Tussendenken is juist nu nodig
De verbetering van de relatie tussen burger en overheid ontstaat vooral in tussenruimtes, door tussenpersonen en met ‘tussendenken’.
Er is een kloof tussen de stad binnen en buiten de ring, tussen arme en rijke Amsterdammers en tussen de leef- en systeemwereld, stelt Femke Kaulingfreks, bijzonder hoogleraar Grootstedelijke problematiek, in het bijzonder Amsterdam, als bekleder van de Wibautleerstoel, in haar oratie vast. Maar de realiteit is complexer dan je kunt vatten in het beeld van twee werelden met een kloof ertussen. ‘We zullen daarom ín de kloof moeten springen en moeten bestuderen wat daar gebeurt.’
Sociale weefsel
‘Op de drempel van de stad. Hoe de stad vorm krijgt in tussenruimtes’ is dan ook de titel van de oratie die Kaulingfreks afgelopen donderdag uitsprak in de Oude Lutherse Kerk in Amsterdam. ‘Ik kijk er naar uit om de ontwikkeling van Amsterdam te onderzoeken vanuit het sociale weefsel dat de stad tot leven brengt’, zei Kaulingfreks bij haar benoeming op de Wibautleerstoel aan de Universiteit van Amsterdam. ‘Veel bewoners en professionals zien scherp wat er nodig is om de stad duurzamer, rechtvaardiger en inclusief te maken.’ De gemeente Amsterdam verwacht dat de politiek filosoof en antropoloog Kaulingfreks, met haar onderzoekservaring in maatschappelijke en politieke participatie, kan bijdragen aan het verbeteren van de relatie tussen burger en overheid.
Grote ongelijkheid
Kaulingfreks ziet die verbetering vooral ontstaan in tussenruimtes, door tussenpersonen en met ‘tussendenken’, blijkt in de oratie. Ze begint met het schetsen van twee beelden van de Bijlmer. Een Amsterdams stadsdeel vol creativiteit en innovatie, waar iedereen welkom is, volgens één jonge bewoonster in haar liedje ‘Bims’. Een ander, meer stereotiep, beeld van de Bijlmer werd geschetst in het boek ‘Mimosa’ van een jonge schrijfster uit Amsterdam Zuid die het heeft over ‘mistroostige flatgebouwen’ en het ‘neuken van al haar zwarte buurmannen’. Twee verhalen over de Bijlmer, waarin niet alleen de identiteit van de twee jongeren, maar ook hun positie ten opzichte van anderen en hun omgeving doorklinken, vertelt Kaulingfreks. ‘Het contrast tussen deze verhalen illustreert voor mij de grote ongelijkheid tussen de levens van bewoners in de stad.’
Tussen centrum en marge
Kaulingfreks haalt onderzoek aan waaruit blijkt dat mensen van kleur, praktisch opgeleiden of mensen met een lager inkomen vaker worden vereenzelvigd met het negatieve beeld van hun wijk. 'Witte' mensen met meer privileges die in nieuwere, duurdere huizen wonen kunnen zich juist gemakkelijker van stereotypen distantiëren. ‘Sterker nog, terwijl sommige bewoners het gevoel hebben continue te moeten compenseren voor de negatieve reputatie van hun buurt, lijken anderen daar juist status aan te ontlenen.’ Om die machtsongelijkheid te begrijpen is er een perspectief nodig dat ontstaat tussen het ‘centrum’, waar de norm ontstaat, en de ‘marge’, waar wordt afgeweken van de norm, zodat we van binnen naar buiten en van buiten naar binnen kunnen kijken.
In elkaars werelden verdiepen
Vooral bewoners van achtergestelde wijken hebben steeds minder vertrouwen in het vermogen van de overheid om oplossingen te vinden voor ongelijke verdeling van welvaart en welzijn en ongelijke toegang tot voorzieningen in de stad, stelt Kaulingfreks vast. De gemeente heeft daarom aan de randen van de stad met de ontwikkeling van een lange termijnplan ingezet op meer zeggenschap van bewoners. Maar onlangs nam de directeur van het Masterplan Zuidoost teleurgesteld afscheid, omdat het onvoldoende lukte om bewoners écht inbreng te geven in het masterplan. De ambtelijke systeemwereld en de leefwereld van de bewoners botsten. ‘Om te kunnen verbinden, moeten we eerst een gesprek voeren over de denkbeelden die we van elkaar hebben’, vond de directeur. Om gelijkwaardige partners te worden in beleidsontwikkeling moeten beleidsmakers en bewoners zich meer in elkaars werelden verdiepen, vat Kaulingfreks het samen.
Oprechte nieuwsgierigheid en bereidheid om je te verplaatsen in de ander belangrijk is om mechanismen van stedelijke ongelijkheid te doorbreken
Tussenruimtes onderzoeken
Om te begrijpen hoe ongelijkheid ontstaat, moeten we ín de kloof springen en bestuderen wat daar gebeurt in relaties, waarbij het handelen van de één effect heeft op het leven van de ander, aldus Kaulingfreks. Van schrijver Belcampo leerde ze dat je de stad pas leert kennen als je beseft dat ze niet uit je eigen perspectief, én al het andere bestaat, maar uit oneindig veel ervaringen en perspectieven. En dat een oprechte nieuwsgierigheid en bereidheid om je te verplaatsen in de ander belangrijk is om mechanismen van stedelijke ongelijkheid te doorbreken. Voor Kaulingfreks is de stad een sociaal weefsel, ‘een ecosysteem waarin verschillende identiteiten, posities en plaatsen zich op allerlei manieren tot elkaar verhouden’. ‘Wat mij interesseert is wat er in de tussenruimtes gebeurt, daar waar ze elkaar ontmoeten, waar het schuurt of samenvalt, waar conflicten en contradicties ontstaan, of waar juist ruimte is voor compassie en creatieve oplossingen.’ Ze wil onderzoeken hoe de stad zich vormt in tussenruimtes. ‘En wie er door de mazen van het net vallen.’
Rafelranden van de stad
‘Wanneer we accepteren dat de stad altijd onaf is, ontstaan mogelijkheden voor sociale verandering’, stelt ze vast. De ‘gelikte’ stad, met de met grijze bloembakken afgesloten terrasjes, is ontoegankelijk voor schoonmakers die daar wel de trottoirs schoonspuiten. Die stad sluit dus mensen uit. Er is enige ‘poreusheid’ nodig om ruimte te geven aan ‘het verschil, de spontaniteit en de ambiguïteit die horen bij het stadsleven’. Die ‘poreusheid’ is de tussenruimte. Denk aan de rafelranden van de stad, zoals culturele vrijplaatsen, of een oude gymzaal die huiskamer wordt voor ongedocumenteerde jongeren. Sociaal geograaf Stavros Stavrides gebruikt de ‘drempel’ als metafoor voor hoe tussenruimtes zich verhouden tot elkaar en de rest van de stad. De drempel kan een scheidslijn zijn, maar ook een plek van verbinding. ‘Op de drempel van de stad ontstaat ruimte voor gemeenschappen van mensen die van elkaar verschillen én gelijkwaardig aan elkaar zijn.’
Beschermend harnas
Maar de tussenruimte kan ook onze verbeelding van de stad zijn. Als voorbeeld geeft Kaulingfreks de plaat ‘Brick Body Kids Still Daydream’ van de Amerikaanse rapper Open Mike Eagle. Daarin brengt hij een ode aan het inmiddels gesloopte ‘housing project’ in Chicago waar hij opgroeide: de Robert Taylor Homes. Het waren 28 bijna identieke flats, vooral bewoond door zwarte families die de stad liever niet in het centrum zag wonen. De buurt kreeg door armoede, drugshandel en bendegeweld een slechte reputatie. Maar als kleine jongen zag de rapper deze flatomgeving juist als ‘beschermend harnas’. In de tussenruimte van zijn muziek nodigt hij luisteraars uit om de wijk van binnenuit te leren kennen. ‘Hij claimt eigenaarschap over het verhaal van zijn wijk door de waarde te benadrukken die bewoners zelf aan de flats geven.’ Waardencreatie in de stad is niet alleen economisch, maar komt ook voort uit ‘sociale structuren en stenen thuishavens van mensen die omzien naar elkaar, terwijl de overheid het laat afweten’.
