Doorstart?
In het arbeidsrecht geldt dat iemand maximaal drie tijdelijke arbeidsovereenkomsten met dezelfde werkgever kan aangaan.
Het moet dan gaan om dezelfde werkzaamheden. Deze regel is ook van toepassing als er sprake is van opvolgende werkgevers. Als iemand eerst als uitzendkracht bij een bedrijf werkt, en daarna op basis van een arbeidsovereenkomst met het bedrijf gaat werken, telt de uitzendperiode mee in de keten van tijdelijke arbeidsovereenkomsten. Zo worden werknemers beschermd tegen draaideurconstructies.
Maar hoe zit het bij ambtenaren? Ook bij de overheid komen draaideurconstructies voor. Voor rijksambtenaren gelden dezelfde regels als in het arbeidsrecht. Voor gemeentelijke ambtenaren is minder duidelijk of draaideurconstructies verboden zijn. Dit wordt treffend geïllustreerd door twee uitspraken van de rechtbank Den Haag, kort na elkaar gedaan maar met een heel verschillende uitkomst.
Het betrof beide keren ambtenaren van de gemeente Den Haag die zich er op beriepen dat zij inmiddels een vaste aanstelling hadden. In de ene zaak betrof het iemand die eerst via een detacheringsbureau als projectmedewerker handhaving aan het werk was bij de gemeente. Vervolgens blijft hij dezelfde werkzaamheden verrichten, maar nu op basis van een tijdelijke ambtelijke aanstelling met de gemeente. Deze aanstelling wordt twee keer verlengd. Is er nu een vaste aanstelling ontstaan? Volgens de rechter is destijds besloten tot detachering omdat de gemeente er vanuit ging dat het om tijdelijke taken ging waartoe ze door de rijksoverheid was verplicht. De gemeente had terecht besloten om niet meteen een ambtelijke aanstelling te geven. De detacheringsperiode telt daarom niet mee in de ‘keten’. Dat betekende dat er geen sprake was van meer dan drie aanstellingen, en de projectmedewerker kon geen vaste aanstelling claimen.
Heel anders verliep het in een uitspraak van drie dagen later. Ook hier ging het om een ambtenaar die eerder als uitzendkracht bij de gemeente werkte. Aansluitend kreeg hij een tijdelijke aanstelling als parkeercontroleur. Ook hier werd de tijdelijke aanstelling tweemaal verlengd. Anders dan bij de projectmedewerker is de rechter hier van oordeel dat de uitzendperiode wél meetelt. Daarmee is er sprake van een situatie dat meer dan drie tijdelijke aanstellingen elkaar hebben opgevolgd. Van belang is hierbij dat de werkzaamheden als parkeercontroleur een structureel karakter hebben, die in beginsel vanuit een ambtelijke aanstelling moeten worden verricht. Er had dus eigenlijk destijds al een aanstelling moeten worden gegeven in plaats van een uitzendkracht in te huren. De parkeercontroleur heeft volgens de rechter daarom inmiddels een vaste aanstelling.
De scheidslijn tussen beide uitspraken is heel dun. Het is niet erg duidelijk wanneer een detachering of uitzendperiode voor gemeenteambtenaren meetelt in de keten van tijdelijke aanstellingen. Als de plannen voor afschaffing van de ambtelijke status doorgaan, is dit punt in ieder geval opgelost. Draaideurconstructies zijn dan ook voor gemeenteambtenaren definitief niet meer mogelijk. Maar voorlopig is van duidelijkheid nog geen sprake.
Zie LJN BQ 0428 + LJN BP 9675