Steun soms schijntje
Per gemeente verschilt de studietoeslag voor arbeidsbeperkte jongeren soms een factor tien. De bedragen kunnen wel duizenden euro’s uit elkaar liggen. Dat blijkt uit een steekproef door Binnenlands Bestuur.
Per gemeente verschilt de studietoeslag voor arbeidsbeperkte jongeren soms een factor tien. De bedragen kunnen wel duizenden euro’s uit elkaar liggen, zo blijkt uit een steekproef door Binnenlands Bestuur.
Woon je als arbeidsbeperkte jongere in het Limburgse Landgraaf, dan krijg je jaarlijks tien keer zo weinig individuele studietoeslag als lotgenoten uit het Drentse Coevorden. De bedragen die gemeenten hanteren verschillen soms duizenden euro’s per jaar, zo blijkt uit een steekproef van Binnenlands Bestuur in vijftig gemeenten.
Met dank aan de Participatiewet regelen gemeenten sinds 1 januari 2015 zelfstandig de individuele studietoelagen voor arbeidsbeperkte jongeren vanaf 18 jaar. Dat zijn jongeren die ondanks hun handicap nog wel arbeidsvermogen hebben. Gemeenten mogen zelfstandig bepalen hoe zij daar mee omgaan en dat levert enorme verschillen op. Zo kan het zijn dat de individuele studietoelage in de gemeente Landgraaf 360 euro per jaar bedraagt, terwijl deze in Coevorden met 3600 euro het tienvoudige daarvan is.
’Geen bezuiniging’
De individuele studietoelage was altijd een zaak voor het UWV. Iedere studerende arbeidsbeperkte jongere met kans op werk viel voorheen onder de zogeheten landelijke Studieregeling en kreeg 25 procent van het minimumloon. Dat is, afhankelijk van leeftijd, tussen de 4.505 en 2.049 euro per jaar.
Gemeenten moeten nu hun zelfstandig individuele studietoelage vastleggen in een verordening. Deze moet op 1 juli 2015 vastgelegd zijn. Veel gemeenten hebben dit al gedaan, met alle gevolgen van dien: inmiddels zijn de bedragen die jongeren ontvangen nagenoeg overal flink naar beneden bijgesteld, tot soms zelfs nog maar een fractie van de oude studieregeling. Dat laatste geldt echter niet overal, er zijn gemeenten die enigszins in de buurt blijven van het oude bedrag, zoals Zwolle, Coevorden, Oisterwijk en Nuenen.
Landelijk gezien moeten studerende jongeren met een arbeidsbeperking flink inleveren, maar het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) beweert dat er van rijkswege niet is bezuinigd op de uitgave voor de individuele studietoeslag. ‘Voor deze toeslag is in de structurele situatie 35 miljoen beschikbaar gesteld in het gemeentefonds. Dit bedrag is gebaseerd op het niveau van de Wajong-studieregeling, waar zo’n 10.000 mensen gebruik van maken. Daarbij is ook gekeken naar de instroomcijfers van de Wajong tot en met 2014.
Met andere woorden: er is geen sprake van een bezuiniging’, aldus een SZW-woordvoerder. ‘Het is echter wel aan gemeenten om te bepalen op welke manier zij de individuele studietoeslag verstrekken. Afhankelijk van het beleid kan het aantal mensen dat studietoeslag krijgt minder of meer worden.’ Het uitkeren van de individuele studietoelage is per 1 januari helemaal aan de gemeenten. ‘Hoe zij dat doen? Daar is bij ons geen zicht op’, aldus de woordvoerder.
Amsterdam koploper
De oorzaak van de in veel gevallen aanzienlijk gedaalde individuele studietoelage lijkt dus volledig te liggen bij de verdeling van het geld door gemeenten. Vrijwel iedere gemeente keert aanzienlijk minder studietoelage uit dan het UWV deed tijdens de oude regeling.
De steekproef bij veertig gemeenten laat zien dat die er zeer wisselend beleid en dus ook zeer wisselende bedragen op nahouden. Bovendien blijken die bedragen vaak op totaal andere manier verantwoord te zijn. Een aantal gemeenten neemt een percentage van het wettelijk minimumloon als leidraad, maar die percentages kunnen zomaar variëren tussen 10, 15 en 20 procent. Sommige gemeenten gaan juist weer uit van de zogeheten gehuwdennorm en er zijn gemeenten die kijken naar de bedragen die jongeren verdienen met bijbaantjes en aan de hand daarvan een bedrag opstellen. En dan is er nog een grote groep gemeenten die de hoogte van het bedrag summier toelicht en zich beroept op ‘de ontwikkelingen van de consumentenprijsindex’.
