Armoede bestrijden van onderop
Winterswijk is ambitieus met de aanpak van armoede. College en organisatie krijgen bij de opgavegerichte werkwijze vrijwel carte blanche van de raad. Twee ervaringsdeskundige bijstandsgerechtigden staan de gemeente bij.
Opgavegericht werken in Winterswijk
Als het gaat om armoedecijfers staan de kleine 30.000 inwoners van Winterswijk er niet best voor. Zeker vergeleken met buurgemeenten als Oost-Gelre, Aalten en Berkelland. Van die vier gemeenten heeft Winterswijk met 5,2 procent de meeste kinderen in armoede. Wekelijks worden er vijfentachtig voedselpakketten bij Winterswijkse gezinnen bezorgd, fors meer dan in de overige drie gemeenten. De gemeente telt daarnaast veel meer huishoudens in de bijstand dan de buurgemeenten, heeft het hoogste percentage voortijdige schoolverlaters en het hoogste percentage werklozen. De kledingbank helpt honderden mensen per jaar, aan bijzondere bijstand wordt in Winterswijk bijna 1,5 miljoen euro uitgegeven en de meeste vragen die bij de gemeente binnenkomen (38 procent) gaan over inkomen.
Het is de verdwenen textielindustie die Winterswijk parten speelt. Dat proces leidde tot een hoge werkloosheid onder de veelal laag opgeleide beroepsbevolking. Dat is geen gegeven dat je dan maar voor lief moet nemen. ‘Kunnen we nog langer armoede accepteren? Als je de vraag met ‘nee’ beantwoordt, hoe ga je dat dan voor elkaar krijgen?’, zegt wethouder Elvira Schepers (PvdA, maatschappelijke participatie). ‘Wat betekent het niet-accepteren van armoede, welke keuzes maak je daarin en hoe ga je naar die keuzes toewerken. Dat is eigenlijk het begin van het project Winterswijk Armoedevrij 2040 geweest.’
‘Het is helemaal niet vanzelfsprekend dat er armoede is in je samenleving’, vult opgaveregisseur Noortje Schuddebeurs aan. ‘Wij willen armoede voorkomen en de cirkels van armoede doorbreken.’ Die gedachten kwamen samen toen de organisatie opgavegericht ging werken. Schuddebeurs: ‘We willen met de samenleving de grote thema’s oppakken, want we kunnen dit niet alleen. Vorig jaar heeft de gemeenteraad besloten een opgave te omarmen en daarmee het college gevraagd te gaan starten. Dat is de opgave Winterswijk Armoedevrij 2040 geworden. Dit betekent dat we deze opgave met de hele samenleving, en dus niet alleen als overheid, gaan oppakken.’
‘Het was een heel spannende aanpak. We wilden niet voor elk budget terug naar de raad, maar vroegen de raadsleden om ons te vertrouwen’, aldus Schepers. ‘De raad vond de opgave zo belangrijk, dat de raadsleden besloten hun kaderstellende rol wat terug te schroeven. De raad heeft ons de vrijheid gegeven de opgave op te pakken op een manier zoals we die goed achten. Raadsleden mogen in het traject participeren, maar op dezelfde manier zoals alle burgers in het traject mogen meedoen.’ De raad wordt periodiek geïnformeerd over de stand van zaken.
Aan het hart
Met de handen vrij kon het project van start. Als eerste werd een multidisciplinair opgaveteam vanuit de gemeentelijke organisatie geformeerd, dus niet met alleen ambtenaren uit de ‘sociale hoek’. Vervolgens zijn in het voorjaar verschillende bijeenkomsten met de samenleving (inwoners, bedrijven, maatschappelijke instellingen) gehouden. ‘We wilden eerst terug naar het probleem’, aldus Schuddebeurs. ‘We wilden weten of wat wij zien herkend werd, hoe een armoedevrij Winterswijk eruitziet én wie er met ons mee wilden doen om dat te bereiken.’
Verspreid over meer dan dertig bijeenkomsten dachten en deden ruim vierhonderd mensen mee. ‘Daar zaten inwoners tussen die zelf in armoede leefden, maar ook mensen die armoede om zich heen zagen, of juist helemaal niet en verbaasd waren dat het speelde. Maar het ging heel veel mensen aan het hart’, aldus Schuddebeurs. Uiteindelijk hebben 150 Winterswijkers gezegd mee te willen helpen de gemeente armoedevrij te maken.
Er is bewust voor gekozen om er geen deltaplan van te maken. Telkens wordt een aantal prioriteiten gesteld. Die worden in acties uitgewerkt en uitgevoerd, en dan wordt naar een volgende stap gekeken, verduidelijkt Schuddebeurs. ‘Het is in feite een continuproces dat je steeds bijstuurt’, vult wethouder Wim Aalderink (Winterswijk Belang, werk en inkomen) aan. ‘Bij een traditioneel beleidsplan stippel je alles van begin tot eind uit. Nu zeg je: hier beginnen we, we weten waar we uit willen komen en ondertussen passen we het plan aan als dat nodig is. Telkens mét de samenleving.’
Vanuit de bijeenkomsten met de samenleving werden in het voorjaar zeven onderwerpen als rode draad gedestilleerd, waarvan er nu drie worden opgepakt: het systeem versimpelen, het taboe doorbreken en voorkomen dat armoede van generatie op generatie overgaat. Vanaf april zijn drie werkgroepen aan de slag gegaan, die de thema’s hebben uitgewerkt. In die werkgroepen zitten inwoners, organisaties, het bedrijfsleven en de gemeente die vooral als facilitator optreedt. ‘De werkgroepen zijn op heel veel plekken gaan kijken en hebben een keur aan ideeën en oplossingen bedacht’, aldus Schuddebeurs. Die zijn weer in een werkconferentie in juni gesproken, waar wederom veel mensen aan deelnamen. ‘Alle oplossingen die werden gekozen en door derden werden omarmd, hebben we opgepakt.’
Fotowedstrijd
Een greep uit de tientallen geopperde oplossingen die dit jaar worden uitgewerkt: vroegsignalering, werken met ervaringsdeskundigen, zorgen dat bijles voor iedereen bereikbaar is, de gemeentelijke drempel laag is en dat brieven simpeler worden. Er loopt nu een fotowedstrijd, die moet helpen armoede inzichtelijk en bespreekbaar te maken en daarmee het taboe op armoede te doorbreken. Alle oplossingen en plannen zijn terechtgekomen in een jaarplan. Nog niet alles is uitgewerkt; er zijn in de loop van het jaar bijeenkomsten om dat te doen. ‘We willen veel meer in de wijk zitten. Dus meer aansluiten op school of in het wijkcentrum zodat je eerder bij mensen betrokken bent. Hoe bereik je mensen nog makkelijker voordat ze echt een groot probleem hebben’, verduidelijkt Schuddebeurs.
De gemeente heeft inmiddels twee ervaringsdeskundigen in dienst genomen. ‘Dat zijn mensen die tot twee maanden geleden nog gebruik moesten maken van een bijstandsuitkering’, vertelt Aalderink. ‘Ze weten aan den lijve wat armoede is en kunnen zich veel beter verplaatsen in de problematiek, in waar mensen tegenaan lopen die in armoede verkeren. Tot op heden wordt beleid gemaakt door mensen die denken dat ze wel weten waarover het gaat, maar het nooit zelf ervaren hebben. Dat is toch een heel ander uitgangspunt.’
Schuddebeurs: ‘Het spannende in het hele verhaal is het opgavegericht werken, omdat daarmee een nieuw evenwicht tot stand wordt gebracht tussen samenleving en politiek. Dat geldt ook voor de ervaringsdeskundigen. Daarmee ontstaat een nieuwe balans tussen de systeemwereld en de gewone wereld. Wij werken ze ook niet in zoals we ‘normale’ medewerkers inwerken. Ze moeten vrij blijven kijken en kritiek kunnen blijven leveren over hoe het systeem disfunctioneert. Dat is heel lastig. Je neemt luizen in de pels aan; hoe positioneer je die en geef je ze een goede rol?’
‘Als gemeente moet je de bereidheid hebben om kritisch naar jezelf te kijken’, vult Schepers aan. ‘Wij denken als gemeente het goede te doen, maar doen we dat ook of moet het toch anders?’ Zo dacht de gemeente via de website aan Winterswijkers met financiele problemen goede informatie te geven. ‘Maar het blijkt dat we nergens een folder hebben of een webpagina waarop alle voorzieningen staan waarop mensen een beroep kunnen doen’, aldus Schuddebeurs. Samen met organisaties die actief zijn op het gebied van armoedebestrijding wordt nu gewerkt aan een compleet overzicht én aan een werkwijze waarop het makkelijker wordt ondersteuning te krijgen.
Een van de andere concrete acties is het informeren van alle ouders en jongeren die 18 jaar worden, over wat dat financieel betekent. ‘We gaan met de jongeren in gesprek op scholen. We willen weten waarover ze willen worden geïnformeerd en wie dat zou moeten doen’, vertelt Schuddebeurs. ‘Voor de ouders doen we hetzelfde, tijdens een brainstormavond. Wat wil je als ouder weten als je kind achttien wordt, van wie moet die informatie komen en hoe moet die informatie eruitzien.’
Gigantische stap
De Winterswijkse aanpak is niet onopgemerkt gebleven. Zo schuift Winterswijk aan bij door prinses Laurentien georganiseerde dialoogbijeenkomsten over de aanpak van armoede. Ook verschillende gemeenten hebben interesse getoond. Hoewel de wethouders en de opgaveregisseur tevreden zijn over het tot nu toe gelopen traject, stellen ze ook dat het nog te vroeg is om al over concrete resultaten te spreken. Schepers: ‘Over een half jaar hebben we die zeker.’
Het meest bijzondere van het tot nu toe gelopen traject vindt Schepers dat het echt een samenwerking tussen inwoners, gemeente en maatschappelijke instellingen betreft. ‘Er is bereidheid om naar elkaar te luisteren en samen met elkaar naar oplossingen toe te werken. In allerlei projecten die rond armoede spelen is sprake van goede bedoelingen, maar altijd vanuit een eigen beeld van armoede. Het luisteren, wat er eigenlijk aan vooraf zou moeten gaan, ontbreekt. Dat proberen we nu te repareren. Misschien wat laat, maar alle goede bedoelingen hebben nog niet tot een oplossing van het probleem geleid terwijl iedereen dat wel wil.’
Schuddebeurs vond het bijzonder om de inbreng van mensen te horen die in armoede leven. Aalderink noemt het een ‘gigantische stap’ dat de gemeente een deel van de beslissingsbevoegdheid uit handen heeft gegeven. ‘Dit toont aan dat het een probleem van ons allemaal is.’
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.