Tip 60: Vergeet passend onderwijs niet
Bij de decentralisaties gaat alle aandacht uit naar de grote drie: jeugdzorg, participatie en wmo. Maar vergeet ook het passend onderwijs niet, betoogt Erik Gerritsen.
Tip 60 in de reeks extra tips gericht op de vraag wat gemeenten de komende paar maanden nog aan “damage control” kunnen doen om de transitie jeugdzorg zonder al te grote ongelukken te overleven, gaat over het niet vergeten van die andere grote operatie met grote raakvlakken met de transitie jeugdzorg, te weten de invoering van passend onderwijs.
Die invoering is vanaf heden formeel een feit. De invoering van passend onderwijs met ingang van dit schooljaar is er in essentie op gericht om in regionaal verband samenwerkende scholen te bewegen om maximaal in te zetten op het bieden van passend onderwijs op reguliere scholen voor kinderen die te kampen hebben met allerlei soorten van problemen die het leren belemmeren en daarmee het beroep op het speciaal onderwijs terug te dringen. Dit streven past naadloos in het jeugdhulptransformatiegedachtengoed gericht op zo veel mogelijk normaliseren.
Zowel in de wet op het passend onderwijs als in de nieuwe jeugdwet wordt dan ook niet voor niets aandacht besteed aan het belang van op overeenstemming gericht overleg (OOGO)tussen gemeenten en onderwijsinstellingen. Op zich een vreemde term overigens want bestaat er ook niet op overeenstemming gericht overleg? Maar afijn. De wetgever gaat er blijkbaar van uit dat dat overleg tussen scholen en gemeenten niet vanzelf tot stand gaat komen. De vraag is overigens of wat zinnetjes in beide wetten daar veel aan gaan bijdragen.
Belangrijker is dat (regionaal samenwerkende) scholen en gemeenten zich realiseren dat ze beide financieel en inhoudelijk belang hebben bij een nauwe samenwerking. In algemene zin maken vele professionele handen, als ze goed samenwerken, het zware werk met betrekking tot kwetsbare kinderen lichter. Meer specifiek kunnen scholen profiteren van jeugdhulp in de scholen om het kwetsbare kinderen op het reguliere onderwijs te houden en daarmee kosten te besparen voor speciaal onderwijs. Docenten worden zo ontzorgd, kunnen zich focussen op lesgeven mede gebruikmakend van tips van jeugdhulpprofessionals hoe om te gaan met kwetsbare kinderen. Andersom kunnen docenten als ogen en ogen fungeren voor de jeugdhulpprofessionals als het gaat om de vraag of hulp ook voldoende effect sorteert. Jeugdhulp in en buiten de school (bijvoorbeeld in het gezin en in de wijk) kunnen via korte lijnen op elkaar worden afgestemd. Daarmee kan ook voor een deel beroep op dure jeugdhulp worden vermeden en wordt de gespecialiseerde jeugdhulp die deels altijd nodig zal blijven veel effectiever en duurzamer. En daar profiteren niet alleen de kinderen in de knel van, maar ook de gemeenten (in financiële zin).
Omdat de transitie van alle betrokkenen, met nog slechts zo’n 65 werkdagen te gaan op weg naar 1-1-2015, een grote inspanning zal vragen is het kortom verstandig om snel werk te maken van het OOGO. Niet omdat het van de wet moet, maar omdat dat in ieders belang is. Het zal zeker bijdragen aan de vermindering van de kans op grote ongelukken rondom de transitie.
In het bijzonder verdient in dit verband de positie van thuiszitters de aandacht. Daarbij gaat het grotendeels om kinderen die vanwege bijvoorbeeld chronische ziekte, een psychiatrische stoornis, dyslectisch hoogbegaafdheid, mantelzorg of een baan in verband met schulden, niet (geheel) aan de leerplichtwet kunnen voldoen in de zin van les krijgen op school. Passend onderwijs voor dit soort kinderen en jongeren (mbo) dient te bestaan uit maatwerk. Dan gaat het om het in samenwerking tussen de afdeling leerplicht van de gemeenten met scholen mogelijk maken van geheel of gedeeltelijk thuisonderwijs/zelfstudie, terwijl de leerlingen wel ingeschreven worden op een school die ook voor het afleggen van schoolonderzoeken en examens zorg draagt. Gemeenten doen er daarbij verstandig aan de huidige AWBZ eis dat school een voorliggende voorziening is te laten vallen. Die leidt er nu nog toe dat ouders gedwongen worden ontheffing van de leerplicht aan te vragen om in aanmerking te komen voor extra begeleiding voor hun kwetsbare kinderen. Het ministerie van OCW zal hiertoe de ruimte moeten bieden door scholen die hier aan meewerken niet financieel en anderszins te straffen. Een deel van de financiering die scholen voor deze kinderen ontvangen kan worden doorgesluisd naar de ouders ter medefinanciering van thuisonderwijs.
Gebeurt dit niet dan blijven de thuiszitters verstoken van onderwijs wat ook de effectiviteit van de ingezette jeugdhulp niet ten goede zal komen. Bovendien komen deze jongeren met een grote achterstand op de arbeidsmarkt met alle kosten voor werkloosheidsuitkeringen van dien.
Eric Gerritsen
De eerste 55 tips staan in het boek “Hoe kun je als gemeente de transitie jeugdzorg overleven: 55 tips voor deskundig opdrachtgeverschap, voor slechts 12,50 euro te bestellen bij communicatie@jbra.nl.
vanwaar toch nog die reclame voor je boekje , als je 't nu al zelf over 'Damage control' hebt , Erik ?