Co-creatieve samenwerking
Kaulingfreks merkt dat de relatie burger-overheid steeds vaker wordt vormgegeven door ‘governing through community’. 'In de praktijk bleek dit vooral een manier om verregaande bezuinigingen op publieke voorzieningen en sociale zekerheid door te voeren.’ Er is vraag naar échte gelijkwaardige, co-creatieve samenwerking tussen overheden, organisaties uit het maatschappelijk middenveld en bewoners. ‘Wanneer burgers meer eigenaarschap ervaren in beleidsprocessen leidt dat tot het terugbrengen van de menselijke maat’, citeert ze oud-SCP-directeur Kim Putters. ‘Beleidsmakers moeten meer inzicht krijgen in hoe beleid verschillend uitpakt voor burgers met verschillende maatschappelijke posities.’
Tussenpersonen
Zo komt ze bij de ‘tussenpersonen’. Dat zijn ‘street level professionals’ van organisaties uit het maatschappelijk middenveld die direct met bewoners samenwerken, ‘street level bureaucrats’ (ambtenaren in de uitvoering) en informele sleutelfiguren die een belangrijke rol spelen in de samenwerking tussen overheden en bewoners. ‘Ze zetten zich vaak expliciet in om meer praktisch opgeleide mensen, mensen van kleur, vrouwen en jongeren te betrekken bij politiek en beleid.’ Zij bewegen zich in de tussenruimte die vaak als kloof tussen leef- en systeemwereld wordt aangeduid. ‘Tussenpersonen dragen daar bij aan de ontwikkeling van lokaal leiderschap en zetten samen met gemeenschappen hun belangen op de agenda van overheidsinstellingen.’ Dat is volgens Kaulingfreks hard nodig, ‘want klassieke, formele participatieprocessen versterken vooral invloed van mensen die de institutionele wegen al goed weten te bewandelen’: de ‘usual suspects’.
Het is nodig om zorgen van mensen die zich in de steek gelaten voelen door de overheid serieus te nemen en tegelijkertijd af te wijzen dat migranten de schuld krijgen van het gebrek dat anderen ervaren
Vertaalslag maken
Meer co-creatieve samenwerking tussen burgers en overheid is nodig om te voorkomen dat beleid nadelig uitpakt voor bewoners in een achtergestelde positie, betoogt Kaulingfreks. Daar komen de tussenpersonen om de hoek kijken, want zij kunnen een vertaalslag maken tussen ervaringskennis en institutionele kennis. ‘Zij kunnen opereren in het spanningsveld dat ontstaat in een context van machtsongelijkheid en een belangrijke rol spelen in zulke co-creatieve processen.’ Dat is complex, want deze tussenpersonen worden snel als onbetrouwbaar of opportunistisch gezien en nogal eens gewantrouwd door zowel bewoners als instituties, omdat ze te veel één kant zouden kiezen. Toch kunnen zij ‘vanuit hun schakelpositie bijdragen aan vertrouwen in overheidsinstanties en de brede welvaart van de mensen waar ze mee werken’.
