Advertentie
sociaal / Achtergrond

Appèl op berekenende inwoners

Op allerlei manieren proberen gemeenten de oplopende kosten voor zorg en ondersteuning te beteugelen. Onder andere via een moreel appèl op zorggebruikers. Assen weigerde het verplichte Wmo-tarief voor schoonmaak in te voeren, maar werd door minister De Jonge overruled.

20 december 2019
hulp-familie.jpg

Eigen bijdrage jeugdhulp en schoonmaak ter discussie

De jongste CBS-cijfers over stijging van de vraag om huishoudelijke hulp in de Wmo moesten nog komen, toen Assen besloot ongehoorzaam te zijn. De Drentse gemeente weigerde het vanaf 2020 landelijk verplichte, abonnementstarief voor algemene Wmo-voorzieningen op het onderdeel schoonmaak in te voeren. Het huidige, van het inkomen afhangende systeem voldoet volgens de gemeente, terwijl het nieuwe, dat los staat van inkomen en vermogen, 1,5 miljoen euro extra gaat kosten.

‘We gaan het gewoon niet doen’, zei wethouder Harmke Vlieg (sociaal domein, ChristenUnie) aanvankelijk ferm tegen Binnenlands Bestuur. ‘Wij hebben een goed werkende voorziening voor schoonmaak. Daar zijn we tevreden over, en onze inwoners ook. Voor de groep met midden- en hoge inkomens betekent het nieuwe abonnementstarief een lastenverlichting. Kwetsbare groepen betalen nu niets en daarvoor is het een verzwaring.’

De wethouder rekende op de welwillendheid van draagkrachtige inwoners. De Raad voor de Cliëntenparticipatie had ze al aan haar kant. ‘Heel veel mensen laten hun huis schoonmaken en vinden het volstrekt normaal daarvoor te betalen. Als je daartoe in staat bent, waarom zou dan de overheid betalen? Daar moeten we het als samenleving over durven hebben.’ Ze kondigde aan: ‘Eventueel brengen we schoonmaak als voorziening buiten de Wmo.’

Dat gaat niet gebeuren. Dezelfde week nog werd het Assens college hard op de vingers getikt door het ministerie van VWS. Met de dreiging dat er bij volharding in de weigering een aanwijzing zou volgen. Een uitzonderlijke actie om de opstandige gemeente te dwingen per 1 januari toch een inkomensonafhankelijk abonnementstarief in te voeren.

Niet mislukt
Een dag nadat het college besloot dat het niet anders kon dan er in te schikken, ziet Vlieg de afwijkende opstelling van haar gemeente niet als mislukt. ‘We wilden de aandacht trekken van het ministerie om ons probleem zichtbaar te maken. Dat is gelukt.’

Niet alleen Assen, ook andere gemeenten waren van meet af fel aan gekant tegen het abonnementstarief voor zowel maatwerkals algemene voorzieningen, vrezend dat met name inwoners met een midden- en hoog inkomen afscheid zouden van hun particuliere poetshulp, om vervolgens bij de gemeente aan te kloppen. Dat verwachte calculerende gedrag blijkt nu terecht. Het aantal Wmo-cliënten met hulp bij het huishouden steeg landelijk met acht procent.

De Haagse VVD-wethouder Kavita Parbhudayal: ‘Als mensen die tot 2019 heel goed in staat waren om zélf hun (hulp bij) huishouden te regelen, alleen vanwege financiële motieven hun particuliere thuishulp opzeggen en vervolgens een beroep doen op thuiszorg via de gemeente, vind ik dat onwenselijk. Zorggeld moet niet terechtkomen bij mensen die zelf hun eigen ondersteuning kunnen regelen en betalen. De Wmo is niet bedoeld om mensen een financiële meevaller te bieden.’

Dat is wel wat gebeurt. In Den Haag doen veel inwoners van rijkere postcodegebieden een beroep op huishoudelijke hulp, sinds bekend is dat dit een algemene voorziening wordt. ‘We hebben geen inkomensgegevens van de aanvragers’, schrijft een gemeentelijk woordvoerster desgevraagd. Zij noemt geen specifieke wijken, maar houdt het op ‘een verhoudingsgewijs grotere groei in wijken met een (boven)gemiddeld jaarlijks inkomen, dan in wijken met een benedengemiddeld jaarlijks inkomen.’

Maatregelen
Het Algemeen Dagblad weet te melden, dat in sociaaleconomisch krachtigere wijken als Benoorden- en Bezuidenhout en Ypenburg het aantal aanmeldingen voor huishoudelijke via de Wmo met respectievelijk 10 procent en 17 procent is gestegen. Een stuk meer dan de lokaal gemiddelde stijging van 4 procent. In achterstandswijken als Moerwijk en Transvaal/ Groente- en Fruitmarkt daarentegen zou het beroep op huishoudelijke hulp via de Wmo juist zijn gedaald.

Verantwoordelijk minister De Jonge (VWS. CDA) beloofde eerder maatregelen te treffen als de praktijk rondom de huishoudelijke hulp zou ontsporen. Ondanks zijn spierballenvertoon jegens Assen lijkt het er nu op dat hij zijn belofte gestand moet doen. Harmke Vlieg heeft goede hoop dat de minister voor rede vatbaar is: ‘Het ministerie heeft ons uitgenodigd voor een gesprek om samen te verkennen hoe we de schoonmaak anders kunnen organiseren.’

Volgens haar wordt nu door het rijk met twee maten gemeten: ‘Zelf de ruimte nemen voor een eigen bijdrage – in de Wet langdurige zorg (Wlz) en de Zorgverzekeringswet (Zvw) – en het gemeenten onmogelijk maken hetzelfde te doen. Terwijl de eigen bijdragen in de Wlz en Zvw ook nog eens effect hebben op door gemeenten als vangnet uit te voeren wetten. Dubieus, vind ik dat. Als gemeenten verantwoordelijk zijn voor de uitvoering van wetgeving, moeten ze ook zelf kunnen sturen. Het heffen van een inkomensafhankelijke eigen bijdrage is dan een krachtig middel.’

