Advertentie
sociaal / Column

Betuttelt Bijsterveldt?

De oproep van minister Marja van Bijsterveldt van Onderwijs aan ouders om hun kinderen in hun schoolcarrière meer bij te staan, heeft veel debat losgemaakt.

06 december 2011

Er zijn verontwaardigde reacties, van Aleid Truijens bijvoorbeeld, die in de Volkskrant een uitstekend leesbare en vrijwel altijd behartigenswaardige column schrijft.

Hoe komt Van Bijsterveldt van het CDA erbij ouders te verwijten dat zij te weinig aandacht aan hun kroost schenken? Ze staan zaterdagsmorgens langs het voetbalveld, brengen hun kinderen alle dagen naar school, sportles en allerhande activiteiten, en zijn in feite een en al toewijding. Waarom steekt Van Bijsterveldt alle ouders een dolk in de rug terwijl ze zich eigenlijk alleen maar richt tot een kleine groep (10 procent) van probleemgezinnen? Volgens Truijens is de oproep niet veel meer dan een poging om de aandacht van allerlei werkelijke problemen af te leiden.

Veel van wat Truijens schrijft herken ik. Mevrouw Spruyt en ik besteden veel meer aandacht aan de opvoeding en het onderwijs van onze kinderen dan mijn eigen ouders ooit hebben gedaan. Ik denk dat die één keer per jaar op school kwamen om eens te vragen hoe het met mij en m’n zusjes ging. We fietsten zelf naar school en naar onze feestjes. Ik ben nooit gebracht. De sportvereniging was ook ons eigen domein. We fietsten zelf naar sportwedstrijden in Leiden of Zoetermeer of Gouda, en we hoopten vooral dat onze ouders niet kwamen kijken. Nu sta ik zaterdags langs het rugbyveld en rijd ik om de zoveel weken van die stoere Hollandse jochies naar een andere club. Met alle plezier, maar van pure onverschilligheid lijkt het mij toch niet te getuigen.

Maar is dat wat Van Bijsterveldt bedoelde? Ze had het erover dat ouders meer tijd aan de begeleiding van hun schoolgaande kinderen moeten besteden. Ouders moeten niet in eerste instantie op hun eigen carrière gericht zijn, maar aan de opvoeding van hun kinderen denken en aan de overdracht van waarden en normen, zei ze in een brief aan de Tweede Kamer en een interview met de Volkskrant. Wat ze vooral bedoelde, is dat ouders weliswaar toegewijde vaders en moeders zijn, maar dat zij bepaalde aspecten van de opvoeding van hun kinderen aan de school hebben gedelegeerd, en zich wat dit betreft dus als consumenten opstellen.

Klopt dat? Dat zou ik niet met absolute zekerheid durven zeggen, maar ik geloof wel dat scholen steeds meer taken op hun bordje geschoven krijgen die net zo goed thuis kunnen worden vervuld. Dan heb ik het nog niet eens over ontbijt op school, dat zal ongetwijfeld alleen voor die 10 procent van probleemgezinnen nodig zijn. Maar vragen op het gebied van ethiek en voorlichting worden wel steeds meer aan meesters en leraren toevertrouwd, en het is de vraag of dat nou wel zo nodig is en of het appèl van Van Bijsterveldt op dit punt misschien toch niet terecht is.

Valt het dus wel mee met die betutteling van Van Bijsterveldt? Ik zou zeggen van ja, maar veel hangt ook af van de motivatie. Politici hebben ook de taak om een moreel appèl op de samenleving te doen, dat wil zeggen: kwesties van goed en kwaad aan de orde te stellen met de bedoeling daarover een discussie wakker te roepen, en níet met de bedoeling om daar direct een wetgevend vervolg aan te geven. Als Bolkestein over de schaduwzijden van de multiculturele samenleving begon, of Ayaan over de positie van vrouwen in sommige islamitische kringen, dan beantwoordden zij daarmee aan hun hoge roeping als volksvertegenwoordiger. Het zijn hier parlementariërs die de burgers terecht aanspreken.

Nu gaat het echter over een minister. Die mag natuurlijk ook zo’n oproep doen, maar haar spreken is uit de aard der zaak minder vrijblijvend. En het gaat wat mij betreft helemaal mis wanneer dat spreken zelfs expliciet wordt gemotiveerd vanuit de gedachte dat de overheid veel beter weet wat goed is voor de (kleine, zondige) mensen dan mensen dat zelf weten en dat ministers de burgers daarom regelmatig eens bestraffend moeten toespreken. Die motivatie gaf een partijgenoot van Van Bijsterveldt, Jan Schinkelshoek, afgelopen zaterdag in NRC Handelsblad: ‘Ik zal niet direct de Heidelbergse Catechismus erbij halen, die stelt dat de mens geneigd is tot alle kwaad, maar je kunt wel zeggen dat de calvinistische traditie niet erg opgewekt is over de mogelijkheid van individuen om autonoom en verstandig beslissingen te nemen. En daarom zijn aansporingen als die van de minister te prijzen.’

(Ik las eens een column van CU-senator Van Bruchem, die schreef dat het maar goed was dat de belastingen in Nederland zo hoog waren omdat de overheid al dat geld veel beter besteedde als al die slempende, hedonistische burgers.)

Maar als de mens tot het kwaad geneigd is, dan is zeker de mens met macht tot het kwade geneigd. Er is dan ook geen enkele reden om te denken dat de overheid moreel hoger zou staan dan gewone mensen. Integendeel, zou ik denken. Dat betekent niet dat een appèl van politici van tijd tot tijd niet goed en gepast zou zijn, maar niet om een superieur standje uit te delen maar als een oproep tot debat en bewustwording.

We staan wel ’s morgens en ’s middags bij school, maar zijn we ook nog geïnteresseerd in het pedagogische programma dat daar de rest van de dag op onze kinderen wordt losgelaten? Als alleen dat Van Bijsterveldts bedoeling is, is veel van de verontwaardiging over haar vermeende betutteling niet terecht.

Reacties: 2

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Mieke van Stigt / zelfstandig sociologe
Een klassiek verwijt van scholen aan ouders is dat ouders te veel van de opvoeding aan de school overlaten. Ouders op hun beurt klagen dat zij hun kinderen niet een dagje thuis mogen houden, maar wel onverwacht voor een gesloten deur staan als er weer een teamdag of studiedag is. Ondertussen besteden ouders steeds meer tijd aan de opvoeding van hun kinderen (zie Gezinsrapport 2011 van SCP) en verrichten zij vele, vele taken op de scholen van hun kinderen, staan zij in de kantine van de sportvereniging, enzovoorts.

In mijn blog ga ik in op de ontwikkelingen rond ouders en scholen van de laatste decennia, en stel ik dat er iets anders aan de hand is. Zie voor de hele tekst mijn blog op miekevanstigt.blogspot.com.

Een fragment:

"Waar beide partijen, de ouders en de scholen, dus in de laatste decennia steeds zwaarder worden belast, zijn de verwachtingen naar elkaar niet meer op elkaar afgesteld. De overheid heeft hier een rol in, omdat zij via beleid zowel de omstandigheden schept of beïnvloedt, als de voorwaarden creëert waarin ouders en scholen functioneren. En hier gaat het mis. De overheid verwacht dat vrouwen deelnemen aan de arbeidsmarkt, maar bezuinigt op kinderopvang. De overheid wil dat vaders actiever bijdragen aan de zorg voor kinderen, maar regelt bijvoorbeeld geen recht op meer vrije dagen na de geboorte van een kind. De overheid wil dat scholen passend onderwijs bieden, maar bezuinigt op de middelen. Met name laat de overheid het afweten waar zij de wederzijdse verwachtingen van ouders en scholen naar elkaar en op elkaar zou moeten afstemmen. De oproep van Minister van Bijsterveldt, dat ouders meer tijd aan hun kinderen zouden moeten besteden, is uit te leggen als het maskeren van haar eigen falen om zowel onderwijs als ouders beter te ondersteunen bij het verrichten van hun taken. Op deze manier kan zij de ouders de schuld geven van haar eigen falende beleid en tegelijk bezuinigen op het passend onderwijs. Het is een afleidingsmanoeuvre, trap er niet in!"
Broadcaster / gemeenteambtenaar
De minister van onderwijs zou het goede voorbeeld kunnen geven door op spraakles te gaan.
Advertentie