Bijstandsgerechtigden verwachten meer controle
Mensen in de bijstand denken vaker dat je moeilijk wegkomt met het niet naleven van verplichtingen.
Steeds meer bijstandsgerechtigden achten de kans dat zij gecontroleerd worden op het nakomen van hun verplichtingen groot. Ook de ‘strafkans’ wordt hoger ingeschat. Dat blijkt uit het derde jaarlijkse onderzoek ‘Kennis der verplichtingen en gepercipieerde detectiekans’, dat wordt uitgevoerd door I&O in opdracht van het ministerie van SZW.
Jaarlijks onderzoek
In het onderzoek kijkt I&O naar de mate waarin uitkeringsgerechtigden die een WW-, ZW-, Wajong, WIA, WAO, AOW-, Anw-, AIO- of bijstandsuitkering ontvangen op de hoogte zijn van de verplichtingen die daarbij horen. Gemiddeld zijn verplichtingen bij negen op de tien uitkeringsgerechtigden bekend, maar er zijn wel flinke verschillen. Zo weten vrijwel alle AOW-gerechtigden dat ze moeten doorgeven wanneer ze een gezamenlijk huishouden gaan voeren, maar is slechts 70 procent ermee bekend dat ze veranderingen in inkomsten van zichzelf en hun partner moeten doorgeven. WW’ers weten allemaal dat ze actief moeten solliciteren, maar 15 procent weet niet dat ze passend werk moeten accepteren.
Participatiewet
Wat betreft de participatiewet en de verplichtingen die uitkeringsgerechtigden moeten nakomen om hun gemeentelijke bijstandsuitkering te behouden: vrijwel alle respondenten met een uitkering zijn bekend met het feit dat ze veranderingen op het gebied van inkomen, gezinssamenstelling of woonplaats moeten doorgeven. Echter weet één op de vijf niet dat ze in principe ook iedere maand moeten solliciteren.
De kennis van de verplichtingen is de afgelopen drie jaar licht gestegen, van gemiddeld 87 procent naar 90 procent. Uit een experiment waarbij uitkeringsgerechtigden een casus moesten analyseren blijkt wel dat informeel ontvangen inkomsten (bijvoorbeeld een kleine onkostenvergoeding) voor veel bijstandsontvangers een grijs gebied is.
Controle en straffen
Ontvangers van bijstandsuitkeringen geven vaker aan dat ze gecontroleerd worden door de gemeente. In 2021 achtte 52 procent deze kans (zeer) groot en dit is gestegen naar 68 procent in 2023. Ook denken ze dat het moeilijker is geworden om weg te komen met het niet naleven van de verplichtingen. In 2023 gaf 73 procent van de bijstandsgerechtigden aan dat zij de kans groot achten dat de gemeente het niet naleven van verplichtingen opmerkt. In 2021 was dat nog maar 57 procent.
Op de vraag of fraudeurs makkelijk wegkomen met overtredingen antwoorden steeds minder mensen positief. Het idee dat de gemeente vaker en strenger controleert leidt niet tot meer wantrouwen of onvrede: het percentage bijstandsontvangers dat zich rechtvaardig behandeld voelde is in 2023 gestegen naar 79 procent ten opzichte van 69 procent in 2022.
Waardering
Ook lijkt er meer waardering te zijn voor het maatwerk dat de lokale overheden toepassen. Waar in 2021 nog 28 procent zei dat de gemeente te weinig rekening houdt met persoonlijke omstandigheden, is dat in 2023 gedaald naar 18 procent. Het percentage dat het tegenovergestelde zegt, en dus positiever is, steeg van 27 procent naar 35 procent. Daar staat tegenover dat het percentage dat zegt dat de gemeente te streng is voor mensen die onbewust een fout maken ook gestegen is, van 25 procent naar 33 procent.
Dit geeft uitkeringsorgansaties tevens een betere mogelijkheid om op terug te vallen als er rond uitkeringen problemen ontstaan.