Eerste Kamer voor tijdelijke wet nieuwkomersvoorzieningen
Gemeenten en scholen trokken herhaaldelijk aan de bel om kinderen zo snel mogelijk onderwijs te kunnen bieden.
De Eerste Kamer stemde gisteren in met het wetsvoorstel tijdelijke nieuwkomersvoorzieningen in het onderwijs. Vanaf oktober moeten gemeente- en schoolbesturen jaarlijks overleggen en gezamenlijk afspraken maken over het onderwijs aan nieuwkomers. Daarnaast krijgt het rijk de bevoegdheid om te bepalen dat in een gemeente één of meer tijdelijke nieuwkomersvoorzieningen kunnen of moeten worden ingericht. Demissionair minister Mariëlle Paul (Primair en Voortgezet Onderwijs) beschouwt de wet als ‘een noodinstrument’ en belooft deze voorzieningen alleen in te zetten als het echt niet anders kan.
Er was nogal wat haast geboden bij dit wetsvoorstel. Sinds de Russische invasie van Oekraïne heeft de toestroom van nieuwkomers een grote vlucht genomen. Inmiddels hebben bijna 20.000 Oekraïense jongeren een plek gekregen in het onderwijs. Desondanks zitten naar schatting meer dan 2.000 leerplichtige nieuwkomers zonder onderwijs thuis of in de crisisopvang. Gemeenten en scholen trokken hiervoor meermaals aan de bel. Deze tijdelijke wet moet ervoor zorgen dat er voor alle leerplichtige jongeren voldoende onderwijsplekken zijn.
Overlegplicht
De wet bevat twee typen maatregelen. Allereerst komt er een jaarlijkse overlegplicht voor schoolbesturen om onder regie van het gemeentebestuur het onderwijsaanbod voor nieuwkomers te organiseren. Daarnaast is de minister bevoegd om te bepalen dat in een gemeente één of meer tijdelijke nieuwkomersvoorzieningen kunnen of moeten worden ingericht. Een leerling mag nooit langer dan twee jaar op een tijdelijke nieuwkomersvoorziening zitten. Doorstroom naar regulier (nieuwkomers)onderwijs staat op de eerste plaats.
Tweede Kamer
In juli werd het wetsvoorstel aangenomen in de Tweede Kamer. SP, GroenLinks, Volt, DENK, Fractie Den Haan, PvdA, PvdD, D66, ChristenUnie, VVD, BBB en de leden Gündoğan en Omtzigt steunden het voorstel. Na afloop gaf de CDA-fractie aan dat zij ook onder de voorstemmers gerekend wil worden. Eigenlijk zou de Eerste Kamer na het debat op dinsdag 26 september stemmen over het voorstel. Dat gebeurde echter niet omdat de PVV-fractie om een hoofdelijke stemming vroeg.
Lerarentekort
Gedurende het Eerste Kamerdebat bleek de context van het onderwijs aan nieuwkomers van groot belang. Aan de ene kant is er een lerarentekort, waardoor meerdere fracties zich afvroegen of het wetsvoorstel wel uitvoerbaar is. Onder andere senatoren Pim Walenkamp (BBB) en Gom van Strien (PVV) uitten hierover hun zorgen. Laatstgenoemde twijfelde ook over de kwaliteit van de wet en vroeg zich af waarom dit voorstel met spoed door het parlement moest.
Dwingend en sanctionerend
Voor de SGP telden met name de bezwaren van de Raad van State zwaar. Het adviesorgaan van de regering wees op de grondwettelijke bevoegdheidsverdeling tussen overheden. Het steekt SGP-senator Peter Schalk dat de regering, wanneer in het extreme geval een gemeente niet in staat is om alle nieuwkomers meteen onderwijs te bieden, dwingende aanwijzing en sanctionerende maatregelen kan inzetten.
Doorstroom
Ondanks de bezwaren is het voorstel met 61 tegen 10 stemmen aangenomen. Alleen de SGP, PVV, FVD en JA21 stemden tegen. De SP steunde het voorstel, maar benadrukte in het debat wel de tijdelijkheid ervan. Kinderen moeten zo snel mogelijk doorstromen naar het regulier onderwijs, zei Eerste Kamerlid Bastiaan van Apeldoorn.
Noodinstrument
Minister Paul (VVD) vindt het belangrijk gemeenten en scholen een kader te bieden. Naar eigen zeggen zadelt ze hen anders op met onmogelijke keuzes. Door de jaarlijkse overlegplicht zullen gemeenten en schoolbesturen elkaar makkelijk kunnen vinden, verwacht de bewindsvrouw. De minister belooft de tijdelijke nieuwkomersvoorzieningen alleen in te zetten als het echt niet anders kan. Die weging zal ze per geval maken. Paul beschouwt de wet als ‘een noodinstrument’ dat zo min en zo kort mogelijk moet worden ingezet.
Maar goed: de eerste kamer is nu ook akkoord, dus men zal er tussen alle bijbanen door goed over hebben nagedacht (proest).