Advertentie
sociaal / Achtergrond

Eén beschutte werkplek, maar voor wie?

Het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid besloot vorig jaar gemeenten te dwingen om beschutte werkplekken in te richten, omdat ze flink achter liepen op het schema. Tweeëntwintig gemeenten moeten eind dit jaar één beschutte werkplek hebben ingericht. Dat lijkt niet mee te vallen.

06 april 2018

Doelgroep volgens gemeenten te klein

‘Best lastige materie gezien onze geringe ervaring’, begint beleidsmedewerker Sociale Zaken Frans van Erve van de ABG-organisatie. Het Brabantse Baarle-Nassau, dat samen met Alphen- Chaam en Gilze en Rijen een ambtelijke organisatie deelt, moet dit jaar welgeteld één beschutte werkplek realiseren. In 2017 heeft Baarle-Nassau dat zelfde target niet hoeven te realiseren. ‘Simpelweg omdat er geen vraag naar is’, verklaart Van Erve. ‘Er is in Baarle-Nassau nog niemand die van het UWV een indicatie voor beschut werk heeft gekregen.’

Ook van Zoeterwoude wordt verwacht dat het eind dit jaar een beschutte werkplek heeft opgetuigd, en ook daar is er nog niemand om die in te vullen, zegt Jac Nulkes, beleidsmedewerker Werk en Inkomen bij die gemeente. De werkplek staat in principe al klaar. ‘Die hebben we ingekocht bij het Leidse re-integratiebedrijf DZB, een voormalig SW-bedrijf. Wij hebben daarover met DZB de afspraak gemaakt dat de kosten pas geëffectueerd worden als er een inwoner met een bijbehorende indicatie is om daar aan het werk te gaan. Afhankelijk van het profiel van de inwoner met een indicatie wordt een passende werkplek bij DZB gezocht.’

Sociale overwegingen
Of het dit jaar zo ver komt, blijft voorlopig de vraag. ‘Wij hebben nog geen praktijkervaring met het nieuwe beschut werk’, aldus Nulkes. ‘Het probleem – eigenlijk is het alleen maar goed – is dat bijna alle mensen die misschien in aanmerking zouden kunnen komen voor beschut werk nog prima in een enigszins normale omgeving kunnen werken en dus in de doelgroep van de banenafspraak terecht komen. Die inwoners krijgen dan ondersteuning en jobcoaching vanuit de gemeente, maar geen volledig aangepaste werkplek. Beschut werk is echt een stap verder. Daarvoor komen alleen inwoners in aanmerking waarvan wij niet kunnen verwachten dat een reguliere werkgever ze in dienst neemt.’

Mochten er echter ineens een paar mensen met een beschut werk-indicatie zich melden, dan is dat voor de gemeente een enorme aanslag op het uitkeringsbudget en het participatiebudget. ‘Maar vooralsnog gaan wij uit van de taakstelling vanuit het rijk extra te plaatsen op basis van het verloop in de oude Wsw’, aldus Nulkes. Over die taakstelling is Nulkes trouwens niet erg te spreken: ‘Ik denk dat het rijk zich heeft vergist in het benodigde aantal beschutte werkplekken [aanvankelijk 30.000 in 2048, red.]. Men is er vanuit gegaan dat dit ongeveer een derde van de oude Wsw’ers is.

Dat aantal is vervolgens over de gemeenten verdeeld. Ik vind dat een te abstract model. Je kan wel elke gemeente verplichten om zoveel beschutte werkplekken in te richten maar als daar geen gebruik van gemaakt wordt, is dat nogal loos. Wij hebben hier ook helemaal geen behoefte aan zo’n verplichting; als mensen met een indicatie zich aanmelden, zullen wij ze altijd proberen te plaatsen. Dat doen we gewoon op basis van sociale overwegingen, ondanks dat het meer geld kost dan dat het besparingen oplevert.’

Nattevingerwerk
Daphne Willems is beleidsadviseur maatschappelijke ondersteuning bij de gemeente Huizen, die de verantwoordelijkheid heeft voor de procesregie over het sociaal domein voor de zogeheten BEL-combinatie (Blaricum, Eemnes, Laren). Zowel Eemnes als Laren moeten dit jaar een beschutte werkplek opleveren. ‘Wij werken in onze regio Gooi- en Vechtstreek ook samen met een sociaal werkbedrijf. Zij hebben veel ervaring met de doelgroep. Dus waarom zou je moeilijk doen als het makkelijk kan? We staan zeker open voor reguliere werkgevers, maar we merken dat zij vaak onderschatten wat er allemaal bij de begeleiding komt kijken. Mensen met een indicatie voor beschut werk kunnen vaak wel werken, maar hebben fysiek of psychisch veel begeleiding nodig – niet zelden één op één. Dat is dus wel even van een andere orde.’

‘Beschut werk is een redelijk dure voorziening’, vervolgt Willems. Een ander nadeel is volgens haar dat beschut werk vaak op permanente basis is en stigmatiserend werkt, omdat het weinig groeiperspectief biedt. ‘De begeleiding kan bij sommigen op termijn worden afgebouwd. In die gevallen is een andere voorziening misschien meer op z’n plaats. In onze regio hebben we voor inwoners met een arbeidsbeperking bijvoorbeeld de re-integratieprogramma’s ‘Zicht op werk’, en, voor inwoners die nog niet op korte termijn aan het werk kunnen ‘Zicht op meedoen.’

Het is volgens Willems ook niet makkelijk om mensen te vinden om de beschutte werkplekken in te vullen. ‘Sommige gemeenten twijfelen aan de indicaties van het UWV. Het UWV is bovendien niet scheutig met indicaties. Je hoort wel eens dat de criteria ook te streng zijn. Vorig jaar hadden wij drie kandidaten voor beschut werk, waarvan we er één hebben geplaatst. Ondanks dat het lastig is om kandidaten naar voren te halen, doen we daar wel echt ons best voor.’

Payroll
Hoewel inhoudelijk de grootste uitdagingen voor het werkbedrijf zijn, is de grootste uitdaging voor Huizen nog wel het vinden van de juiste kandidaten voor de beschutte werkplekken. ‘Omdat het UWV vaak dus erg kritisch naar aanvragen kijkt en omdat we zelf als gemeenten ook andere tools hebben’, aldus Willems. Ze is dan ook niet enthousiast over de taakstelling omtrent beschut werk vanuit het rijk. ‘Er zijn tal van andere middelen om in te zetten voor arbeidsbeperkten waarmee ze op een betere plek terechtkomen. Ik vind het lastig dat ons op deze manier doelstellingen in termen van aantallen worden opgelegd. Ik heb zo mijn vragen bij de doorwerking dat een derde van de Sw-populatie in aanmerking zou komen voor beschut werk. Dat lijkt mij nattevingerwerk. Het vinden van een kandidaat wordt ook bijna een doel op zich.
Dat is contraproductief; er gaat veel werk zitten in het vinden van plekken en kandidaten, en veel kandidaten worden uiteindelijk afgewezen. Dan begin je dus weer vanaf nul. Die moeite en tijd kan misschien beter worden gestoken in activering vanuit de gemeente. Daarnaast zijn er misschien wel werkgevers die graag met de doelgroep van beschut werk aan de slag willen, maar daarin wordt nauwelijks geïnvesteerd. Je zou een vergelijking kunnen trekken met ziekten die zo zeldzaam zijn dat er nauwelijks in onderzoek geïnvesteerd wordt. De doelgroep is gewoon heel erg klein.’

Scherpenzeel heeft de zaken rond beschut werk al op orde, blijkt uit een gesprek met Maarten Vincent, beleidsmedewerker Participatie en Sociale Zaken. De Veluwse gemeente moet eind dit jaar één beschutte werkplek hebben, die vorig jaar al is gerealiseerd. Daarvoor heeft Scherpenzeel de desbetreffende inwoner met een beschut werk-indicatie gewoon zelf in dienst genomen. ‘In de groenvoorziening. Met jobcoaching’, licht Vincent toe. ‘Wij hebben ons vooral op de behoefte van deze inwoner gericht. Zo’n plaatsing moet namelijk wel duurzaam zijn. In overleg met het toenmalig Sw-bedrijf Permar hebben we deze constructie bedacht. Momenteel werkt deze medewerker voor ons via payroll, maar we willen op termijn naar een contract onder de ambtenaren-cao toe.’

‘Onze jobcoach zorgt ervoor dat er continu een goed contact blijft tussen de gemeente als werkgever en de beschutte werknemer’, aldus Vincent. ‘Voor de werknemer hebben we aanpassingen gemaakt in het takenpakket, de wijze van aansturing, werktijden en een stukje gerichte opleiding. Het toepassen van maatwerk gaat met het kleine aantal waar we in het beschut werk mee te maken hebben natuurlijk ook bijna vanzelf’, geeft hij toe.

‘Aangezien de begeleiding vanuit het Participatiebudget gefinancierd wordt, is dat voor ons ook geen grote aderlating’, licht Vincent toe. ‘Als morgen iemand anders met een indicatie bij het gemeentehuis zou aankloppen, zullen we daar ook een beschutte werkplek voor regelen maar afhankelijk van het soort werk dat die persoon wil doen, kan dat lastiger zijn. We zijn een kleine gemeente met circa tienduizend inwoners. Voor mensen met een voorkeur voor technisch werk of iets met ICT kan dat lastig worden. Daarnaast merk je al snel met een lange reisafstand en zorgvervoer te maken krijgt als de over de gemeentegrenzen gaat kijken. Daar zou ‘m dan vooral de uitdaging in zitten.’


Verplichte doelstelling
Het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid maakte in november bekend dat gemeenten dit jaar samen 4.600 beschutte banen moeten hebben gerealiseerd. Dat is een toename van 2.000 banen ten opzichte van de 2.600 banen die voor eind vorig jaar de doelstelling waren. Het aantal te realiseren banen is over de gemeenten verdeeld, afhankelijk van de voormalige Wsw-gelden die gemeenten van het rijk ontvingen. Gemeenten zijn verplicht hun doelstelling te halen als er daadwerkelijk inwoners met een indicatie zijn om die plekken op te vullen. Als een gemeente die doelstelling niet haalt, is het volgens een woordvoerder van het ministerie in de eerste plaats aan de gemeenteraad om dit aan te kaarten bij het college.


VNO/NCW
Het project ‘Op naar de 100.000 banen’, dat werkgevers stimuleert en ondersteunt bij het creëren van banen voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt, is met ingang van 1 april 2018 met drie jaar verlengd.


Terughoudend doorverwijzen
Een woordvoerder van Cedris laat weten dat er een wisselend beeld is van de samenwerking tussen gemeenten en UWV op het gebied van beschut werk. ‘Gemeenten lopen tegen vele knelpunten en vragen aan als het gaat om de invulling. De strengheid van de indicatie is er een van. De indruk bij Cedris is dat beschut werk een zwakkere doelgroep kent dan de onderkant van de oude Wsw.’ Daarover gaat de belangenkoepel met het UWV in gesprek. Veel gemeenten zien volgens Cedris op tegen doorverwijzen voor een indicatie omdat ze vrezen dat cliënten hun hele werkzame leven in die voorziening blijven. Cedris pleit daarom voor tijdelijke indicaties.

Vakbond FNV laat weten dat het lage aantal beschutte werkers vooral aan de gemeenten ligt, die tot voor kort terughoudend waren met doorverwijzing voor indicaties. ‘Van 2015 tot december 2017 hebben gemeenten 1.439 aanvragen ingediend. Sinds 2017 kunnen burgers zelf een aanvraag indienen en zijn er 1.700 individuele aanvragen geweest. Van de 1263 positieve adviezen waren er eind september vorig jaar slechts 735 aan het werk. Daar kun je het UWV moeilijk de schuld van geven.’

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie