Een realistische idealist
Hij is niet van de wollige soort Tof Thissen, de vertrekkende voorzitter van de club van managers bij sociale diensten, Divosa. Wel heeft hij meer oog voor mensen, voor én achter de loketten van de sociale zekerheid, dan voor instituties en regels. Halverwege 2009 neemt hij afscheid.
‘Tof kan ontzettend goed zingen’, zegt Gé Reinders, de Limburgse bandleider en zanger van Blaosmuziek en al jaren een goede vriend van de Divosa-voorzitter. ‘Op onze laatste cd zingt hij een stukje Gregoriaans. Daar wilden we eerst een kinderstem voor hebben. Maar toen kwam Tof binnen. Die zong het meteen, pats, prachtig. Onze arrangeur Hardy Mertens kreeg er kippenvel van.’
‘De hele familie Thissen heeft een wat artistieke inslag’, meent Peter Nissen, hoogleraar theologie aan de Universiteit van Tilburg en in de jaren zeventig klasgenoot van Thissen op het gymnasium van het Bisschoppelijk College in Roermond. ‘Zijn grootvader was een bekend beeldhouwer en Tof zong in het jongerenkoor van de kerk. We zaten samen in de vereniging van de jongerenkerk - een haard van verzet tegen de conservatieve bisschop Gijsen en in het schoolparlement, gekozen op de leuze “Stem Thissen of Nissen, dat kan niet missen”.’
Het heeft Nissen verrast dat Thissen het in de jaren negentig twee termijnen heeft volgehouden als wethouder in Roermond. Dat moet te maken hebben met Thissens grote vaardigheid om met mensen om te gaan, denkt Nissen: ‘Als wethouder maakte hij makkelijk contact met mensen uit, zeg maar, Vogelaarwijken. Dat was voor die tijd wel bijzonder. En daar kwam nog bij dat het met de liberaal Jos van Rey – de ‘onderkoning van Roermond’ - wel klikte. Samen verzetten zij zich op een bijna jongensachtige manier tegen pogingen van het CDA om de lokale politiek te beheersen. En met succes. Roermond heeft toen een grote ommezwaai gemaakt.’
‘Er is buiten Roermond geen gemeente in Zeeland, Noord-Brabant en Limburg waar de VVD al tien jaar de grootste partij is’, constateert loco-burgemeester Van Rey met enige trots. ‘Al hoor je mij niet zeggen dat dat door Tof komt’, voegt hij er lachend aan toe.
‘Met echte liberalen kan hij het goed vinden’, typeert Herman Kaiser, toen burgemeester van Roermond, nu van Doetinchem, zijn oud-wethouder, ‘en trouwens ook met een CDA’er zoals ik. Maar dan moet het niet over de kerk gaan. Tof is allergisch voor alles wat met het instituut Kerk te maken heeft en ik ben nogal traditioneel rooms-katholiek. Jos van Rey heeft ooit eens tussen ons in moeten springen toen het over een kerkelijke kwestie ging.’
Volgens Van Rey is Thissen niet bang af te wijken van de standpunten van zijn eigen partij. ‘Zo was GroenLinks hier tegen de privatisering van schouwburg de Oranjerie, maar dat heeft hij wel doorgezet. Zijn eigen partij heeft hem toen bijna weggestuurd, maar nu is iedereen, ook GroenLinks, zeer tevreden dat het toen zo gelopen is.’
Op dit laatste punt is André Peters, fractievoorzitter van de VVD en al sinds 1982 raadslid in Roermond, het wel met Van Rey eens, maar verder kijkt hij met weinig genoegen terug op de periode-Thissen. ‘Ik liep ver vooruit met mijn ideeën over integratie en inburgering, maar Tof Thissen hield er een visie op na waarvan de houdbaarheidsdatum allang verstreken was. Wij betoogden dat Roermond niet langer het afvalputje van de wijde omgeving kon blijven. Wij hadden de meeste werklozen en bijstandsgerechtigden. Dan zou je toch van een Groen-Links-wethouder verwachten dat hij daar iets aan doet, maar de ommekeer is pas gekomen na zijn vertrek.’
Toch heeft Peters ook lof voor Thissen: ‘Bij de gemeentelijke herindeling was hij de enige die in de Eerste Kamer zijn nek heeft uitgestoken voor Roermond en zijn roots niet heeft verloochend. Ik moet hem nageven dat als hij zegt dat hij ergens voor gaat, dan gaat hij er ook voor. ’ Naast zijn wethouderschap was Thissen al snel ook buiten Roermond actief op het gebied van werkgelegenheid, sociale zekerheid en arbeidsongeschiktheid. Zo is hij al meer dan tien jaar lid van de vaste delegatie van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten voor bestuurlijk overleg met de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en sinds 2001 plaatsvervangend lid van de Raad voor Werk en Inkomen.
'Een handig politicus met een groot netwerk en een goede debater met veel gevoel voor mensen in achterstandssituaties’, vindt Lodewijk Imkamp, oud-D66 raadslid en oud-wethouder in Roermond, ‘maar ik denk dat hij na twee termijnen een beetje was uitgekeken op Roermond.
Constructivist
Voor insiders was het geen verrassing dat Thissen na zijn wethouderschap voorzitter werd van Divosa, de landelijke vereniging van directeuren van sociale diensten. Burgemeester Kaiser: ‘Hij heeft zich in Roermond altijd heel constructief opgesteld en ik denk dat die houding hem bij Divosa heel goed van pas is gekomen. ‘
Cheryl Sluper, voorheen klantregisseur in Amsterdam Zuid-Oost en thans werkzaam bij de sociale dienst van Kerkrade en Gulpen. ‘Hij is altijd aanspreekbaar en totaal niet statusgevoelig. Er zijn maar weinig mensen die op een plek zitten als die van Tof en zoveel hart hebben voor de klant én voor de uitvoerende. Binnen de sociale zekerheid gaat de klant nog te vaak verloren in regels en procedures. Dat raakt hem in zijn ziel. Het is een gevoelige man. Hij was in New York op werkbezoek, juist toen Obama de presidentsverkiezingen won. Als hij daarover vertelt, kan hij echt emotioneel worden.’
‘Ik heb er wel eens aan gedacht een partij van constructivisten op te richten’, zegt een lachende Rens de Groot, oud-bestuursvoorzitter van het Centrum voor Werk en Inkomen en GroenLinkser. ‘Dat is er nooit van gekomen, maar ik zou Tof als eerste hebben benaderd. Ik heb altijd een perfecte relatie met hem gehad. Alleen toen het Centrum voor Werk en Inkomen richting UWV koerste, moest hij wel even slikken. Daar zag hij aanvankelijk niets in, maar vervolgens heeft hij een buitengewoon constructieve rol gespeeld in de besprekingen tussen UWV, CWI, de Vereniging van Nederlandse Gemeenten en Divosa. Het is zijn kracht dat hij idealisme en realiteitszin weet te combineren. Het gaat hem om de mensen en niet om instituties en regels. Hij vindt dat Nederland vergeven is van het structuurdenken. Dat zou veel meer mensdenken moeten zijn.’
‘Maar hij is absoluut niet van het wollige soort’, weet Hans Spigt, de Dordtse PvdA-wethouder van Sociale Zaken en voorzitter van de commissie Werk en Inkomen van de VNG. ‘Hij kan heel scherp aangeven dat we niet op de wereld zijn om ons te laten verzorgen. Mensen moeten zelf verantwoordelijkheid dragen. Wat dat betreft is hij een atypische GroenLinkser. Hij vindt dat je moet uitgaan van de kwaliteiten van mensen. Al dat gezeur over wat mensen allemaal niét kunnen en het hen dan maar aanreiken zonder hen te prikkelen om zelf een prestatie te leveren, daar heeft hij een broertje aan dood.’
‘Hij heeft zich ook sterk gemaakt voor een verandering van het ontslagrecht, een zeer omstreden thema binnen GroenLinks’, zegt Kees Luesink, ex-wethouder Sociale Zaken in Zutphen, voormalig partijbestuurder van GroenLinks en thans burgemeester van Doesburg. ‘Maar daar moest dan wel de verplichting tegenover staan van werkgeverskant dat die werknemers een permanente scholing zouden moeten krijgen, zodat ze beter geëquipeerd op de arbeidsmarkt konden terugkeren.’
Vereniging Tof Vooruit
‘Een bezield bestuurder, een bevlogen mens, die niet uitgaat van financiële en institutionele belemmeringen, maar van kansen’, zo typeert Mart Toet, de Rotterdamse directeur van de dienst Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Thissen.
Rens de Groot: ‘Joop Linthorst en ik zeiden wel eens tegen elkaar dat Tof wel ver voor de troepen uitliep. Maar dat durft hij wel en met zijn overtuigingskracht en zijn doorzettingsvermogen heeft hij het bestuur van Divosa steeds mee gekregen. Dat is knap, want de lokale en regionale verschillen in die gemeentelijke wereld zijn groot en die directeuren van sociale diensten zijn geen kleine jongens.’
‘Af en toe is het wel een beetje de Vereniging Tof Vooruit’, vindt Hans Spigt. ‘Hij heeft zo’n drive dat je je soms wel eens afvraagt of de troepen nog enig idee hebben waar de leider naar toegaat. Maar hij gaat echt nooit op z’n bek, omdat het een geweldig aimabele jongen is met een zekere strategische behendigheid. Hij weet wel wat hij doet.’
Spigt meent dat Thissen erin is geslaagd om voor Divosa een belangrijke rol te claimen bij de uitvoering van de sociale zekerheid. ‘Voor zijn komst was het een sterk intern gerichte club waar je niet zoveel van merkte. Het CWI en het UWV waren vooral ambtelijke bureaucratische machines, de productie kwam van de sociale diensten, maar die partij is een tijdlang onzichtbaar geweest. Het is een hele goede zet van hem geweest om de Divosamonitor op te zetten dat jaarlijks de prestaties van de sociale diensten in beeld brengt. Die waren voordien te weinig zichtbaar.’
‘Bij gemeenten hangt wel eens de sfeer dat er maar één partij is die haar belangen in Den Haag vertegenwoordigt en dat is de VNG’, aldus Spigt. ‘Dat laten die directeuren van sociale diensten zich niet meer zeggen. Als Tof weer eens ruzie had met de VNG, kon je hem altijd bellen. Dan gingen we een hapje eten om te kijken welke kant het uit moest. Hij kan veel hebben als hij het gevoel heeft dat de ander positief is ingesteld.’
‘Hij verkondigt luid en duidelijk dat wij er niet zijn om wetten uit te voeren, maar om de burger in zijn kracht te zetten’, zegt Mart Toet. ‘Dat heeft niet alleen veel mensen geïnspireerd, maar dat is ook een bron geworden van veel verandering bij sociale diensten. Als er een maatschappelijk probleem is, dan spring je erin. Dat type denken was niet vanzelfsprekend in de wereld van sociale diensten waar wetmatigheid en wetstoepassing de dienst uitmaakten.’
Of hij Thissen na zijn vertrek bij Divosa op termijn in de Tweede Kamer zal terugzien? Toet: ‘Dat zou hij prima kunnen, maar ik denk dat hij daarin niet de drive vindt die hij nodig heeft. Hij kan heel goed bestuurders motiveren, maar wat hem helemaal niet boeit is kilo’s wetsontwerpen doorlezen. Ik zie hem eerder als stadsbestuurder of bij een ROC. Het is zijn ambitie om iets te doen dat maatschappelijk effect heeft. Nu wil ik niet min doen over het Kamerlidmaatschap, maar er zijn functies waar de maatschappelijke ambitie nog wat hoger ligt.’
Verbondenheid
Als staatssecretaris van Sociale Zaken ontmoette Mark Rutte Tof Thissen bij de voorbereiding van de Wet Werk en Bijstand (2004). ‘We voelden meteen verbondenheid, omdat we allebei maar matig zijn geïnteresseerd in instituties en sterk in mensen. Het gaat hem niet om de sociale dienst, maar om mevrouw Jansen die met twee kinderen bijna gevangen zit in een uitkering en weer aan de slag moet komen. Daar is de sociale dienst een middel voor, maar geen doel op zichzelf. Daarin verschilt hij met nogal wat Nederlandse bestuurders.’
Rutte roemt twee wapenfeiten van Tof Thissen: ‘Hij heeft de WWB aangegrepen om de cultuur in de wereld van sociale diensten een omslag te laten maken. Was het eerst zo dat ze netjes een uitkering moesten verstrekken, daarna was je als sociale dienst pas geslaagd als mensen weer een baan hadden.
‘Een tweede punt is dat hij er sterk aan heeft bijgedragen dat UWV, CWI en de sociale diensten veel meer als een eenheid zijn gaan werken. En laat ik vooral niet vergeten dat hij anderen ongelooflijk kan enthousiasmeren en dat hij een plezierig klein ego heeft. Hij is oprecht charmant, niets gemaakts, geen toneelspel. What you see is what you get. Er is helemaal niets fout aan die man. Heerlijk om mee samen te werken.’
Marianne Kragting, lachend: ‘Ik had het niet beter kunnen verwoorden.’ De Zwolse directeur van de Dienst Werk en Inkomen maakt deel uit van het hoofdbestuur van Divosa en is lid van de commissie Strategie en Beleid. ‘Meestal kom je op vrijdagmiddag bij Divosa voor een of andere werkgroep. Aan het eind van de week is het meeste gas dan wel op. Maar van Tof krijg je weer nieuwe energie. Dat zijn heel inspirerende bijeenkomsten. ’
Door de invoering van de WWB zijn managers van sociale diensten volgens Kragting anders gaan denken. ‘Voorheen keken we te veel in de computer en te weinig naar de klant. Zo’n verandering krijg je niet in twee jaar voor elkaar, maar daar heeft Tof ons wel in meegenomen.’ ‘Je gaat bij de sociale dienst werken, omdat je iets met mensen hebt. Maar in de praktijk zag je veel van die mensen verambtelijken’, constateert Kees Luesink. ‘Tof heeft hen ervan doordrongen dat ze van essentieel belang zijn voor het in beweging krijgen van hun klanten’.’
Tof Thisssen
Tof Thissen (1957) is sinds 2002 voorzitter van de Divosa, de vereniging van managers van sociale diensten. In juni neemt hij afscheid van deze club. In 2004 nam Thissen zitting in de Eerste Kamer voor GroenLinks, sinds 2007 is hij ook fractievoorzitter. Hij begon zijn politieke loopbaan in Roermond in 1986 als raadslid. Van 1994 tot 2002 was hij wethouder in deze gemeente. De eerste termijn was hij wethouder welzijn, de tweede termijn beheerde hij de portefeuille wijkbeheer, sociale zaken, onderwijs, cultuur en jeugdzaken. Thissen volgde een gymnasiumopleiding aan het Bisschoppelijk College Roermond en een studie theologie (kandidaatsexamen) aan de Hogere School voor Theologie en Pastoraat in Heerlen.
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.