Met een studietoeslag van 3.600 euro per jaar is Zwolle na Amsterdam (4.116 euro) één van de koplopers. Ondanks die hoge notering is het maximale bedrag van Zwolle nog altijd lager dan die van de oude landelijke studieregeling waaronder de jongeren vielen. ‘De hoogte van het bedrag dat Zwolle hanteert is gebaseerd op de voormalige studieregeling van het UWV en stemt ongeveer overeen met gemiddelde tijdsbesteding, zo’n 11 uur per week en het bijbehorende loonniveau van een bijbaantje’, zo laat een woordvoerder namens de wethouder weten. ‘Wanneer er sprake is van gehuwden die beiden in aanmerking komen voor de toeslag, krijgen zij deze afzonderlijk van elkaar.’
Zwolle scoort aanmerkelijk beter dan een aantal andere gemeenten in de buurt. ‘Om de hoogte te bepalen hebben wij ook gekeken naar de bedragen die anderen hanteren’, zegt de woordvoerder. Maar hoe goed er is gekeken, wordt in het midden gelaten: de jongeren in Zwartewaterland moeten het met drie keer zo weinig toeslag doen en ook in Raalte en Dalfsen ligt het bedrag aanmerkelijk lager. Kampen en Deventer hanteren wel ongeveer dezelfde bedragen als Zwolle.
Limburg: 30 euro per maand
Gemeente Hilversum komt met een studietoeslag van 1.450 euro per jaar ergens in de middenmoot uit. ‘Voor de individuele studietoeslag is er landelijk een budget bepaald waarvan gemeenten ieder een aandeel krijgen. Voor Hilversum is dat bedrag 29.000 euro. Dat bedrag wordt gedeeld door het aantal verwachte aanvragen: namelijk 20. Zodoende krijgt een jongere 1.450 euro per jaar uitgekeerd. We hebben gekozen voor dit voorzichtige financiële scenario, omdat we nog niet goed weten hoeveel beroep er op de regeling gedaan zal worden. Daarbij: een studie duurt waarschijnlijk vier jaar en er wordt dus vier opeenvolgende jaren een aanvraag gedaan door dezelfde persoon. Ook blijven er steeds nieuwe aanvragen bijkomen. De verwachting is dat het aantal aanvragen op enig moment zal stabiliseren. Uiteraard wordt de regeling geëvalueerd.’
Wie geen vermogende ouders heeft en na zijn studie niet jarenlang wil aflossen op zijn studielening, moet, zeker nu de basisbeurs is afgeschaft, veel werken naast zijn studie. Maar een bijbaantje vinden is voor jongeren met een arbeidsbeperking vaak erg moeilijk. Daarom juist is de studietoeslag ook in het leven geroepen: bedoeld als steun in de rug voor de jongeren die ondanks hun beperking tóch willen leren. In de gemeenten Landgraaf, Brunssum, Onderbanken, Heerlen, Simpelveld, Nuth en Voerendaal mag gesproken worden van een steuntje. Waar andere gemeenten maandelijks 300 euro uitkeren om zo te compenseren voor een ontbrekend bijbaantje moeten de jongeren in deze zuidelijke gemeenten het doen met 30 euro per maand. SP-wethouder Ben Rewinkel van Landgraaf weet ‘niet uit zijn hoofd hoe dat bedrag bepaald is’, en laat een woordvoerder erop terugkomen. Die geeft vervolgens per e-mail aan dat dit ‘een bijdrage is om extra kosten waarin de studiefinanciering niet voorziet te kunnen financieren.’ De hoogte van de studiefinanciering wordt daarbij beschouwd als ‘toereikend om te voorzien in de kosten van studie en levensonderhoud.’
Als de Limburgse jongeren met een arbeidshandicap binnen de oude regeling van de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) waren gevallen, kregen zij – afhankelijk van leeftijd – tussen 4.505 en 2.049 euro per jaar. Het verschil met de oude regeling, en ook met de jongeren uit gemeenten als Zwolle, Coevorden en Nuenen in de huidige regeling, is na een studie van vier jaar ongeveer tien- tot vijftienduizend euro.
Reacties: 2
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.