Advertentie
sociaal / Achtergrond

Burgemeesters onder de pannen

Burgemeesters van kleine, rijke gemeenten hoeven niet aan te kloppen voor extra vergoedingen vanwege hoge hypotheeklasten. Veruit de meeste dure dorpen beschikken over een ambtswoning. Geen ‘Helderse toestanden’ .

30 januari 2009

In Blaricum deden de woningen in 2008 gemiddeld 764.500 euro. Daarmee was de Gooise gemeente opnieuw de duurste van ons land. Het lastige is dat burgemeesters een salaris krijgen dat afhangt van het aantal inwoners. Burgemeester Joan de Zwart-Bloch van Blaricum (9000 inwoners) valt in ‘inwonersklasse 4’. Daarbij hoort vanaf 1 april aanstaande een salaris van 4.675 tot 6.018 euro, plus een eindejaarsuitkering van 9,8 procent. Het is al met al geen inkomen waarvan een doorsnee Blaricumse woning te betalen valt.

 

Gelukkig voor De Zwart kocht de gemeente in 2002 een ambtswoning, nadat de vorige aan de toenmalige burgemeester werd verkocht. De koopprijs bedroeg bijna een half miljoen euro en doet nu naar schatting ongeveer zes ton. De woning staat echter niet in het historische hart van het BN-ersdorp, maar in de wijk Bijvanck, gebouwd in de jaren zeventig. ‘Nogal wat inwoners van ons oude dorp vinden dat niet representatief’, zegt De Zwart. “Dat je daar wilt wonen!”, zeggen ze. Ze vinden dat de burgemeester, net als de notaris, de advocaat en de dominee in een rietgekapte villa in het dorpshart hoort te wonen. Maar ja, mijn inkomen staat in geen verhouding tot de prijzen daar.’

 

De Zwart zelf vindt dat geen probleem. ‘Het is een woning met veel ruimte, veel glas en beton en veel groen er omheen. Ik woon er prettig en kan er beroepsmatig mensen ontvangen zonder dat ik het gevoel heb dat we als sardientjes in een blikje zitten.’ De Zwart draagt, geheel volgens de regels, 12 procent van haar bruto inkomen af aan de gemeente, waarmee ze een huurcontract heeft.

 

Knelpunt

 

Situaties zoals in Den Helder, waarbij de later geschrapte afspraak werd gemaakt dat de burgemeester een maandelijkse tegemoetkoming van 3.200 euro zou krijgen voor dubbele woonlasten, doen zich in het Gooi niet voor. Voor de collega’s van De Zwart geldt ook dat ze over een ambtswoning beschikken. Huizen merkte in 2005 dat het ontbreken van een dienstwoning een knelpunt kon zijn voor het aantrekken van een nieuwe burgemeester. In 2006 kocht de gemeente voor burgemeester Frans-Willem van Gils een ambtswoning, voor 628.000 euro.

 

Ook voor de burgemeesters van Laren en Eemnes zijn ambtswoningen beschikbaar. De woz-waarde van de woning in Eemnes in 2007 is hoog: 1,2 miljoen euro. Dure dorpen buiten het Gooi beschikken veelal eveneens over een ambtswoning. De nieuwe burgemeester van Bloemendaal (vacature sinds begin dit jaar) kan na installatie zo de twee-onder-eenkapper betrekken die de gemeente een paar jaar geleden aanschafte. In het Gelderse Rozendaal is de burgemeestersfunctie eveneens vacant. De gemeente beschikt over een ambtswoning, maar de raad vindt die niet representatief genoeg. Er gaan stemmen op een nieuwe te bouwen.

 

Bijzonder

 

Uitzondering is Naarden (17 duizend inwoners), waarvan Peter Rehwinkel sinds 2004 burgemeester is. Rehwinkel woont nog steeds in Amsterdam, ondanks dat burgemeesters sinds 2002 de plicht hebben om binnen een jaar naar hun gemeente te verhuizen. In bijzondere situaties kan deze periode tot vijf jaar worden opgerekt.

 

De raad van Naarden accepteerde echter in 2007 dat Rehwinkel nog steeds niet was verhuisd. Per 1 januari 2010 zou Naarden immers fuseren met Weesp, Muiden en Bussum, waardoor de burgemeesterspost zou komen te vervallen. Een ambtswoning aanschaffen achtte de raad om diezelfde reden geen optie. De fusiedatum lijkt inmiddels door bestuurlijke verdeeldheid onhaalbaar, maar Rehwinkel blijft voorlopig gewoon in Amsterdam.

 

Verhuisplicht en rechten burgemeester

 

Een burgemeester moet wonen in zijn gemeente, staat in de wet. Een uitzondering is mogelijk: de raad kan ‘voor ten hoogste een jaar ontheffing’ verlenen. De vergoedingen waarop de burgemeester recht heeft bij verhuizing (of tijdelijk nog niet verhuizen) zijn vastgelegd in het ‘Rechtspositiebesluit burgemeesters 1994’ en de ministeriële ‘Regeling rechtspositie burgemeesters’. De belangrijkste punten:

 

  • Recht op verhuiskostenvergoeding, ook in het geval de burgemeester in een tijdelijke woning gaat wonen. Deze vergoeding bestaat uit: a. de transportkosten voor vervoer van inboedel; b. uit verhuizing voortvloeiende kosten (maximum 5.445 euro); c. kosten in verband met dubbele woonlasten (maximaal 272,27 euro per maand, maximum van vier maanden).

     

  • Indien de burgemeester na benoeming nog geen woonruimte heeft, heeft hij recht op vergoeding van reis- en pensionkosten. De pensionkostenvergoeding is maximaal 90 procent van de gemaakte maandelijkse pensionkosten tot maximaal de helft van de bezoldiging. De reiskosten zijn de ov-kosten of 15 eurocent per afgelegde kilometer.

     

  • Als de burgemeester in een ambtswoning gaat wonen, wordt zijn bezoldiging met 12 procent gekort. De minister kan een lager percentage vaststellen.

     

  • Onderhoudskosten aan de ambtswomoet de burgemeester betalen.

     

  • Als de gemeente hypotheken verstrekt aan de eigen ambtenaren, mag ook de burgemeester daaraan meedoen.

     

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie