Asielaanvragen uit Algerije krijgen voorrang na incidenten

De Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) pakt de asielaanvragen van Algerijnse asielzoekers met voorrang op. Zo laat staatssecretaris Eric van der Burg weten naar aanleiding van een rapport van het WODC. Daaruit blijkt dat 44 procent van de Algerijnse bewoners van COA- en gemeentelijke crisisnoodopvang locaties in 2022 verdachte was van een misdrijf. Algerije wordt sinds 2021 niet beschouwd als veilig land.

Incidenten groeien mee met asielopvang

Uit het WODC rapport blijkt dat overlast en criminaliteit door asielzoekers in 2022 met 40 procent is toegenomen. Het aantal asielzoekers steeg met een vergelijkbaar percentage. Van alle asielzoekers werd vorig jaar 3 procent verdacht van een misdrijf. Van de 83.080 asielzoekers in Nederland was daarnaast 7 procent in 2022 betrokken bij een geregistreerd incident van verbale- of fysieke agressie, verbale suïcidedreiging of zelfdestructieve acties.

Vermogensmisdrijven

Er is vorig jaar 5.700 keer aangifte gedaan tegen asielzoekers. Het ging in 77 procent van de gevallen om vermogensmisdrijven, zoals diefstal en inbraak. Er waren 2.300 unieke verdachten, ongeveer 3 procent van de totale groep. Onder de gehele Nederlandse bevolking was dit percentage in 2021 0,8 procent, zo meldde het CBS recentelijk. Asielzoekers worden ook vaker schuldig bevonden (95% versus 90% voor de Nederlandse bevolking in 2021).

Helft Algerijnen verdacht

Binnen de groep die verdacht was van een misdrijf zijn een aantal nationaliteiten oververtegenwoordigd. Zo was van de asielzoekers afkomstig uit Algerije 44 procent op enig moment verdacht van een misdrijf. Voor Marokkanen en Tunesiërs was dit percentage respectievelijk 33 en 31 procent. Dit hangt volgens het WODC sterk samen met de samenstelling van deze nationaliteitsgroepen. Van de Algerijnse asielzoekers was bijvoorbeeld 98 procent man. Dit is volgens de WODC echter geen volledig verklaring voor de oververtegenwoordiging. 

Voorrang asielaanvraag

De buitensporigheid van incidenten met Algerijnen in de (gemeentelijke) asielopvang is dusdanig dat de IND hun asielaanvragen met voorrang oppakt. Zo laat staatssecretaris Eric van der Burg weten in een reactie op het WODC rapport. Die versnelde asielaanvraag wordt normaal gesproken alleen toegepast op vluchtelingen uit veilige landen. 98 procent van de aanvragen uit die landen wordt afgewezen, meestal al binnen enkele weken.

Geen veilig land

Sinds 2021 is Algerije echter geen veilig land meer volgens het ministerie van Buitenlandse Zaken. In een brief aan de Kamer schreef toenmalig staatssecretaris Ankie Broekers-Knol dat het land niet meer als veilig kon worden beschouwd, omdat er een achteruitgang was geweest op het gebied van vrijheid van meningsuiting en vrijheid van vereniging. Daarnaast waren er meldingen van foltering op politiebureaus en door het Directoraat-Generaal van Nationale Veiligheid.

Dublin-claim

Toch maakt de huidige situatie met alle overlast dat ook Algerijnen een versnelde asielaanvraag tegemoet kunnen zien. ‘Tegen asielzoekers die de gastvrijheid van Nederland misbruiken en voor overlast zorgen en zich crimineel gedragen, past een harde aanpak’, aldus Van den Burg. Hij noemt daarbij dat het bij veel Algerijnen gaat om asielzoekers met een ‘Dublin-claim’. Dat houdt in dat zij in een ander land het Schengengebied zijn binnengekomen, en ze dus naar dat land kunnen worden overgedragen. Daarmee was hun asielaanvraag in Nederland toch al kansloos.

Draagvlak

Verder benadrukt de staatssecretaris dat vreemdelingen bij veroordeling voor ernstige misdrijven kunnen worden uitgezet. Een lik-op-stuk aanpak is volgens het kabinet noodzakelijk voor het behoud van een landelijk en lokaal draagvlak voor de noodopvang van asielzoekers. ‘Het lokaal bestuur, de asielketen en de samenleving moeten erop kunnen vertrouwen dat misdrijven niet getolereerd worden.’