Zonder wrijving geen glans aan breed offensief
Staatssecretaris Tamara van Ark heeft de Tweede Kamer op de hoogte gebracht van de laatste stand van zaken in het breed offensief, een pakket van maatregelen om meer mensen met een arbeidsbeperking aan het werk te krijgen. Niet geheel toevallig begon dezelfde ochtend waarop Van Ark de brief naar de Kamer stuurde, het voorjaarscongres van Divosa in Leeuwarden. Binnenlands Bestuur sprak er kort met Van Ark en Divosa-voorzitter Erik Dannenberg over de plannen.
Staatssecretaris Tamara van Ark (Sociale Zaken en Werkgelegenheid, VVD) heeft de Tweede Kamer op de hoogte gebracht van de laatste stand van zaken in het breed offensief, een pakket van maatregelen om meer mensen met een arbeidsbeperking aan het werk te krijgen. Niet geheel toevallig begon dezelfde ochtend waarop Van Ark de brief naar de Kamer stuurde, het voorjaarscongres van Divosa in Leeuwarden. Binnenlands Bestuur sprak er kort met Van Ark en Divosa-voorzitter Erik Dannenberg over de plannen.
Loonkostensubsidie gestroomlijnd
De Kamerbrief van Van Ark bevat qua plannen voor het breed offensief weinig nieuws ten opzichte van het conceptwetsvoorstel dat onlangs ter internetconsultatie werd gepubliceerd. Er is een gestroomlijnd proces bedacht voor de aanvraag, toekenning en uitbetaling van de loonkostensubsidie waarmee enkele gemeenten proef gaan draaien en de loonwaardemeting wordt geüniformeerd waarbij gemeenten de mogelijkheid behouden om van meerdere aanbieders gebruik te maken. Ook moeten gemeenten in verordeningen gaan aangeven welke ondersteuning zij bieden en hoe zij dat doen. Daarnaast werkt Van Ark aan een vrijlatingsregeling, en wordt bekeken of een andere financieringssystematiek voor de loonkostensubsidies en de begeleidingsbudgetten beter werkt. De staatssecretaris maakte tevens bekend hoe zij komende tijd verder wil werken aan het ‘simpel switchen’.
Schoen wringt
Uit de brief bleek echter ook in een paar gevallen waar de schoen wringt tussen de kabinetsplannen en de wensen van gemeenten. Van Ark liet donderdag tijdens haar speech vallen dat er ‘zonder wrijving geen glans’ mogelijk is. Bij het vorige voorjaarscongres van Divosa stonden Van Ark en de gemeenten nog tegenover elkaar vanwege het kabinetsplan om in de Participatiewet te gaan werken met loondispensatie in plaats van loonkostensubsidie. Nadat zij dat plan introk, werd de insteek om het instrument loonkostensubsidie en de randvoorwaarden te verbeteren. Over de manier waarop blijken de meningen van de betrokken partijen - staatssecretaris, gemeenten, werkgevers, vakbonden, experts en ervaringsdeskundigen - nog wel eens uiteen te lopen.
‘Gesprek over infrastructuur en beleid’
Belangrijk doel is dat het eenvoudiger wordt voor bovenregionaal opererende werkgevers, die nu nog last hebben van lokale en regionale verscheidenheid in de uitvoering. Loonwaardemeting wordt ‘geüniformeerd’, er komt een ‘preferent werkproces’ voor de loonkostensubsidie, en een verordeningsplicht voor gemeenten moet ‘harmonisering’ van de begeleidingsinstrumenten tot stand brengen. Dat betekent volgens Van Ark niet dat de gemeentelijke beleidsvrijheid in het gedrang komt. ‘Ik ben met de gemeenten het gesprek aangegaan over wat infrastructuur is en wat vooral regionaal beleid is en moet blijven’, aldus Van Ark. ‘Ik ben dan ook blij dat veel plannen, waaronder het preferent werkproces, onder meer uit hun koker komen. Ik ben echt een voorstander van decentrale uitvoering. Arbeidsmarktregio’s moeten kunnen doen wat past. Wel is het belangrijk dat er een heldere en eenduidige infrastructuur is.’
Discussie binnen het stelsel
Twistpunt was blijkbaar onder meer de vrijlatingsregeling voor mensen die werken met loonkostensubsidie, die ervoor moet zorgen dat meer werken gaat lonen en dat mensen uit de bijstand stromen. Zorgenpunt bij die beoogde regeling is dat mensen die deeltijd vanuit de bijstand werken en net boven de bijstandsnorm uitkomen, zowel hun uitkeringsrecht als de bijbehorende vrijlating kunnen kwijtraken. Dat er toeslagenverrekeningen plaatsvinden, is in dat scenario ook niet ondenkbaar. Daarnaast moeten gemeenten regelmatig een herbeoordeling uitvoeren om te bepalen of zo’n regeling al dan niet verlengd wordt. Van Ark zegt dat cliëntenorganisaties hier kritisch over zijn. ‘Zij wilden een discussie óver het stelsel, niet bínnen het stelsel. Ik wil de situatie van mensen in het volgende jaar al helpen verbeteren. Tegelijk agendeer ik het punt van de cliëntenraden over de stelseldiscussie. Maar dat is toch echt een zaak van de langere termijn.’
Zorgen over budget
Erik Dannenberg geeft aan dat hij niet gerust is op het feit dat gemeenten de plannen van de staatssecretaris binnen de huidige budgetten moeten uitvoeren. ‘Ik ben gelukkig met de hoofdlijn om meer mensen uit de doelgroep up and running te krijgen, maar ik maak me zorgen om de bredere groep binnen de Participatiewet die ook hard begeleiding en coaching nodig heeft, bijvoorbeeld mensen zonder arbeidsbeperking met geestelijke gezondheidsproblemen. We moeten niet de andere doelgroepen vergeten die ook beperkingen ervaren. Als er meer geld naar de doelgroep van het breed offensief gaat, kan dat ten koste gaan van die andere groepen. Er is dan ook meer investering in intensieve persoonlijke begeleiding vanuit het rijk nodig. Dat is ook economisch verantwoord; van werkgevers hoor ik dat de hele economische ontwikkeling wordt geremd door de krappe arbeidsmarkt.’
Gebrek aan samenhang
Ook waarschuwt Dannenberg voor een gebrek aan samenhang tussen de re-integratie en het gemeentelijke zorgdomein als gevolg van de neiging om re-integratie en werkgeversdienstverlening weer meer centraal te gaan regelen. ‘Ik vind het link om de re-integratie van mensen met een arbeidsbeperking alleen in regionale arbeidsmarkten organiseren en daardoor teveel aan de werkwijze van het UWV te koppelen. Er moet per wijk de optie zijn om accenten te leggen in de uitvoering.’ Het is volgens Dannenberg echter ook niet de bedoeling dat gemeenten hun beleid in splendid isolation vormgeven. ‘Gemeentegrenzen doen er alleen voor gemeenten toe. Voor burgers en bedrijven zijn nauwelijks die grenzen nauwelijks relevant. We moeten ervoor waken dat we enerzijds op wijkniveau blijven kijken naar de randvoorwaarden voor sociale werkgelegenheid, en tegelijk actief acteren op regioschaal.’ Die balans is volgens Dannenberg aan het ontstaan. ‘Maar er zijn nog gemeenten met een aversie tegen regionale samenwerking die bang zijn dat er een soort recentralisatie optreedt terwijl zij bezig zijn lokaal te verbinden. Wij moeten met z’n allen nog handiger worden in de samenwerking op verschillende schaalniveaus.’
Stapje terug
Wel zit Dannenberg met van Ark op één lijn wat het project simpel switchen tussen dagbesteding, beschut werk, en banenafspraak betreft. De voorzitter visualiseerde tijdens zijn toespraak met behulp van een trap (zie foto) treffend welk probleem mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt ervaren; telkens als zij een trede omhoog willen, dreigt de trede achter hen die zekerheid biedt, te verdwijnen waardoor de doelgroep soms de stap niet waagt. Tegenover de trap stond op het podium een rechte helling, die het wenselijke model symboliseerde. ‘Denken vanuit het klantperspectief is de grote kracht achter het idee en ook meteen de grootste opgave’ zegt Dannenberg. ‘In plaats van te denken vanuit regelingen, moeten wij denken in termen van de klantreis. Realiteit is dat die reis richting de arbeidsmarkt zelden lineair verloopt. Die doelgroep heeft vaak met meerdere regelingen tegelijk te maken en het is belangrijk dat de mensen die de reis afleggen dat zo soepel mogelijk kunnen doen. Daarbij moeten zij als het nodig is ook makkelijk een stapje terug kunnen zetten.’
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.