Spreken in de 'cypher'
En er vinden al ‘inclusieve samenwerkingspraktijken’ tussen bewoners en overheid plaats in de stad. Verdedig Noord, een beweging van bewoners die kritiek levert op de gentrificatie van Amsterdam Noord, hield afgelopen zomer haar eerste sessie in het kader van de School voor Strijders. Een groep van ongeveer twintig gemeenteambtenaren en bewoners kwam bij elkaar voor een hiphop college van Massih Hutak, woordvoerder van Verdedig Noord, vertelt Kaulingfreks. Zij gingen daarna in een ‘cypher’, een cirkel van improvisatie (bekend uit de hiphop scene), met elkaar in gesprek over de belangrijke uitdagingen van de stad. ‘Hiphop maakt het mogelijk om verhalen over lokale identiteiten en ervaringen te verbinden met thema’s die op breder niveau spelen.’
Hiphop als spiegel
En hiphop biedt jonge mensen die opgroeien in achtergestelde wijken de mogelijkheid om eigenaar te worden van hun eigen verhaal. Een verhaal dat gaat over de sociale waarde van samenleven en niet over de economische waarde van grond en bakstenen. Bewoners en beleidsmakers kunnen alleen een gelijkwaardige informatiepositie hebben in de samenwerking als ambtenaren praten in een taal die iedereen begrijpt en als iedereen zich vrij voelt om zich op zijn of haar eigen manier uit te drukken. In de ‘cypher’ heeft iedereen die gelijke uitgangspositie. ‘De School voor Strijders kiest voor de cypher, om duidelijk te maken dat hiphop als spiegel van de maatschappij evenveel status en betekenis heeft als sociaalwetenschappelijke analyses of ontwerpen van planologen en architecten.’ De perspectieven van bewoners, die het meest ervaring hebben met de negatieve effecten van ongelijkheid, vormen steeds het vertrekpunt. Daarmee is de cypher een waardevolle tussenruimte.
Perspectief van de ander
In de cypher kan ‘tussendenken’ ontstaan, omschreven als een denken dat ‘normaliserende macht’ bevraagt. Nu worden achtergestelde groepen of plekken gezien als ‘kwetsbaar’ of ‘kansarm’. Zij moeten uit een positie van achterstand worden geholpen, maar dan wel volgens de ‘dominante maatstaf van het normdenken’. ‘Tussendenken maakt het mogelijk ervaringen van achterstelling en ongelijkheid niet vanuit het dominante perspectief, maar juist vanuit het perspectief van de ander te begrijpen.’ Tussendenken kan alleen ontstaan als de ander niet langer afhankelijk is van toestemming vanuit het normdenken om te mogen bestaan. ‘Het vraagt om het vermogen te kijken met de ogen van de ander.’
Werelden bij elkaar brengen
Na de verkiezingswinst van Wilders is het meer dan ooit nodig om mechanismen van ontmenselijking te benoemen, analyseren en bestrijden, aldus Kaulingfreks. ‘Het is ook nodig om zorgen van mensen die zich in de steek gelaten voelen door de overheid serieus te nemen en tegelijkertijd af te wijzen dat migranten de schuld krijgen van het gebrek dat anderen ervaren.’ Tussenpersonen zijn nu meer dan ooit nodig om verschillende werelden bij elkaar te brengen ‘en in die ontmoeting fricties niet uit de weg te gaan, maar wel het wegzetten van anderen als minderwaardig tegen te gaan’. We kunnen in de tussenruimtes stedelijke ongelijkheid bestrijden. ‘Daar zullen we allemaal vanuit onze eigen posities én tussenposities nu meer dan ooit een bijdrage aan moeten leveren.’
Ga lekker in de "cypher" zitten schat. Met een "jongere", een Chinees, een homo, een hoofddoek en een omgebouwde kerel. Maar in ieder geval met een beetje gelijkgestemden. Want je moet in ieder geval kunnen afwijzen dat migranten de schuld krijgen van het gebrek dat anderen ervaren. Zoals die huurwoning die iedere keer aan die jongere z'n snuit voorbij gaat (pro-tip: kies een jongere uit de grachtengordel, die hebben nergens last van). Lijkt me héél wetenschappelijk. Gokje: UvA?