CRvB: gemeente zelf verantwoordelijk bij melding ‘verkeerde’ afdeling
De inlichtingenverplichting moet worden nagekomen bij de afdeling van de gemeente die de Participatiewet uitvoert.
Maakt het uit als een inwoner met een bijstandsuitkering zich meldt bij de afdeling ‘werk’, in plaats van de afdeling ‘inkomen’? De gemeente Vlaardingen meende van wel en legde de burger een boete op voor het schenden van de inlichtingenplicht. Ten onrechte, zo oordeelt de Centrale Raad van Beroep.
De gemeente Vlaardingen heeft de uitvoering van de Participatiewet opgesplitst in twee afdelingen: één voor werk, één voor inkomen. Intern zal dat vast goed werken, maar voor een nietsvermoedende inwoner is die indeling niet per se logisch.
Slagerij
Zo ook voor een man die sinds 2015 een bijstandsuitkering ontvangt. Op 6 november 2019 heeft hij een gesprek met een werkconsulent van Stroomopwaarts, de instantie die voor het Vlaardings college van B en W de Participatiewet uitvoert. Aan de werkconsulent vertelt de inwoner dat hij sinds maart 2019 een slagerij heeft.
Inlichtingenplicht
Daarmee voldoet de man aan de inlichtingenplicht, dacht hij. Toch krijgt hij van de gemeente een boete omdat hij deze plicht zou hebben geschonden. Het college meent namelijk dat de man bij de inkomensconsulent van de afdeling inkomen had moeten melden dat hij als zelfstandig ondernemer actief is, in plaats van bij de werkconsulent van Stroomopwaarts.
Hoger beroep
De slager was het hier niet mee eens en stapte naar de rechter. De rechtbank Rotterdam verklaarde het beroep echter ongegrond. Het besluit van de gemeente, en daarmee de boete, hield stand. De inwoner ging in hoger beroep.
Eigenlijk heeft de CRvB het voor de burger wat makkelijker gemaakt
Onterecht
De Centrale Raad van Beroep geeft de man wél gelijk: hij heeft de inlichtingenverplichting niet geschonden en het college heeft ten onrechte een boete opgelegd. De hoogste bestuursrechter in socialezekerheidszaken stelt dat de inlichtingenverplichting moet worden nagekomen bij de afdeling van de gemeente die de Participatiewet uitvoert. ‘Daarbij is niet van belang of het college de keuze heeft gemaakt dat een betrokkene voor de bijstand belangrijke feiten en omstandigheden moet melden bij een bepaald team, een bepaalde onderafdeling of een bepaalde functionaris’, zegt de CRvB.
Verantwoordelijkheid
Een burger voldoet dus ook aan de inlichtingenverplichting als hij of zij die feiten en omstandigheden tijdig meldt bij een met de uitvoering van de Participatiewet belaste werkconsulent. Doorslaggevend is of de betrokken teams, onderafdelingen of functionarissen behoren tot de afdeling van de gemeente die de Participatiewet uitvoert. ‘Dat is hier onmiskenbaar het geval’, zo oordeelt de rechter. Dat de informatie intern bij de juiste afdeling of persoon terechtkomt is niet de verantwoordelijkheid van de burger.
Algemene en bijzondere bijstand
‘Eigenlijk heeft de CRvB het voor de burger wat makkelijker gemaakt’, licht Kim Brummans toe. Zij is jurist en vakredacteur Participatiewet bij Wolters Kluwer Schulinck. Volgens haar schrijft de Participatiewet niet voor hoe gemeenten de uitvoering van de wet moeten regelen. ‘Het gebeurt wel vaker dat gemeenten onderscheid maken tussen de afdelingen, of dat een organisatie buiten de gemeente wordt gemandateerd om de Participatiewet uit te voeren’, vertelt Brummans. ‘Maar of het nu gaat om een onderscheid tussen de afdelingen inkomen en werk, of tussen algemene en bijzondere bijstand: bij al die afdelingen moet de inwoner terecht kunnen voor de inlichtingenplicht. Voor gemeenten betekent dit dus dat zij intern goede communicatieafspraken moeten maken, zodat de juiste afdelingen op de hoogte zijn van meldingen van burgers in de bijstand.’
Vlaardingen moet zich doodschamen!