Maatschappelijk debat
Met het verzoek om het betalen van een vrijwillige eigen bijdrage voor jeugdzorg hoopt de gemeente Laarbeek de zorgvraag van inwoners te beïnvloeden. Volgens wethouder Joan Briels (volksgezondheid, De Werkgroep) moet dat vooral worden opgevat als een moreel appèl, om een breder maatschappelijk debat op gang te brengen. ‘Het is niet de vraag of we die vrijwillige bijdrage gaan vragen, alleen wanneer dat zal gebeuren. Het voorstel wordt nu uitgewerkt door de Peelgemeenten. De vraag is of de andere gemeenten in ons samenwerkingsverband ook die vrijwillige bijdrage willen. Waarschijnlijk willen zij wel een brief met een kostenoverzicht meesturen bij de beschikking die ouders krijgen.’

Briels gaat met zijn verzoek om een steentje bij te dragen in de kosten net een stap verder. ‘Zorg blijft gegarandeerd en van schuldinductie is geen sprake’, zegt hij erbij. ‘Ik zal in mijn schrijven zeggen: als er problemen zijn met een kind, moeten we beslist doen wat nodig is. Ziet u enige ruimte om een eigen bijdrage te betalen, dan graag. Wilt of kunt u dat niet, voel u dan niet bezwaard.’

Grote opbrengsten verwacht Briels niet; in het licht van het totaal van de tekorten zijn de beoogde bijdragen een druppel op de gloeiende plaat. Voor hem telt vooral de maatschappelijke discussie: ‘Is het verstandig de lat voor onze jongeren zo hoog te leggen? Dat geldt voor alle jongeren, niet alleen de kwetsbare. Mijn gedachte is dat wij iets niet goed doen, als er zo veel ouders in verlegenheid komen bij de opvoeding van hun kinderen. We stuwen onze jongeren maar op. Iedere dag moet succesvol zijn, op het gebied van studie, baan, geld, elke dag sporten, er mooi uitzien. Laten we het leven eens wat vaker accepteren zoals het zich aandient.’

Ook elders dienen lokale politieke afdelingen en fracties inwoners ervan te doordringen dat (jeugd)zorg kostbaar is. In Wassenaar hebben VVD en D66 met een motie gevraagd om een quickscan of ander kort onderzoek naar ‘wat meer kostenbewustzijn onder jeugdzorgverwijzers en ouders kan opleveren en hoe dat een kostenreducerend effect zou kunnen hebben op de kosten van de coördinerende werkzaamheden’. In Amstelveen hebben partijen eveneens op zo’n onderzoek aangedrongen.

Forse tekorten
In Apeldoorn kwam een raadsmeerderheid met een amendement van gelijke strekking op initiatief van de VVD; een tekstwijziging op beleid en dus een stap verder dan een motie. Ouders van kinderen en jongeren die gebruik maken van jeugdzorg krijgen na volgend voorjaar zeker een overzicht van de kosten die daarmee gemoeid zijn.

De brief die Apeldoornse ouders krijgen is niet los te zien van de forse tekorten in het sociaal domein, zegt VVD-raadslid en initiatiefnemer Gert Jan Walgemoed. Meer kostenbewustzijn en transparantie zijn volgens hem het primaire doel. ‘We willen natuurlijk niet dat ouders waarvan een kind uit huis geplaatst is, meteen heel bot een rekening onder de neus wordt gehouden, ook al hoeven ze geleverde zorg niet zelf te betalen. Verder mag zo’n brief niet leiden tot zorgmijding.’

Walgemoed haalt onderzoek naar kostenbewustzijn bij zorggebruikers aan, uitgevoerd door Motivaction in opdracht van het ministerie van VWS. De onderliggende gedachte (van voormalig minister Schippers) is dat goed geïnformeerde verzekerden en patiënten betere keuzes maken en de mogelijkheid hebben om bij te dragen aan ‘zinnige en zuinige zorg’, als zij inzage hebben in de kosten. Volgens de onderzoekers wil 80 procent van de ondervraagden die informatie, ongeacht of ze kosten zelf moeten betalen. Verder zegt de helft van de ondervraagden onduidelijkheden of onjuistheden op de rekening te zullen melden.

Walgemoed hoopt en verwacht dat het net zo werkt als het door gemeenten uitgevoerde zorg betreft. ‘Ik ken een voorbeeld van een intake voor een jongere die 1.900 euro kostte. Dat kan het allemaal waard zijn. Maar weet je als doorverwijzer of ouder wat bepaalde interventies kosten, dan kun je daar vragen over stellen. En je kunt erover nadenken of bepaalde vormen van zorg überhaupt nodig zijn, of dat er misschien lichtere interventies denkbaar zijn. Misschien dat je ook even niks kunt doen.’ 


Nieuw tarief
Sinds begin 2019 geldt een vierwekelijks Wmo-abonnementstarief van 17,50 euro voor maatwerkvoorzieningen, en ongeacht het aantal uren hulp. In 2020 gaat het abonnementstarief (19 euro per maand) ook gelden voor algemene voorzieningen. Het rijk wil met het vaste tarief stapeling van zorgkosten voorkomen en heeft door de maatregel minder administratieve lasten. De rekening komt bij gemeenten te liggen. Niet alleen in de vorm toegenomen zorggebruik, maar ook in de vorm van duurder contractmanagement en ict. Gemeenten worden deels gecompenseerd.

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie