Bijstandsfraude beter opgespoord
Hoewel Rotterdam steeds vaker via internet naar bijstandsfraude speurt, worden mogelijke fraudeurs ook nog steeds op straat geobserveerd. 'Het opsporingsproces kost zoveel tijd dat je steeds moet afwegen of het wel de moeite is.'
Weken heeft ze hem van een afstandje in de gaten gehouden en bewijs verzameld. Op verschillende dagen en tijdstippen wandelde Dilayda, handhaver bij de Rotterdamse sociale dienst, langs de Turkse bakkerij in de drukke winkelstraat. Zo onopvallend mogelijk maakte ze flink wat foto’s van de man achter de toonbank, die sinds 2006 een bijstandsuitkering heeft en lichamelijk niet in staat zou zijn om te werken.
De foto’s zijn wat wazig, want genomen van een afstand en door de etalageruit heen, maar het bewijs is duidelijk: in bedrijfskleding gestoken serveert de man patatjes, bakt pizza’s en rekent af met klanten. Fraude dus, want op formulieren van de sociale dienst geeft hij iedere maand aan geen ander inkomen naast zijn uitkering te hebben. Controle bij de belastingdienst leert ook dat er geen arbeidsovereenkomst tussen de man en de bakkerij bekend is.
Vandaag gaat de handhaver hem confronteren met haar bevindingen en uitnodigen voor een gesprek bij de dienst. Uit veiligheidsoverwegingen gebeurt dat altijd in tweetallen. Collega Jeroen gaat mee. Het is spannend, maar ook een onderdeel van haar werk dat veel voldoening geeft, vindt Dilayda. ‘Soms kom je situaties tegen die best triest zijn. Maar al begrijp ik het soms wel, ik accepteer fraude niet. Van de bijstand is in Nederland best te leven, ook omdat je naast je uitkering allerlei kortingen en toeslagen krijgt.’
666 fraudeurs
Inkomensfraude, zoals in dit geval, is de meest voorkomende vorm van bijstandsfraude. Inkomen uit arbeid wordt helemaal niet opgegeven, of alleen een paar uur, terwijl iemand veel meer uren draait en de rest zwart wordt uitbetaald. Vorig jaar achterhaalde Rotterdam, met ruim 28 duizend cliënten na Amsterdam de grootste uitkeringsverstrekker, zo’n 4 miljoen euro aan fraude. In totaal werden 666 fraudeurs betrapt. In 335 gevallen werd de uitkering beëindigd, wat de gemeente een geschatte besparing opleverde van nog eens 3,5 miljoen euro.
Een mooie opbrengst vinden ze in Rotterdam, maar het bedrag is wel lager dan voorheen. Doordat koppeling van allerlei bestanden mogelijk is geworden hebben handhavers de laatste jaren een grote slag geslagen: veel jarenlange fraude kwam aan het licht toen de handhavers inzicht kregen in onder meer gegevens van de bank, kentekenregistratie, de Belastingdienst en de Kamer van Koophandel.
Nu worden die checks ook preventief gedaan als een cliënt een uitkering aanvraagt en er een vermoeden is dat wordt gelogen over bepaalde zaken. Daardoor, en volgens Rotterdam ook door meer alertheid bij de medewerkers die de aanvragen verwerken, stijgt wél het aantal uitkeringsaanvragen dat wordt afgewezen. In 2009 kreeg een kwart van de aanvragers in Rotterdam nul op het rekest. Ook internet heeft een impuls gegeven aan snellere opsporing van fraude.
Voor zijn mensen is het ware ‘feesttechnologie’, zegt het hoofd van de afdeling handhaving Eric Cornelisse. ‘Hyves, Marktplaats: die sites staan vol met bruikbare informatie en we worden steeds behendiger in het gebruik ervan. Frauderende cliënten anticiperen bijvoorbeeld door belastende dingen van Hyves te verwijderen, maar ook die pagina’s weten we weer te achterhalen.’ Al die vernieuwingen maken dat de meest ingewikkeld te bewijzen fraudezaken overblijven: zwartwerken en het niet melden van samenwonen.
Cornelisse: ‘Die soorten fraude bewijzen kan bijna alleen door observatie en is dus erg arbeidsintensief. En dan nog krijg je bijna nooit precies zicht op wanneer de fraude is begonnen. Dat mensen samenwonen bijvoorbeeld kun je vaak tot maar een paar weken terug bewijzen. Het opsporingsproces kost ook zoveel tijd dat je steeds moet afwegen of het de moeite wel is. Dus wat we ook wel doen is, als we een tip krijgen van samenwoonfraude, ze meteen hier op kantoor uitnodigen en suggereren dat ze misschien de relatie toch eens officieel moeten maken. Meestal is de “verhuizing” dan binnen no time geregeld.’
Binnenkort zal samenwoonfraude overigens weer wat eenvoudiger te achterhalen zijn. Nadat het een tijd niet was toegestaan wordt het op korte termijn weer mogelijk bij onderzoek gegevens over energie en waterverbruik op te vragen. Samenwoonfraude kan dan gemakkelijker worden aangetoond.
Anoniem
Veel onderzoeken beginnen naar aanleiding van anonieme tips die via een speciale meldlijn binnenkomen. Ook in andere steden wordt het middel ingezet. Bij het Rotterdamse meldpunt kwamen in 2009 958 tips binnen, waarvan zo’n 80 procent bruikbare informatie bevatte. Het lijkt een dankbaar middel om ruzies mee af te reageren, maken ze in Rotterdam uit de telefoontjes op.
De tip over de jongen in de Turkse bakkerij annex snackbar kwam van een opmerkelijke bron. Nota bene medewerkers van de sociale dienst herkenden hun cliënt toen ze in de pauze een broodje gingen eten. Als Dilayda en Jeroen de bakkerij binnenlopen zijn er klanten aanwezig. Haar kordate tred en het zwarte mapje onder Dilayda’s arm doen blijkbaar direct belletjes rinkelen bij de man, die als enige in de zaak lijkt te staan. Zenuwachtig zet hij het eten voor die klanten klaar.
Als hij Dilayda vraagt waarmee hij hen van dienst kan zijn, stelt ze voor even apart te praten. Ze gaan naar achteren, Dilayda meldt dat ze van de sociale dienst zijn en dat ze met hem over zijn uitkering willen praten. In de brief die ze overhandigt, staat dat hij zich de volgende dag op kantoor moet melden. De jongen reageert eerder verbouwereerd dan boos. Binnen 5 minuten staan ze weer buiten.
Een anonieme tiplijn, observaties, internet en bestandenkoppeling: veel meer winst is er op het gebied van fraudebestrijding zelf volgens manager Cornelisse niet te behalen. Hooguit kijkt hij soms verlekkerd naar alle camera’s waar de stad mee vol hangt. ‘Er hangen er ook alleen om het verkeer te tellen. Soms, als je ze een kwart slag draait zou je er ook prima een voordeur mee in de gaten kunnen houden. Maar dat is niet aan de orde.’
Onbedoeld
De potentiële winst zit ’m volgens Cornelisse vooral nog in preventie. ‘20 jaar terug waren belasting en bijstandsfraude zo’n beetje een nationale sport’, zegt hij. ‘Het is de Belastingdienst gelukt om dat uit te roeien, nu moeten wij ons ook daar op richten. Je moet zorgen dat mensen niet meer frauderen.’ Dat kan enerzijds door ‘onbedoelde’ fraude te voorkomen. Een voorbeeld: Rotterdam heeft een flinke groep Antilliaanse inwoners.
‘Op de Antillen krijgen mensen al vanaf hun 60ste (de Antilliaanse variant van) AOW. Daar moet je gewoon gebruik van maken, maar die uitkering moet je wel opgeven aan de sociale dienst. Veel mensen weten dat volgens Cornelisse gewoon écht niet. ‘Mijn medewerkers gaan deze problematiek nu vanuit een dienstverleningsoptiek benaderen in plaats vanuit de fraudehouding. We gaan die mensen helpen met indienen van de aanvraag. We zijn begonnen om iedereen in die groep die 60 jaar wordt of reeds is uit te nodigen, de aanvraag in te dienen en direct de verrekening te doen. Zo voorkom je fraude’.
Daarnaast is een vertrouwensbasis opbouwen met cliënten belangrijk, probeert Cornelissen duidelijk te maken. ‘Handhaven moet veel eerder beginnen, de medewerker die de cliënt vanaf de aanvraag begeleidt, moet daar al mee bezig zijn. Handhaven betekent: afspraak is afspraak. Dus cliënten moeten ook het gevoel hebben dat ze kunnen vertellen wat er aan de hand is, dat die begeleider er is om ze te helpen. Fraudemotieven zijn vaak best begrijpelijk en soms gebeurt het ook helemaal niet uit kwaadaardigheid.
'Wat we bijvoorbeeld veel zien zijn vrouwen die uit een lastige relatie komen, een nieuwe vriend krijgen, maar heel hard aan hun financiële zelfstandigheid hangen. Die willen voor zichzelf niet toegeven dat ze samenwonen, en schuiven de melding van de verandering in hun persoonlijke situatie om zo’n reden voor zich uit.’
