Advertentie
sociaal / Achtergrond

Slim schrappen

Sommige ingrediënten in de wijze waarop gemeenten de korting op de huishoudelijke hulp verwerken, keren bijna overal terug. Zo wordt volop ingezet op eigen verantwoordelijkheid en het aanboren van hulp van familie en vrienden. Ook verwachten gemeenten veel van de wijkteams, zeker bij het zoeken van alternatieven voor professionele hulp.

23 mei 2014

De budgetten voor huishoudelijke hulp worden in 2015 met 40 procent gekort. Eindhoven kiest voor een zachte landing, waar Haarlem in uren snijdt. ‘We krijgen nog geen klachten.’

Sommige ingrediënten in de wijze waarop gemeenten de korting op de huishoudelijke hulp verwerken, keren bijna overal terug. Zo wordt volop ingezet op eigen verantwoordelijkheid en het aanboren van hulp van familie en vrienden. Ook verwachten gemeenten veel van de wijkteams, zeker bij het zoeken van alternatieven voor professionele hulp. Maar een recept dat vanaf 2015 overal werkt, dat is er niet.

Eindhoven kiest voor een zogeheten ‘zachte landing’. De bezuiniging op de huishoudelijke hulp wordt gefaseerd ingevoerd. De gemeente wil hiermee de hulp voortzetten voor Eindhovenaren die dat nodig hebben en gedwongen ontslagen voorkomen. ‘Concreet betekent dit dat komende jaar niet de volle 40 procent, maar 15 procent wordt bezuinigd op de hulp bij het huishouden. Het tempo waarin de resterende 25 procent bezuiniging wordt gerealiseerd, is aan het nieuwe college’, aldus de Eindhovense wethouder Staf Depla (financiën, PvdA). De afgelopen jaren is binnen de begroting een potje opgebouwd, waarmee de gespreide bezuiniging financieel kan worden opgevangen.

De 15 procent bezuinigingen die voor 2015 staan ingeboekt, denkt GroenLinks-wethouder Lenie Scholten (welzijn en zorg) zonder al te veel problemen te kunnen realiseren. ‘We zijn al eerder begonnen met versobering van de hulp bij het huishouden.’  Thuiszorgmedewerkers die strijken en boodschappen doen zijn al een tijdje geleden uit het pakket geschrapt. Dat doet nu de vrijwillige hulpdienst. ‘Op een budget van 20 miljoen euro heeft dit al zo’n 2,5 miljoen euro opgeleverd.’ Daarmee anticipeerde Eindhoven al op de komende rijksbezuinigingen. Ook is de stad gestopt met het standaard toekennen van een paar uur huishoudelijke hulp per week aan 75-plussers.

Strengere selectie
Met strengere selectie aan de poort denkt Eindhoven de resterende bezuinigingen voor 2015 te kunnen opvangen. ‘Sinds een aantal maanden kloppen mensen voor hulp niet meer bij het Wmo-loket aan, maar bij de wijkteams. In overleg wordt bekeken welke hulp echt nodig is en of er alternatieven voorhanden zijn.’

Die zijn er vaker dan van tevoren gedacht. ‘We zien nu dat de vraag afneemt, maar we waren ook altijd wel heel ruimhartig in onze toekenning.’ Scholten heeft nog geen compleet beeld van de resultaten van deze nieuwe werkwijze, die bovendien nog niet overal in de stad is ingevoerd. De eerste resultaten stemmen echter hoopvol. Mocht de aanpak toch onvoldoende vruchten afwerpen, dan kan de huidige eigen bijdrage van 15 euro per uur worden verhoogd.

Voor de invulling van de resterende 25 procent neemt Eindhoven bewust de tijd. Samen met de zorgaanbieders en de vakbonden wil Scholten naar oplossingen zoeken. ‘Met de fasering waartoe we hebben besloten, is tijd en lucht gecreëerd om mogelijke veranderingen voor inwoners stapsgewijs te laten ingaan en te komen tot een geleidelijke afbouw van de werkgelegenheid.’ Voor het Eindhovense college heel belangrijk. Scholten: ‘Met de toenemende extramuralisering hebben we thuiszorgmedewerkers straks hard nodig.’

Huisbezoek
Huizen heeft een andere aanpak om de ‘heftige bezuinigingsopdracht’ van het rijk het hoofd te bieden, vertelt Saloua Chaara, beleidsmedewerker sociaal domein van de gemeente Huizen. Daarin draait het om vraagsturing in combinatie met resultaatfinanciering. Gemeentelijke consulenten gaan al sinds 2007 jaar op huisbezoek en brengen − samen met de inwoner − in kaart wat er aan de hand is, wat nodig is, wat inwoners hierin zelf kunnen doen en wat er aan professionele hulp en ondersteuning resteert. Hiermee loopt Huizen vooruit op de keukentafelgesprekken, die gemeenten vanaf komend jaar volop gaan voeren. Voor Huizen is een aanpak waarbij de vraag en niet de voorziening leidend is, de standaard aanpak. Het resultaat dat bereikt moet worden telt. De hulp die nodig is, wordt nu nog via het huisbezoek vertaald in uren en taken, die vervolgens worden vastgelegd in een beschikking. Eén van de 21 thuiszorgaanbieders kan daarmee aan de slag en wordt op basis van ‘uurtje factuurtje’ afgerekend. Ook in de wijze van beschikken en factureren wordt de komende tijd het resultaat en niet het aantal gewerkte uren centraal gesteld.

‘Om de bezuinigingen op te vangen, gaan we volgend jaar nog steviger inzetten op de persoonlijke aanpak en goed kijken naar de mogelijkheden van mensen zelf. Daar valt grote winst te halen’, weet Chaara. De relatie tussen het aantal gesprekken en het aantal toekenningen over 2012 leert dat zo’n 37 procent van de gesprekken uiteindelijk niet tot de inzet van individuele voorzieningen leidt. ‘Op basis van alternatieve en eigen oplossingen is professionele hulp niet meer nodig. Mensen komen, bijvoorbeeld in gesprek met onze consulenten, tot ideeën waar ze zelf niet zo snel aan hadden gedacht. Of ze worden ondersteund door andere dan individuele voorzieningen.’

Blijft natuurlijk altijd nog een grote groep die wel huishoudelijke hulp nodig heeft. Voor mensen die zelf niet in eigen oplossingen kunnen voorzien en die de hulp echt nodig hebben, blijft de gemeente Huizen ondersteunen. Welke zorg precies en met welke frequentie die wordt geleverd, wordt vanaf komend jaar als het ware overgelaten aan de cliënt en de leverancier. ‘Dit hebben we afgestemd met onder meer de cliëntvertegenwoordigers, consulenten en leveranciers. Zij pleitten voor meer vrijheid en maatwerk aan de achterkant’, aldus Chaara.

‘De huishoudelijke hulp wordt nu op basis van een wekelijkse frequentie geleverd. Dat gaan we loslaten. We berekenen wel wat nodig is en baseren daar het toe te kennen budget op, maar we leggen als gemeente niet meer vast welke activiteit wanneer moet worden geleverd en met welke frequentie. Die invulling laten we aan de cliënt en de aanbieder over. Hiermee regisseert de klant hoe zijn hulp wordt ingezet. We gaan dus minder op uren en taken sturen, maar juist op kwaliteit en resultaten.’

Het te bereiken resultaat wordt in de beschikking vastgelegd én gecontroleerd. ‘Contractbeheerders zien toe op de naleving van contractafspraken’, aldus Chaara. Verdere besparing denkt Huizen te kunnen bereiken door huishoudelijke hulp te combineren met begeleiding. ‘14 procent van onze cliënten krijgt nu zowel huishoudelijke hulp als begeleiding.’ Door de ingezette weg van vraagsturing en het aanboren van eigen kracht te vervolgen, hoeft Huizen geen generieke maatregelen te nemen om de bezuinigingen op te vangen, zoals bij iedereen uren ‘wegsnijden’ of het uitsluiten van doelgroepen.

Leefbare woning
Gemeenten als Haarlem en Amsterdam hebben daar wel toe besloten. Haarlem stapt af van de huidige systematiek waarbij iemand op basis van een indicatie een bepaald aantal uren huishoudelijke hulp krijgt. Alleen voor mensen met een beperking blijft de lichtste vorm van huishoudelijke ondersteuning beschikbaar, zo heeft het Haarlems college recent voorgesteld aan raad. Die neemt komende maand hierover een besluit.

‘Uitgangspunt vanaf 2015 is het behalen van een schone en leefbare woning’, licht woordvoerder Edwin Bakker toe. De bewoner is daar in eerste instantie zelf verantwoordelijk voor, maar als het echt niet lukt, kan bij de gemeente worden aangeklopt. ‘Dat betekent echter niet dat als vanzelfsprekend een aantal uren hulp wordt toegekend.’

Ook Haarlem gaat eerst kijken wat de hulpvrager en zijn sociale netwerk zelf nog kan. Vervolgens wordt gekeken of via algemene voorzieningen zoals BUUV – de digitale sociale marktplaats waar hulp en klusjes worden uitgewisseld – de benodigde hulp beschikbaar is. BUUV wordt per 2015 in de hele stad uitgerold. Als dit alles onvoldoende soelaas biedt, is er het gemeentelijke vangnet. ‘Dat is er voor hen die het echt nodig hebben’, benadrukt Bakker. ‘De bezuinigingen moeten wel worden gehaald.’

Als het uiteindelijk tot een indicatie komt, wordt dit niet vertaald in aantal uren maar in het te bereiken resultaat. Wie welke huishoudelijke taken verricht, wordt in overleg tussen bewoner en aanbieder vastgesteld. Haarlemmers betalen een inkomensafhankelijke eigen bijdrage die het CAK berekent en int. De gemeente heeft inmiddels proefgedraaid bij vijf aanbieders en vierhonderd huishoudens. De eerste ervaringen laten volgens Bakker zien dat de ingeslagen weg haalbaar is. ‘We krijgen geen klachten van ontevreden inwoners en het aantal te bekostigen uren neemt af.’

Amsterdam heeft ervoor gekozen de hulp bij het huishouden te schrappen als individuele voorziening. Met de korting van 40 procent op het budget is het immers onmogelijk om het huidige voorzieningen­niveau in stand te houden, zo stelt het college. En dus zijn keuzes gemaakt. De verantwoordelijkheid voor het schoon­maken van de eigen woning ligt in principe bij de inwoners van Amsterdam zelf. Als ze het niet meer kunnen, moeten ze dit zelf of met hun omgeving oplossen. Voor twee groepen blijft de hulp wel beschikbaar: voor Amsterdammers van 85 jaar en ouder die nu al hulp bij het huishouden ontvangen en voor mensen die door complexe problemen onvoldoende voor zichzelf kunnen zorgen (de GGZ-doelgroep). Ook voor mensen die (tijdelijk) hun huis niet kunnen schoonmaken omdat niemand hen kan helpen en ze het zelf niet kunnen betalen, blijft de gemeente verantwoordelijk.

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie