Ernstige zorgen over kinderen op vakantieparken
Kinderombudsvrouw Margrite Kalverboer maakt zich ernstige zorgen om de leefsituatie van kinderen die noodgedwongen opgroeien op vakantieparken. Gemeenten hebben de groep niet in beeld en bereiken de gezinnen bijna niet met zorgvoorzieningen. Ook leven kinderen op vakantieparken niet zelden in grote onzekerheid. Kalverboer spreekt van een ‘schaduwsamenleving’. Zij stelde vorig jaar een onderzoek in naar aanleiding van de wantoestanden op het beruchte Fort Oranje en een aantal alarmerende GGD-rapporten over de omstandigheden op het Zundertse vakantiepark.
Kinderombudsvrouw Margrite Kalverboer maakt zich ernstige zorgen om de leefsituatie van kinderen die noodgedwongen opgroeien op vakantieparken. Gemeenten hebben de groep niet in beeld en bereiken de gezinnen bijna niet met zorgvoorzieningen. Ook leven kinderen op vakantieparken niet zelden in grote onzekerheid. Kalverboer spreekt van een ‘schaduwsamenleving’. Zij stelde vorig jaar een onderzoek in naar aanleiding van de wantoestanden op het beruchte Fort Oranje en een aantal alarmerende GGD-rapporten over de omstandigheden op het Zundertse vakantiepark.
Doelgroep nauwelijks te bereiken
‘Dit is schokkend’, aldus Kalverboer. ‘Wij hebben nog nooit zoveel pogingen gedaan om respons te werven met zó weinig resultaat.’ De meest opvallende bevinding van het onderzoek is nog wel dat de doelgroep van kinderen die noodgedwongen op een vakantiepark verblijven, nauwelijks te bereiken was. Op de online vragenlijst kwamen slechts 16 reacties. Na erg veel moeite – medewerkers legden contact met 60 organisaties om mensen uit de doelgroep te spreken te krijgen – wisten onderzoekers welgeteld één interview af te nemen.
Medewerking gemeenten ‘teleurstellend’
‘Er zijn heel veel partijen betrokken die angstig zijn om te praten of eigen belangen en agenda’s hebben’, legt Kalverboer uit. ‘Daardoor krijgen we nauwelijks zicht op hoe het met deze kinderen gaat.’ Ook de hoeveelheid medewerking van gemeenten vond Kalverboer teleurstellend. Zij gaven aan dat er geen permanente bewoning plaatsvindt in ‘hun’ vakantieparken. Gemeenten hangen gedoogde permanente bewoning van vakantieparken volgens Kalverboer niet graag aan de grote klok. ‘Ook kan ons onderzoek aantonen dat een gemeente met haar zorgplicht in gebreke blijft. Ik denk dat er gemeenten zijn die ook echt geen zicht hebben op hetgeen dat er op vakantieparken gebeurt, maar – en dat klinkt vervelend – ik denk dat er ook gemeenten moedwillig niet hebben meegewerkt.’
Kinderrechten in het geding
Kalverboer dringt erop aan dat gemeenten de kinderen die onvrijwillig op vakantieparken opgroeien in beeld gaan brengen en waar nodig zorg en ondersteuning gaan bieden. Daarbij kunnen welzijnsorganisaties een belangrijke rol spelen in het smeden van een vertrouwensband, raadt de kinderombudsvrouw aan. Ook moeten gemeenten de gezinnen meer zekerheid bieden. ‘Bij voorkeur in een reguliere woning.’ Zolang dat niet gebeurt is een aantal belangrijke kinderrechten niet gegarandeerd. Daaronder vallen onder meer het recht op gelijke behandeling, het recht dat de ontwikkelingsbelangen van kinderen zwaar worden meegewogen in beslissingen die hen aangaan en het recht van kinderen om dat soort beslissingen zelf hun visie te geven. Ook het recht op bescherming tegen misbruik en verwaarlozing en het recht op toegang tot sociale voorzieningen staat voor deze doelgroep op de tocht, aldus Kalverboer. Volgens haar worden de initiatieven vanuit de Actieagenda Vakantieparken van het ministerie van Binnenlandse Zaken gedomineerd door bestuurlijke handhaving en het tegengaan van verdere groei van bewoning van vakantieparken.
Weinig geld, ruzie, gezondheidsproblemen
Kinderen van ouders die vrijwillig op een vakantiepark wonen, geven hun kwaliteit van leven een hoog rapportcijfer. Die cijfers liggen aanzienlijk lager bij kinderen die niet voor hun lol verblijven in een vakantiepark. Deze kinderen gaven onder meer aan dat hun ouders weinig geld hadden, vaak ruzie maken, of dat hun ouders gezondheidsproblemen hadden. Zij schreven onder meer aan Kalverboer dat spullen in of aan het huis kapot zijn en voorzieningen vies en verouderd. Soms wonen zij ver van school of van vriendjes of vriendinnetjes en is er geen geld voor openbaar vervoer. Daarnaast leven kinderen op vakantieparken vaak in onzekerheid omdat zij niet weten hoe lang ze daar kunnen blijven.
‘Ouders moeten goed nadenken’
Uit het enige interview, met een 13-jarig meisje, haar moeder en een vriendin van de moeder, blijkt dat kinderen de situatie op een vakantiepark anders kunnen beleven dan volwassenen. Ondanks dat het meisje getuige is geweest van een brand en een steekincident zegt zij zich niet onveilig te voelen op het park. De moeder vertelt dat er enerzijds een grote gemeenschapszin is in het vakantiepark, maar dat er door de fysieke ruimte tussen de wooneenheden weinig sociale controle is. Ook geeft zij aan dat er door arbeidsmigranten op het park veel alcohol wordt gedronken. Daarnaast zijn er gezinnen met een rugzakje waarbij ruzies snel escaleren. Die gezinnen worden volgens de moeder mede door gemeenten of een gemeente naar het vakantiepark verwezen. Voor gezinnen met een huurschuld is uitstroom richting een sociale huurwoning nagenoeg onmogelijk. Ondertussen genieten zij ook geen huurdersbescherming op het vakantiepark. Het geïnterviewde meisje geeft aan dat zij en haar moeder onverwachts werden weggestuurd. ‘Ouders goed moeten nadenken over veiligheid voor ze op een camping gaan wonen’, zegt de 13-jarige. ‘Ze weten niet wat kinderen kunnen meemaken en of dat later nog effect heeft.’
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.