Goede gezondheid basis voor bestaanszekerheid
Bestaanszekerheid hangt nauw samen met gezondheid.
Bestaanszekerheid hangt nauw samen met gezondheid. Het beleid voor beide onderwerpen moet daarom door overheden in samenhang - in plaats van los van elkaar - worden ontwikkeld, wil het echt effectief kunnen zijn.
Mensen met geldproblemen kampen vaak met allerlei andere problemen, veelal op het gebied van gezondheid. Denk aan langdurige stress, overgewicht, sociale uitsluiting en psychische problemen. Deze multiproblematiek rondom bestaansonzekerheid is vaak een kip-eiverhaal: zwakke gezondheid is geregeld het gevolg van geldproblemen, maar ook omgekeerd.
Om bestaansonzekerheid effectief tegen te gaan en aan te pakken is onderlinge wisselwerking noodzakelijk tussen het gezondheidsbeleid én het armoede-, minima- en schuldhulpverleningsbeleid. Zowel in de beleidsvorming als in de uitvoering. Een echte domeinoverstijgende aanpak ontbreekt nu nog in veel gemeenten. Meestal werken de afzonderlijke domeinen langs elkaar heen. Hier ligt de belangrijkste kans voor gemeenten.
En er is nog een grote uitdaging; het vereenvoudigen en het verduidelijken van het hele stelsel van regels, systemen en maatregelen op het gebied van bestaanszekerheid. Informatie is voor veel gebruikers niet te doorgronden en gewenste hulp en ondersteuning is moeilijk te vinden. Het stelsel is niet afgestemd op de taal- en digitale vaardigheden van de doelgroep. Dat veroorzaakt juist veel stress en onzekerheid. Het zorgt bovendien voor onderbenutting van de beschikbare regelingen en voorzieningen.
Onder andere daarom is het ook zo belangrijk voor gemeenten om direct met inwoners gelijkwaardig samen te werken (en met het maatschappelijk middenveld). Het probleem is dat inwoners juist weinig worden betrokken bij het vinden van oplossingen tegen bestaansonzekerheid. Tegelijkertijd is het vertrouwen in de overheid wankel. Laat dus zien dat je als gemeente het perspectief van de inwoners centraal stelt, met hen het goede gesprek voert en zo veel mogelijk aansluit op wat zij nodig hebben.
Het nemen van preventieve maatregelen is een continu proces
Bij het aanpakken van bestaansonzekerheid is ook inzetten op brede preventie noodzakelijk. Internationaal wetenschappelijk onderzoek toont aan dat ervaringen in de vroege kinderperiode bepalend zijn voor de kansen later. Een programma zoals Kansrijke Start verdient daarom navolging. Het nemen van preventieve maatregelen is een continu proces. Het vraagt om aandacht voor preventieve zorg rond bijvoorbeeld de geboorte van een kind, de transitie naar volwassenheid, echtscheiding en pensionering.
Brede preventie kan op deze manier stabiliteit bieden aan mensen in kwetsbare omstandigheden. Die stabiliteit kan vervolgens bijdragen aan financiële zekerheid, wat een belangrijke rem zet op het ontstaan of toenemen van (gezondheids)problemen. Tot slot: de (rand)voorwaarden die het rijk stelt zijn medebepalend voor de effectiviteit van interventies op lokaal niveau. Ook op nationaal niveau moeten verschillende ministeries (waaronder sociale zaken, volksgezondheid, wonen en financiën) samen werken aan een samenhangend langetermijnprogramma, waarin alle pijlers van bestaanszekerheid samenkomen.
Ruud Dorenbos, senior projectleider bij Platform31
Anna Hiemstra, strategisch adviseur bij Pharos
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.