 

Provincies en gemeenten hebben de opdracht de culturele instellingen in hun gebied te stimuleren om vaker samen te werken met scholen. Ook moet er meer aandacht zijn voor initiatieven die 'van onderop' ontstaan, bijvoorbeeld in de wijken. Door te focussen op cultuureducatie, amateurkunst en volkscultuur moet het lukken om meer burgers aan cultuur te laten doen, oppert Dijkstra in zijn advies. Die nieuwe 'missie' is het vervolg op het bestaande Actieplan Cultuurbereik, dat eind 2008 afloopt.

 

Het programmafonds cultuurparticipatie krijgt een budget tussen de 25 en 30 miljoen euro op jaarbasis en zal daarmee één van de grotere publieke fondsen zijn in Nederland. Het nieuwe fonds vervangt bestaande regelingen als de regelingen cultuureducatie en amateurkunst van het Fonds amateurkunst en podiumkunsten (Fapk), en de regeling cultuureducatie van het Mondriaanstichting. De instellingen op het gebied van amateurkunst en cultuureducatie die op dit moment nog een meerjarige subsidie ontvangen van het ministerie van OCW, moeten in het vervolg ook aankloppen bij het nieuwe fonds. De bestaande regeling dat het rijk steden voor cultuur een vastgesteld bedrag per inwoner geeft (en de vier grote steden nog iets extra) blijft gehandhaafd.

 

Het nieuwe programmafonds krijgt naast de bestaande input (nu 19,2 miljoen euro), extra geld voor vernieuwing. Dat bedrag zal jaarlijks oplopen en in 2012 naar verwachting ongeveer 8 miljoen euro bedragen waardoor het totale bedrag rond de 27,2 miljoen euro komt te liggen. Van dat extra geld moeten culturele instellingen er bijvoorbeeld voor zorgen dat hun collectie en activiteiten aansluiten bij de vijftig onderwerpen van de nieuwe canon.

 

Bijleggen

 

Het bestaande principe van matching - waarbij gemeenten het geld dat zij van het rijk krijgen, nog eens verdubbelen- wordt door alle partijen als zowel financieel als inhoudelijk als zeer succesvol beschouwd en moet dus gehandhaafd blijven, vindt Jaap Dijkstra. Gemeenten en provincies houden de mogelijkheid om hun eigen lokale prioriteiten te stellen en accenten te leggen op specifieke thema's.

 

Maar het gros van de activiteiten moet voldoen aan de nieuw vastgestelde prioriteiten: diversiteit, vernieuwing en verankering. Dijkstra benadrukt dat vernieuwing in de regio of op het platteland niet hetzelfde hoeft te zijn als in de Randstad. Dijkstra baseerde zijn advies op gesprekken die hij de afgelopen maanden voerde met vertegenwoordigers van gemeenten, provincies, culturele instellingen, sectorinstituten, fondsen en onderzoekers.

 

Tot nu toe ontbreekt het aan eenheid in het beleid van overheden, hoorde hij uit 'het veld'. Soms ontvangt de ene overheidslaag een beleidsplan met veel gejuich, terwijl een andere het afwijst. Het programmafonds streeft naar meer eenheid in het beleid van overheden. Het nieuwe fonds krijgt twee subsidieloketten. Landelijk instellingen kunnen aanvragen voor projecten en meerjarige subsidies indienen bij loket 1. Gemeenten en provincies vragen aan bij loket 2. Programmacoördinatoren moeten de schakel worden tussen het landelijke fonds en de gemeente en de provincie en zorgen dat de initiatieven elkaar niet in de wielen rijden. Eind februari overleggen VNG, IPO en Plasterk over het advies.

 

Nederlanders minder cultureel

 

De actieve deelname van Nederlanders aan cultuur daalt al ruim tien jaar. In 1991 was nog de helft van de bevolking cultureel actief als amateur, in 2003 was dat nog maar 44 procent. Actuelere cijfers ontbreken. De deelname van allochtonen aan cultuur (zowel actief als passief) is relatief laag. Hoger opgeleiden zijn oververtegenwoordigd, zowel in de actieve als de passieve kunstdeelname. Als de gewenste jaarlijkse 1 procent stijging wordt gehaald, dan doet in 2012 de helft van alle Nederlanders weer actief aan amateurkunst.

 

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie