Maak jeugdzorg overbodig; tip 16, Doorbreek de 18plus barrière!
Mijn zestiende tip aan de gemeenten als toekomstige opdrachtgevers om jeugdzorg zoveel mogelijk overbodig te maken, gaat over het doorbreken van de “18plus barrière”.
Mijn zestiende tip aan de gemeenten als toekomstige opdrachtgevers om jeugdzorg zoveel mogelijk overbodig te maken, gaat over het doorbreken van de “18plus barrière”. Deze barrière heeft betrekking op het feit dat jongeren vanaf hun 18de uit de (“vrijwillig” gedwongen) jeugdzorg vallen, terwijl hun problematiek nog niet is opgelost.
Vaak is dan sprake van een terugval in problematisch of crimineel gedrag, schooluitval en werkloosheid. En als deze jongeren (weer) thuis (komen) wonen, dan vormen ze met hun slechte voorbeeldgedrag een bedreiging voor de veilige ontwikkeling van hun jongere “brusjes” (broertjes en zusjes). Hierin berusten betekent nog los van het menselijke drama een forse financiële desinvestering van alle hiervoor verleende jeugdzorg.
Gemeenten kunnen al veel aan dit knelpunt doen door het regelen van goede en tijdige nazorg in de vorm van het aanbieden van begeleid zelfstandig wonen in combinatie met een leer/werktraject. Maar het wordt ingewikkelder als 18plussers hiervoor niet vrijwillig te motiveren zijn, onder meer omdat ze langs andere wegen (criminele activiteiten) voorzien in hun levensonderhoud. Toch zijn er mogelijkheden om meer vat te krijgen op deze groep 18plussers onder regie van de gemeenten.
Het gaat dan in essentie om een combinatie van maatregelen die enerzijds een goed perspectief bieden en anderzijds de voordelen van de huidige levensstijl wegnemen. Dat goede perspectief heeft betrekking op het snel bieden van zaken als vervolghulp, dagbesteding, opleiding, werk en (begeleid) wonen. De gemeente kan er bijvoorbeeld voor zorgen dat er werk komt voor jongeren met een strafblad. Bij de gemeente zelf of bij ondernemers die bereid zijn jongeren met een strafblad een nieuwe kans te geven (met steun van de gemeente). De gemeente kan bijvoorbeeld afspraken maken met de ROC’s en het lokale bedrijfsleven om speciale leer/werktrajecten te ontwikkelen voor jongeren voor wie het moeilijk is om langer dan 1 dag per week in de klas te zitten.
Ook aan de dwang/drang kant is meer mogelijk dan vaak wordt gedacht. Met politie en justitie kunnen afspraken worden gemaakt om de pakkans en veroordelingkans te verhogen door intensiever rechercheren en scherper lik op stuk beleid (zie tip 8). Ook kan veel meer werk worden gemaakt van de zogenaamde “patseraanpak”. In die aanpak worden luxe goederen waarvan jongeren niet kunnen aantonen waar ze die van hebben betaald van de jongeren afgenomen zodat misdaad niet langer loont.
In de jeugdreclassering kan veel alerter gebruik gemaakt worden van het opleggen van een maatregel hulp en steun bij schoolverzuim en strafrechtelijke vergrijpen van 17 jarigen. Deze maatregel voorziet in de mogelijkheid om de jongere in kwestie nog ver na zijn 18de verjaardag gedwongen te laten begeleiden door een jeugdreclasseerder. Voldoet de jongere niet aan de door de kinderrechter opgelegde voorwaarden (stoppen met crimineel gedrag, meewerken aan behandeling, volgen van een opleiding) dan volgt een zogenaamde terugmelding en kan alsnog worden overgegaan tot oplegging van een taakstraf of gevangenisstraf.
Bureau Jeugdzorg Agglomeratie Amsterdam en Reclassering Nederland hebben recent principe afspraken gemaakt over het bij elkaar “indalen” van jeugd- en volwassenreclasseerders. Als de voor effectiviteit van hulpverlening cruciale vertrouwensrelatie tussen jeugdreclasseerder en jongere goed is dan kan die bij het bereiken van de 18de verjaardag als volwassenreclasseerder doorgaan. Omgekeerd kunnen stevig criminele 17 jarigen direct een volwassenreclasseerder toegewezen krijgen die het eerste jaar nog als jeugdreclasseerder aan de slag gaat, maar daarna als volwassenreclasseerder door kan gaan met het begeleiden van de jongere.
In de jeugdbescherming kunnen problematische 18plussers gestimuleerd worden om zelfstandig begeleid wonen en het volgen van leer/werktrajecten te accepteren, omdat anders hun jongere brusjes onder toezicht worden gesteld of mogelijk zelfs uit huis geplaatst moeten worden. Dit lijkt wellicht op het eerste gezicht als het straffen van brusjes voor het slechte gedrag van hun oudere broertje, maar bij verder doordenken is deze optie in lijn met het opkomen voor de belangen van de brusjes. Het slechte voorbeeldgedrag van problematische 18plussers in het gezin wiens negatieve invloed niet buiten de deur kan worden gehouden door de ouders vormt immers een ernstige bedreiging van de veilige ontwikkeling van de brusjes.
Uit de geschetste mogelijkheden om de 18plus barrière in de jeugdzorg te doorbreken blijkt dat het vooral aankomt op een ragfijn samenspel tussen diverse gemeentelijke en niet gemeentelijke organisaties. Het zijn bij uitstek de gemeenten om de regierol te pakken om dit ragfijne samenspel succesvol vorm te geven. Financieel zullen de gemeenten er ook niet minder van worden, omdat de brusjes veel minder een beroep zullen doen op dure jeugdzorg en omdat de 18plussers minder in een uitkering zullen belanden.
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.