‘Arme jongen’, verzucht Dilayda, als ze met Jeroen bij de bakkerij wegrijdt. Ze heeft even medelijden met de man, die behoorlijk uit het lood geslagen leek. ‘Meen je dat nou?, vraagt haar collega verbaasd. ‘Kom op zeg, als je kan werken moet je gewoon werken.’ De fraudeur meldt zich de volgende dag op kantoor. Hij bekent. Zijn uitkering wordt beëindigd.
'Voorkom Fraude'
‘Het klinkt natuurlijk mooi, voor een paar miljoen fraude ontdekken, maar eigenlijk is het vooral heel triest. Niemand heeft er wat aan’, zegt Christien Bronda, voorzitter van de commissie Handhaving van Divosa, de vereniging van managers van sociale diensten. ‘Als gemeente moet je maar zien hoeveel je er daadwerkelijk van terugkrijgt en achter veel van die vorderingen zitten verhalen van mensen die heel lang in de schulden zullen zitten. Hooguit is het goed als signaal naar het publiek dat frauderen niet loont.’
Streng handhaven blijft belangrijk, maar zorgen dat mensen geen fraude plegen: dát is een omslag die gemeenten volgens Bronda moeten gaan maken. ‘Fraude is deels te voorkomen door betere dienstverlening in het begin van het proces. Het begint met goede voorlichting, ook in meerdere talen. En je moet zorgen dat mensen op tijd hun uitkering krijgen en dat ze zo snel mogelijk aan het werk gaan of in ieder geval bezig zijn met zaken als sollicitatietrainingen. Als hun uitkering op orde is dan hoeven mensen niet te frauderen.’
Ook moet de sociale dienst de klanten geregeld spreken, zegt Bronda. ‘Neem samenwoonfraude. Je ziet dat mensen bij elkaar intrekken, maar het punt van melden steeds voor zich uitschuiven, niet altijd uit kwaadwillendheid, maar ze denken er soms gewoon niet aan. Houden ze dat een half jaar vol, dan zit je zo met een schuld van 20 duizend euro.’
Daarnaast pleit Bronda ervoor dat handhavingsspecialisten ook al bij de aanvraag van uitkeringen worden ingezet. ‘Zij kunnen profielen maken van typen cliënten waarbij fraude een risico is en bij die mensen een huisbezoek afleggen.’
Ten slotte is ook écht handhaven bij geconstateerde problemen wel noodzakelijk. ‘Nu komt het voor dat er wel iets wordt geconstateerd maar dat er vervolgens niks mee gebeurt. En dat is funest, zeker in kleine gemeenten. Daar zingt zo’n verhaal zo rond. Dus, zorg dat frauderen niet kan. En als het wel gebeurt, pak het dan ook aan.’
Miljoenenfraude
De verschillen in opgespoorde bijstandsfraude zijn opvallend groot. Tot 2008 verzamelde het CBS de fraudecijfers van gemeenten. Maar omdat elke gemeente anders rekende is het bureau daar voorlopig mee gestopt, tot er een eenduidige meetmethode is. Onderstaande bedragen zijn afkomstig van de gemeenten zelf.
Vijf steden met de meeste bijstandsuitkeringen, het opgespoorde fraudebedrag en het aantal ingetrokken uitkeringen in 2009:
Stad | Uitkeringen | Fraudebedrag | Ingetrokken uitkering |
Amsterdam | 31.250 | € 5.229.017 | onbekend |
Rotterdam | 28.830 | € 4.000.000 | 335 |
Den Haag | 16.290 | € 3.300.000 | 120 |
Groningen | 7.470 | € 2.770.558 | 32 |
Utrecht | 6.140 | € 2.870.322 | 164 |
Er zijn twee redenen waarom de cijfers niet zonder meer vergelijkbaar zijn, vertelt Christien Bronda, voorzitter van de commissie Handhaving bij Divosa en werkzaam bij de sociale dienst in Amsterdam. Ten eerste zijn de cijfers verschillend opgebouwd. Gemeenten kunnen bijvoorbeeld oude vorderingen meetellen of geconstateerde fraude bij werkgevers wel of niet meerekenen. Daarnaast bepalen lokale omstandigheden sterk of ergens veel of weinig gelegenheid is voor fraude.
Bronda: ‘Horeca is een gevoelige sector; heb je daar veel van dan is de kans op fraude ook groter. Er is verschil tussen stedelijk en niet-stedelijk gebied of gebieden de aan de landsgrens liggen. De prioriteiten van het Openbaar Ministerie, de situatie op de arbeidsmarkt, het telt allemaal mee. En gemeenten doen soms projecten waarmee ze in één jaar veel ophalen. Groningen bijvoorbeeld een paar jaar terug: 6 miljoen euro door controle van watergebruik.’
Reacties: 3
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.