Averechtse hulp
Een serieus boek van een zittend politicus is uitzonderlijk en het is wrang dat juist deze politicus door zijn partij, de VVD, is gedesavoueerd vanwege een vermeende inbreuk op royalty-etiquette. Niet alleen in Afrika worden politieke processen gefrustreerd door ondoorgrondelijke lokale mores. De historicus Boekestijn betoogt dat de ontwikkelingshulp die het rijke Westen sinds de dekolonisatie heeft verleend, jammerlijk heeft gefaald en vaak zelfs averechts heeft gewerkt.
Ook andere, veelal gezaghebbende deskundigen zijn tot deze conclusie gekomen, bijvoorbeeld oud-Wereldbankeconoom William Easterley (The White Man’s Burden), de Amerikaanse economen Glenn Hubbard en William Duggan (The Aid Trap), de Zambiaanse econome Dambisa Moyo (Dead Aid) en de Nederlandse ontwikkelingsconsultant Wiet Janssen. De kritiek, ook van Boekestijn, richt zich vooral op de officiële hulp aan overheden. Die houdt vaak onverkwikkelijke regimes overeind en leidt tot ‘hulpverslaving’ die de prikkel om zelf iets te verbeteren, wegneemt.
Ook laakt hij de bloeiende ‘hulpindustrie’ van NGO’s die grotendeels op kosten van de belastingbetaler - maar zonder democratische controle - leuke dingen doen waarvan het effect vaak dubieus is. Hij legt ook uit waarom veel hulp gedoemd is te falen, vooral aan de hand van het model van staatsontwikkeling van Douglass North maar ook op grond van eigen waarneming in verschillende Afrikaanse landen.
Veel van het boek is levendig en goed leesbaar, maar delen zijn specifieker op insiders gericht, vol ontoegankelijk beleidsjargon en afkortingen. De boodschap is dat hulp meer gericht moet worden op private individuen en vooral op het bedrijfsleven. Ook moeten we onze markten meer openstellen, in het bijzonder voor landbouwproducten. Hiermee levert Boekestijn een waardevolle bijdrage aan de discussie. Met een paar kanttekeningen.
Hij verwijt de hulpverleners een blinde vlek te hebben voor het belang van economische groei en marktwerking, maar is zelf misschien te optimistisch over de automatisch heilzame werking van markten, zowel in de context van succesvolle landen als Zuid-Korea als in gesloten samenlevingen waar alles ten dienste staat van de heersende elite. En, natuurlijk, als het om de lasten van milieu- en klimaatbeleid gaat. Ook speelt de politiek hem parten.
Met zijn afgewogen analyse distantieert Boekestijn zich van de in rechtse kringen populaire opvatting dat ontwikkelingshulp weggegooid geld is. Aan de andere kant richt hij zijn pijlen graag op minister Koenders (Ontwikkelingssamenwerking, PvdA) die echter – zoals Boekestijn erkent - dezelfde lessen uit het verleden geleerd lijkt te hebben. Maar in de politiek is het ideaal nu eenmaal vaak de vijand van het haalbare. Ik denk dat Boekestijn het wat anders had geformuleerd als hij geen fractielid was geweest.
Ed Lof is econoom
Arend Jan Boekestijn, De prijs van een slecht geweten – Waarom hulp in haar huidige vorm niet werkt, Aspekt, Soesterberg, 2010, 340 pagina’s, ISBN 9789059119505, € 17,95.
Bij andere rampen in Azie ging dat anders naar hij ook gezien had. Een Volkskrantjournalist in P&W ervaart de mensen daar in Haiti als een werkzaam volkje. Dat spreekt elkaar dus weer tegen, of is toch niet helemaal hetzelfde.
Een koloniaal verleden is gevolgd door uitbuiting en onderdrukking vanuit elite eigen bevolking. Nog erger. Dat moet wel invloed hebben op psyche.