Advertentie
sociaal / Nieuws

Ervaring nadelig voor wethouders

De rechtspositie voor ervaren wethouders en wethouders met een eigen bedrijf dreigt te verslechteren. Daardoor kunnen kandidaat-wethouders afhaken.

02 oktober 2009

Wethouders van vijftig jaar of ouder met tien jaar wethouderservaring lopen het risico een slechtere rechtspositie te krijgen wanneer zij na de raadsverkiezingen van 2010 opnieuw wethouder worden. Deze wethouders hebben volgens de huidige regeling wachtgeld tot hun 65ste jaar, zonder sollicitatieplicht. In de nieuwe wachtgeldregeling, die als het aan de Tweede Kamer ligt per 1 januari 2010 wordt ingevoerd, krijgen zij net als andere wethouders maximaal vier jaar wachtgeld mét sollicitatieplicht.

 

Tijdens het Kamerdebat hierover bleek dat de sollicitatieplicht er volgens de Kamer sowieso moet komen. Het beperken van de wachtgeldduur voor deze groep wethouders is voor de Kamer nog geen uitgemaakte zaak. Volgens VVD-Kamerlid Willibrord van Beek ontstaan er merkwaardige effecten.

 

Neem een ervaren wethouder met tien jaar wethouderservaring en dus met recht op wachtgeld tot zijn 65ste jaar: als hij na de komende verkiezingen teruggaat naar zijn oude baan, bijvoorbeeld leraar, en hij raakt die baan na vier jaar kwijt, dan kan hij een beroep doen op zijn recht op wachtgeld als ex-wethouder tot zijn 65ste jaar. Maar kiest deze ervaren wethouder ervoor om na de raadsverkiezingen opnieuw wethouder te worden, dan verliest hij zijn recht op dat ruime wachtgeld en moet genoegen nemen met de nieuwe wachtgeldregeling als hij na vier jaar - of eerder - moet stoppen als wethouder.

 

‘Wij zijn bang voor een aderlating onder deze groep ervaren wethouders’, aldus SGP’er Van der Staaij. Minister Ter Horst (Binnenlandse Zaken, PvdA) voelt niet voor een extra tegemoetkoming, maar brengt op verzoek van de Kamer in beeld of en hoe groot de nadelen zijn voor deze groep wethouders.

 

Eigen bedrijf

 

Ook wethouders met een eigen bedrijf, met name winkeliers en boeren, dreigen door de nieuwe rechtspositionele regels in een slechtere positie te komen. In die nieuwe regeling vindt er verrekening plaats voor de inkomsten uit nevenfuncties. Daardoor moet de winst die wethouders uit hun eigen bedrijf ontvangen, straks ook worden verrekend.

 

VVD-Kamerlid Van Beek vreest dat hierdoor een groot aantal wethouders en kandidaat-wethouders met een eigen bedrijf in het noorden, oosten en zuiden van het land na de raadsverkiezingen afzien van het wethouderschap. ‘Het is een slechte zaak als we het voor deze mensen onmogelijk maken wethouder te worden’, aldus Van Beek. Ter Horst wil hiervoor geen regeling treffen; zij laat het aan de Tweede Kamer over om dat wel te doen.

 

De regeling voor het versoberen van het wachtgeld en het verrekenen van de inkomsten uit nevenfuncties maakt deel uit van de nieuwe rechtspositionele wetsvoorstellen voor publieke ambtsdragers. De discussie hierover duurt al meer dan vijf jaar.

 

Eén van de cruciale punten, het verhogen van de ministerssalarissen met dertig procent, werd dit voorjaar door het kabinet ingetrokken omdat een verhoging in tijden van financiële crisis niet valt uit te leggen, aldus Ter Horst. Nu gaan alleen de salarissen voor burgemeesters en de vergoedingen voor raadsleden in kleine gemeenten omhoog. Ook krijgt de burgemeester een vergelijkbare wachtgeldregeling als ministers, wethouders en gedeputeerden. ‘Nu krijgt een burgemeester alleen wachtgeld als is vastgesteld dat hij ruzie heeft met de gemeenteraad’, aldus Ter Horst.

 

Terughoudend

 

De zogeheten Appa-wetsvoorstellen (Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers) regelen ook dat een topambtenaar of een bestuurder in de non-profitsector nooit meer dan 130 procent van het salaris van de minister-president verdient. Een verlaging van het salaris van topambtenaren naar dat van de premier, bepleit door SP en PVV, wees Ter Horst af. ‘In dat geval loopt de hele publieke sector leeg’, aldus Ter Horst.

 

De minister zag ook niets in het voorstel van beide oppositiepartijen om betaalde nevenfuncties voor bestuurders te verbieden. Ter Horst vindt dat burgemeesters en commissarissen van de koningin terughoudend moeten zijn met betaalde nevenfuncties, dat zij hun nevenfuncties bekend moeten maken op de internetsite, dat zij de inkomsten daaruit bij voorkeur in de provinciale of gemeentekas moeten storten, en dat gemeenteraden en Staten moeten uitmaken waar de grens ligt. ‘Daar ligt de verantwoordelijkheid’, aldus Ter Horst.

 

PVV wil fulltime raadsleden

 

De PVV van Geert Wilders wil dat het werk van gemeenteraadsen Statenleden een volledige baan wordt net als het Kamerlidmaatschap. ‘Ik hecht aan raadsleden die volledig vrijgesteld zijn en professioneel het raadswerk doen’, aldus PVV-Kamerlid Hero Brinkman. Met een hogere vergoeding kunnen meer gekwalificeerde kandidaten worden gevonden. ‘Wij hebben door de lage vergoedingen te weinig mensen weten te interesseren voor het raadswerk en daarom doen we maar in twee gemeenten (Almere en Den Haag, red.) met de raadsverkiezingen mee.’

 

Volgens de PVV moet het voorstel betaald worden uit de verkleining van gemeenteraden en Provinciale Staten. De PVV kreeg van andere fracties geen steun, zelfs niet van de SP, de enige partij die evenals de PVV tegen alle regelingen is waardoor openbaar bestuurders specifieke rechten hebben die afwijken van sociale zekerheidsregelingen voor gewone werknemers. ‘Wij willen niet dat het Staten- of raadslidmaatschap een beroep wordt’, aldus SP-Kamerlid Ronald van Raak.

 

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie